HEL

¡Supera tus tareas y exámenes ahora con Quizwiz!

ainsi que

aldus (op die manier)

après tout

alles welbeschouwd

tout compte fait

alles welbeschouwd

si

als

comme si

alsof (maar het is niet zo)

par conséquent

bijgevolg (daarom)

par exemple

bijvoorbeeld

de plus

bovendien

en outre

bovendien (daarboven)

en plus

bovendien (ook nog)

comme (aan het begin van de zin)

daar (omdat)

en revanche

daarentegen

par contre

daarentegen

au contraire

daarentegen (integendeel)

c'est pour cela que

daarom

c'est pourquoi

daarom

c'est que

daarom

puis

dan (vervolgens)

aussi (aan begin zin)

dan ook

grâce à

dankzij

c'est le cas

dat is het geval

c'est à dire

dat wil zeggen

alors

dus

donc

dus

au fond

eigenlijk

proprement dit

eigenlijk

et

en

d'un côté ... d'un autre côté

enerzijds ... anderzijds

d'une part ... d'un autre part

enerzijds ... anderzijds

aussi que

evenals

aussi

ook

également

ook (eveneens)

si (+ alle tijden)

ook al (hoewel)

de cette façon

op die manier (aldus)

à condition que

op voorwaarde dat

pour que

opdat

en général

over het algemeen

du reste

overigens (trouwens)

tout à coup

plotseling

en résumé

samenvattend

certes

zeker

de même

zelfs

même

zelfs

voire

zelfs

ainsi

zo

autant ... que

zo (op die manier)

sinon

zo niet

comme

zoals

de sorte que

zodat

si bien que

zodat

dès que

zodra

sans doute

zonder twijfel

toujours est-il que

zoveel is zeker dat

afin de

om (opdat)

afin que

om (opdat)

parce que

omdat

puisque

omdat (immers)

à l'inverse

omgekeerd

malgré

ondanks

il se peut

het kan

soit ... soit

hetzij ... hetzij

il en résulte que

hieruit volgt dat

on a beau (+ hele werkwoord)

hoe ... ook (hoewel)

bien que

hoewel

quoique

hoewel

en fait

in feite

au cas où

in het geval dat

au lieu de

in plaats van

effectivement

inderdaad

en effet

inderdaad

bref

kortom

en somme

kortom (samengevat)

mais

maar

plus que

meer dan

à l'aide de

met behulp van

avec raison

met reden

tout de suite

meteen

moins que

minder dan

peut-être

misschien

à moins que

mits

possible

mogelijk

après que

nadat

bien sûr

natuurlijk

certainement

natuurlijk (vanzelfsprekend)

naturellement

natuurlijk (vanzelfsprekend)

évidemment

natuurlijk (vanzelfsprekend)

non seulement ... mais aussi

niet alleen (...) maar ook

non seulement ... mais encore

niet alleen (...) maar ook

néanmoins

niettemin

tantôt ... tantôt

nu eens (...) dan weer

depuis

sinds

depuis que

sinds

à la fois

tegelijkertijd

d'autant plus que

temeer daar

d'abord

ten eerste

suite de

ten gevolge van

enfin

ten slotte

finalement

ten slotte (uiteindelijk)

pourvu que

tenzij (mits)

à juste titre

terecht

pendant que

terwijl

alors que

terwijl (met tegenstelling)

tandis que

terwijl (met tegenstelling)

cependant

toch (echer, evenwel)

pourtant

toch (echter, evenwel)

quand même

toch (echter, evenwel)

tout de même

toch (echter, evenwel)

toutefois

toch (echter, evenwel)

lorsque

toen

jusqu'à ce que

totdat

d'ailleurs

trouwens

par allieurs

trouwens

en fin de compte

uiteindelijk

à partir de

vanaf

à cause de

vanwege

loin de

verre van

ensuite

vervolgens

davantage

vooral

surtout

vooral

notamment

vooral (in het bijzonder)

particulièrement

vooral (in het bijzonder)

avant que

voordat

désormais

voortaan

probable(ment)

waarschijnlijk

quand

wanneer

car

want

quant à

wat betreft

il est vrai que ... mais

weliswaar ... maar

or

welnu


Conjuntos de estudio relacionados

gateway to business final study guide (SIM ONLY)

View Set

MLA 8 Works Cited Quiz (ENGL 308W)

View Set

FINC Financial mathematics Lecture 3

View Set

Burns Pediatric Final Exam Study Guide

View Set