ACE 1_The A-files
Answer the question.
Beantwoord de vraag.
Bring your lunchbox.
Breng je brooddoos mee.
Check your answer.
Controleer je antwoord.
Sorry. I don't understand.
Excuseer, ik begrijp het niet.
Sit down.
Ga zitten.
Use a (text)book.
Gebruik een (school)boek.
Give your address.
Geef je adres.
Repeat the question.
Herhaal de vraag.
How do you spell ... ?
Hoe spel je ... ?
What do you call ... in English?
Hoe zeg je .... in het Engels?
I'm good at English.
Ik ben goed in Engels.
I'm your (form) teacher.
Ik ben je (klassen)leraar.
I know the answer.
Ik weet het antwoord.
I don't know, Miss.
Ik weet het niet, mevrouw.
Is this correct, Sir?
Is dit juist, mijnheer?
Could you repeat that, please?
Kan u dat herhalen, a.u.b.?
Could you explain this, please?
Kan u dit uitleggen, a.u.b.?
Could you speak up, please?
Kan u luider praten, a.u.b.?
Could you speak more slowly, please?
Kan u wat langzamer praten, a.u.b.?
Choose the right word.
Kies het juiste woord.
Look at the timetable.
Kijk naar het lessenrooster.
Let's have a break.
Laten we een pauze houden.
Do your homework.
Maak je huiswerk.
Can I ask a question?
Mag ik een vraag stellen?
Can I go to the bathroom?
Mag ik naar het toilet?
Open the window.
Open het raam.
Don't talk to your classmate.
Praat niet met je medeleerling.
Write a text.
Schrijf een tekst.
Close the door.
Sluit de deur.
Raise your hand.
Steek je hand op.
Complete the sentence.
Vervolledig de zin.
What do you mean by this?
Wat bedoelt u hiermee?
What does ... mean?
Wat betekent ... ?
What do we have to study?
Wat moeten we studeren?
Pardon? Sorry?
Wat zegt u?
a waste bin
een afvalbak
a diary
een agenda
a ballpoint pen
een balpen
a sheet of paper
een blad papier
a desk
een bureau
a rubber
een gom
a map
een kaart
a coloured pencil
een kleurpotlood
a glue stick
een lijmstift
a ruler
een liniaal
a binder
een map
a highlighter
een markeerstift
a notebook
een notieboek
a pen
een pen
a pencil case
een pennenzak
a poster
een poster
a pencil
een potlood
a projector
een projector
a calculator
een rekenmachine
a pair of scissors
een schaar
a blackboard
een schoolbord
a school bag
een schooltas
a chair
een stoel
a piece of chalk
een stuk krijt
a table
een tafel
a globe
een wereldbol
a whiteboard
een whiteboard
a dictionary
een woordenboek