Enzymkinetiek les 7
cofactoren metaal-ionen
nemen deel aan de reactie of zijn nodig voor de tertiaire structuur. bijv. Zn2+, Mg2+
Allosterische enzymen negatieve terugkoppeling
Allosterische enzymen: heeft een bindingsplek voor een remmer. Hierdoor veranderd de active site van de allosterische enzym.
wanneer is een competitieve remmer een goede remmer?
Als het enzym meer bindingen met de remmer dan het substraat.
Tempratuur invloed enzymen
Grafiek: langzaam oplopend tot de optimum daarna gaat het snel omlaag. Langzaam oplopend komt omdat bij lage tempratuur de botsing kans lager is. Het snel omlaag gaan komt omdat bij hoge tempraturen enzymen denaturen.
Wat gebeurt er met de Km en de Vmax bij een competitieve remmer?
Km wordt hoger met een vompitieve remmer want er is een lagere omzettingsgraad. Vmax blijft hetzelfde.
Allostersische enzymen grafiek
S-curve. Allosterische enzymen zijn dus zeer gevoelig voor concentratie-veranderingen van het substraat.
Wat gebeurt er met de Km en de Vmax bij een non-competitieve remming?
Substraat kan nog wel binden maar wordt niet omgezet. Vmax wordt lager want meer substraat leidt niet tot een hogere snelheid. Km blijft hetzelfde want het substraat kan nog steeds binden.
enzymactiviteit bereken
U/L = (delta E/ delta t) * (10^6 / e * l) * V totaal/ V monster Delta E alleen de linaire extinctie verschil. delta t= verschil in tijd. e= extinctie constante. l = cuvet lengte. V= volume
Allosterische enzymen
bestaan uit 2 of meer sub-eenheden met actieve sites, laten cooperatieve binding zien. Het complex schommelt tussen twee vormen wanneer er geen substraat is gebonden: de inactieve en de katalytische actieve vorm.
Wat zijn de 2 vormen van reversibele remming?
competitieve remming en non-competitieve remming
irreversibele remming
covalente interactie. niet omkeerbaar.
Regulatie van allosterische enzymen
de activiteit wordt beiinvloed door binding van een effector (activator of remmer) op een andere plaats dan het actieve centrum
pH invloed enzymen
de zijgroepen word verandert bij verschillen in pH waardoor het enzym minder goed werkt.
substraat concentratie berekenen
delta c = (delta E/ e * l) * (V totaal/ V monster) Delta E verschil extinctie begin en eindpunt. delta t= verschil in tijd. e = extinctie constante. l= cuvet lengte. V=volume
induced fit
een enzym sluit zich rondom het substraat. het substraat past niet precies in de active site van het vrije enzym.
Cofactoren
een metaal-ion of organische stof die helpt bij de enzymreactie. De binding kan permanent zijn of reversible.
isozymen
eiwitten met een verschillende aminozuur sequentie die vergelijkbare reacties katalyseren.
Regulatie van enzymactiviteit
expressie van weefsel-specifieke isozymen, irreversibele en reservibele remming, competitieve en non-competitieve remming, allosterie en cooperativiteit, tempratuur en pH
coenzymen
organische stof nemen als substraat deel aan de reactie. bijv. ATP, NADH
cofactoren prothetische groepen
organische verbinding die vast is opgenomen in de eiwitstructuur bij. heemgroep in hemoglobine
non-competitieve remming
remmer bindat aan het enzym (niet in het actieve centrum) door conformatieverandering van het enzym daalt het enzymsnelheid.
competitieve remming
remmer lijkt op het substraat bindt in het actieve centrum door competitie daalt de enzymsnelheid.
regulatie van metabole route
stoppen van de reactie vroeg af. Bijv als er genoeg isoleucine is het eerste stap het enzym deactiveren.
Wat doen enzymen?
verlagen de acteveringsenergie. delta G blijft hetzelfde.