Positieve psychologie

¡Supera tus tareas y exámenes ahora con Quizwiz!

(2) Wat is de relatie tussen endorfine en emoties?

verhoging plezier en velaging pijn; runners high en 200% bij seks.

(2) Wat is emotionele intelligentie?

vermogen om de betekenissen van emoties en hun relaties te herkennen, en op basis daarvan te redeneren en problemen op te lossen. Salovey en Mayor; waarnemen, gebruiken, begrijpen en managen. Vermogen om emoties waar te nemen, emotiegerelateerde gevoelens te assimileren, de informatie van die emoties te begrijpen en te beheren; gebruik emoties op een verstandige manier, om een ​​dieper inzicht in hun emotionele leven te hebben; in staat om emoties van andere mensen nauwkeurig te lezen.

(2) Wat zijn karaktersterktes?

verschillend van talenten ( die zijn gefixeerd en automatisch). Wil is hier bij betrokken en kan worden gecultiveerd. Wordt gewaardeerd in tijd en cultuur (de ene cultuur waardeert stiptheid en de andere niet). Moreel gewaardeerd: het zijn doelen op zich en niet middel naar iets anders.

(1) Wat is Flourishing (bloeien)?

Positieve geestelijke gezondheid waarin mens bloeit met vervulde emotionele vitaliteit en positief functioneren in privé en sociaal.

(3) Uit welke componenten bestaat een hoge zelfbeeld? (NPWP)

(1) het gevoel dat iemand door anderen wordt geaccepteerd, (2) de ontvanger van positieve evaluaties van anderen is, (3) gelooft dat iemand gunstiger is dan andere mensen of naar iemands ideale zelf, (4) gelovend dat iemand effectieve actie in de wereld kan initiëren. (NPWP)

(2) Wat is voordeel van intrinsieke motivatie?

+ link met; gezondheid, werk, ouderschap, dichte relaties, educatie. Verhoging prestaties, creativiteit, persistentie, welzijn en zelfvertrouwen.

(3) Welke twee manieren zijn er om welzijn te berekenen?

- Bottom-up theory: Onderzoeken hoe tevreden we zijn met domeinen van het leven en combineren vervolgens de verschillende bevredigingen tot een geheel van het huidige welzijn. Interventies moeten zich focussen op omgeving en situaties. - Top-down theorie: ons subjectieve welzijn is afgeleid van algemene evaluaties die weerspiegelen hoe we onze ervaringen evalueren en interpreteren; kijken naar eigenschappen, attitudes etc. Interventies moet zich focussen op het veranderen van iemands attitudes, percepties etc.

(2) Welke vier stijlen van streven naar soorten motivatie zijn er?

- Externe regulering: niet zelf bepaald en gecontroleerd door externe krachten; anders straf. - Introjectieve regulatie: wanneer iemand gemotiveerd is om iets te doen om schaamte, schuld of angst te voorkomen. - Geïdentificeerde regulatie: het doen voor het vergroten van zelfbeschikking: is vrijwillig en ze handelen vanuit een gevoel voor de waarde van het gedrag; ruim een ​​kamer op want dan kun je beter dingen vinden. - Geïntegreerde regulatie: vertegenwoordigt meest volwassen vorm van extrinsieke motivatie, omdat daarmee de persoon het belang en de waarde van het gedrag aanvaardt. Dit type regulering is zeer autonoom en heeft veel consequenties met intrinsieke motivatie, het prototype van autonome motivatie; nette ruimte omdat in toekomst belangrijke vaardigheden nodig zijn. - Intrinsieke regulering: we ondernemen activiteiten voor zichzelf; ruim de kamer op omdat het fijn is dat hij schoon is.

(3) Subjectief welzijn bestaat uit drie factoren, welke?

- Geluk = nadruk op emotionele toestand; hoe ze over hun wereld en zichzelf denken; aanwezigheid positieve emoties en emotioneel welzijn. - Levenstevredenheid = meer globaal oordeel over de juistheid van hun leven; ze moeten hun uitkomst in het leven afwegen tegen alternatieve uitkomsten en beoordelen of ze tevreden zijn met het resultaat. - lage neuroticisme - = lage angst en zorgen maken.

(1) Hoe dachten ze in de tijd van de grieken over welzijn?

- Hedonisme - Aristoteles = gouden mean = eidaimonia = deugdtheorie van geluk - epicurisme - stoïcisme

(2) Wat houdt het engine model van welzijn van Forgeard en Seligman in? (NPWP)

- Inputs: variabelen die al bestaan ​​of endogeen zijn voor de persoon; genetica, inkomen en persoonlijkheid. - Proces: interne toestanden die de keuzes beïnvloeden die mensen maken die hun welzijn beïnvloeden; kernwaarden. - Resultaat: vrijwillig gedrag dat mensen kiezen in hun zoektocht naar welzijn; kwaliteit van relaties, evenwicht tussen werk en spel. (NPWP)

(2) Welke twee soorten motivatie zijn er?

- Intrinsieke motivatie / autonome motivatie; we zijn genoodzaakt om enige activiteit voor zichzelf te ondernemen. Komt overeen met de waarden van de persoon. - Extrinsieke motivatie / gecontroleerde motivatie: handel om een ​​externe beloning te verkrijgen. Komt niet overeen met de waarden van de persoon.

(1) Het goede leven leidt tot welzijn door middel van welke drie elementen?

- Positieve individuele karakteristieken: integriteit, vermogen om creatief te zijn en deugden (moedig en nederig). - Positieve connecties met anderen: vermogen om liefde te hebben, altruïsme, zorgen en vermogen om te vergeven. - Leven regulatie kwaliteiten: gevoel van autonomie, zelfcontrole (gedragregulatie) en wijsheid.

(1) Wat zijn de belangrijkste thema's in PP?

- Positieve subjectieve staten: happiness, vreugde, voldoening met leven, liefde, intimiteit, constructieve gedachten en optimisme. Subjectieve toestanden en positieve emoties. - Positieve individuele karakteristieken: individuelen verschillen op relatieve stabiele gedragspatronen; moed, persistentie, wijsheid en zelfvertrouwen. - Positieve instituties: PP focust op ontwikkeling, creatie en behoud van positieve instituties; gezonde families en werkomgevingen.

(2) Uit welke componenten bestaat de theorie van psychologisch welzijn van Ryff?

Positieve relaties, Beheersing omgeving, Doel in leven, Autonomie, Persoonlijke groei en Zelfacceptatie.

(1) Uit welke factoren bestaat volledige geestelijke gezondheid?

- Sociale gezondheid: positieve attitudes naar anderen, geloof in sociale verandering, bijdragen aan samenleving, erbij horen. Sociale acceptatie, sociale actualisatie, sociale contributie, sociale cohesie en sociale integratie. - Psychologische gezondheid: gevoelens van competentie, autonomie en zelfacceptatie, doel in leven, zelfgroei en genieten van relaties met anderen. - Emotionele gezondheid: blij en vervuld met het leven.

(1) Welke drie figuren waren er belangrijk tijdens de 20ste eeuw en wat waren hun gedachten?

- William James: Was geïnteresseerd in hoe we de menselijke potentiaal kunnen wakker maken. Hij dacht dat emoties na fysieke uiting kwam; we trillen en daarna worden we bang. - Alfred Adler en individuele psychologie: kinderen kunnen alles leren, want kenmerken als compassie, vriendelijkheid, zorgzaamheid en altruïsme zijn ingeboren, maar door sociale support en ontmoediging gaat het verkeerd. - Carl Jung en analytische psychologie: nadruk op capaciteit tot persoonlijke groei in het tweede deel van het leven. Hij beschouwde de gezonde persoonlijkheid als iemand die de verschillende componenten van het zelf integreert, zoals de persona (sociaal zelf) en iemands streven naar betekenis.

(3) Optimisme kan op twee manieren worden gezien? (NPWP)

1. Dispositionele optimisme: verwachting dat evenementen in de toekomst goed zullen aflopen. 2. Verklarende stijl: manier waarop mensen oorzaken van gebeurtenissen interpreteren. (NPWP)

(2) Hoe wordt EI gedefineerd als we deze zien als een mixed construct?

1. Emotionele intelligentie kan gezien worden als een reeks niet-cognitieve capaciteiten, competenties en vaardigheden die van invloed zijn op iemands vermogen om te slagen in het omgaan met omgevingseisen en -druk. Kritiek is dat dit veel overlap heeft met persoonlijkheidskenmerken.

(2) Welke vijf soorten perspectieven over tijd, gemaakt door Zimbardo en Boyd, zijn er?

1. Past-negatief type: focus op negatieve gebeurtenissen in verleden. 2. Past-positief type: neem een ​​prettige, nostalgische kijk op het verleden; relaties onderhouden, tradities onderhouden etc.; gekoppeld aan hogere betekenisniveaus en levenstevredenheid. 3. Present- hedonistisch type: gedomineerd door plezierzoekende impulsen, verslavend. Weinig bezorgdheid om gevolgen actie. 4. Present-fatalistisch type: voelt machteloos om het heden of de toekomst te veranderen. externe krachten beheersen leven. 5. Toekomstgericht type: ambitieus maar voelt zeurend gevoel van urgentie dat nauwe relaties kan beïnvloeden. a. Transcendentaal-toekomsttype: neigt zich te concentreren op hoe het huidige leven het leven na de dood zal beïnvloeden.

(3) Welke vier meetinstrumenten worden gebruikt om subjectief welzijn te meten?

1. Satisfaction With Life Scale (SWLS; test die bestaat uit 5 items (ideaal leven, excellente condities, compleet tevreden, de meest belangrijke dingen behaald, niets veranderen), die gescoord worden op een 7-punts schaal. 2. Scale of Positive and Negative Experience (SPANE): meet positief en negatief affect. Mensen moeten nadenken over de afgelopen vier weken en aangeven op een 5-punts schaal in hoeverre ze verschillende emoties ervaren hebben (bijv. positief, negatief, verdrietig, angstig, boos, tevreden etc.). 3. PANAS (Positive And Negative Affect Scale) meet ook trekken, waar de SPANE zich richt op gevoelens. SPANE heeft voorkeur. (NPWP) 4. De Flourishing Scale (FS); korte vragenlijst, bestaande uit 8 items, die het zelf-waargenomen succes van de respondent meet op belangrijke gebieden zoals relaties, zelfwaarde, doel in het leven en optimisme.

(2) Uit welke 6 factoren bestaat VIA?

1. Wijsheid en kennis: Nieuwsgierigheid, interesse in de wereld. Liefde voor leren, kennis. Open geest Creativiteit, nieuwe situaties. Perspectief; wijs advies geven. 2. Gerechtigheid: Teamwerk: werkt goed als lid van een team. Eerlijkheid. leiderschap. 3. Moed: Authenticiteit, eerlijkheid, integriteit. Moed. Doorzettingsvermogen; afmaken wat men begint. Genot: opwinding, energie. 4. Matigheid: Vergeving. Voorzichtigheid, discretie. Bescheidenheid Zelfregulering. 5. Menselijkheid: Vriendelijkheid, vrijgevigheid. Liefde: vermogen om lief te hebben, bemind te worden. Sociale intelligentie: bewust van motieven en gevoelens van anderen. 6. Transcendentie: Waardering voor schoonheid en uitmuntendheid, Dankbaarheid. Hoop. Humor Godsdienstigheid

(2) Welke twee perspectieven bestaan er op EI?

1. als een vaardigheid of type intelligentie. Hogere EI helpt mensen emotionele informatie verwerken om beter door de sociale wereld te navigeren. 2. EI als een persoonlijkheidskenmerk. Eigenschap gerelateerd aan een persoon; zelf ervaren competenties om emoties te begrijpen. Vaak wordt dit model aangeduid als eigenschap emotionele zelfeffectiviteit; EI heeft drie kwaliteiten; kennis, vaardigheden en eigenschappen.

(2) Wat houdt het circumplex model of emotions van Carr in?

2 dimensies van emoties: - Valentie: positief en negatief; prettig of onprettig. - Arousal: hoog of laag; activatie of deactivatie. Positieve en negatieve emoties liggen op een continuüm. Wat voor therapie betekent dat je door een aan te pakken ook de andere aanpakt.

(1) Hoe dacht Aristoteles over welzijn?

Aristoteles: deugden als gouden mean; goed moreel gedrag is moderatie tussen twee extremen. Deugden kan leiden tot eudaimonia: voorwaarde voor betekenis en zelfrealisatie van bloei en volledigheid en van blijvende vreugde. Het herkennen en cultiveren van ons aangeboren potentieel kan tot geluk leiden = naturalistische opvatting van geluk = deugdtheorie van geluk. Aristotelische cirkel genoemd omdat welzijn, deugd en praktische wijsheid allemaal met elkaar verbonden zijn, zodat ze elkaar voortdurend beïnvloeden.

(2) Wat zijn de gevolgen van emotionee intelligentie op welzijn?

Betere gezondheid (vooral mentale/psychosomatisch meer dan fysiek), werkprestatie, welzijn en zelfvertrouwen.

(2) Wat is toekomstig tijdsperspectief?

De mens kan werken voor toekomstige beloningen en doelen. Een focus op de toekomst is van fundamenteel belang voor welzijn en positief functioneren. Geeft gevoel van controle, verantwoordelijkheid en keuzes. Toekomstperspectief (vooral langetermijndoelen) correleert met welzijn (vooral zinvol leven, sociale zelfredzaamheid en realisme / doorzettingsvermogen).

(3) Wat is de relatie tussen betekenis in het leven en subjectief welzijn?

De relatie tussen betekenis in het leven en subjectief welzijn is wederkerig: een groter gevoel van betekenis in het leven hebben verhoogt welzijn, en meer positieve emoties zorgen ervoor dat het leven meer betekenisvol voelt. Gevoel van betekenis is gerelateerd aan volwassenheid: er is een interne locus van controle (meer gevoel van autonomie, meesterschap, ambitie), en meer optimisme, betere aanpassing na trauma.

(3) Wat is subjectief welzijn?

De totale (cognitieve en affectieve) evaluatie van iemands leven. Subjectief welzijn = levenstevredenheid (cognitief aspect) + affect (meer positief affect, minder negatief affect). Is gerelateerd aan wenselijke levensuitkomsten zoals een beter huwelijk, betere vriendschappen, betere gezondheid en beter werk.

(3) Wat is het grote nadeel van zelfrapportage meetinstrumenten en hoe kan je hier voor controleren?

De vraag is of mensen daadwerkelijk ook voelen wat ze rapporteren (ervaren mensen die rapporteren dat ze gelukkig zijn, ook daadwerkelijk subjectief welzijn?). Dit kan je controleren door de scores te correleren met andere maten: - Zelf-rapportages samenvoegen met expert ratings (interviews). - Gebruik maken van experience data (app die op random momenten op de dag vraagt hoe het gaat), dit meet variabelen op een kortstondig moment, zoals stemming/plezier/pijn en gevoelens op dat bepaalde moment. - Rapportages van familie en vrienden. - v Global Self Report instrumenten, deze meten grotere, meer globale constructies van welzijn en bieden inzicht in de processen waarmee mensen hun globale beoordelingen over hun leven maken, en hoe mensen hun leven in het geheel samenvatten (vergelijken van gemiddelden tussen groepen, zoals binnen Westerse landen, of tussen Westerse en Aziatische landen).

(2) Wat zijn niet nul-somdoelen? (NPWP)

Doelen die samenhangen met een grotere levensvreugde bestonden uit verbintenissen met familie en vrienden, sociale of politieke invloeden en altruïsme. Betrokken persoon en anderen kunnen hiervan profiteren. (NPWP)

(1) Wat is het verschil tussen hedonisme en eudaimonia?

Doelen in het leven kunnen positieve emoties veroorzaken (hedonisme), maar ze zijn niet noodzakelijkerwijs ook zinvol of waardevol (eudaimonia).

(3) Hoe staat zelfvertrouwen in relatie tot geluk?

Eigenwaarde is een oorzaak, niet een consequentie van levenssucces en (zoals welzijn (affect/depressie), succes op het werk, bevredigende romantische relaties, fysieke gezondheid). Gevoel van eigenwaarde heeft significante effecten op alle levensuitkomsten, maar er bestaat geen wederzijds effect van levensuitkomsten op het gevoel van eigenwaarde (in deze studies).

(2) Emmons suggereerde een balans tussen doelen, leg uit? (NPWP)

Emmons suggereerde dat het het beste is om een ​​evenwicht te vinden tussen concrete en abstracte doelen door concrete doelen op korte termijn te stellen die direct gekoppeld zijn aan meer abstracte en betekenisvolle doelen op langere termijn. (NPWP)

(3) Wat komt eerder, subjectief welzijn of succes?

Er bestaat evidentie dat gelukkiger zijn gedeeltelijk leidt tot succes (o.a. terug te koppelen aan Broaden and Build-theorie).

(3) Wat betekent persoolijke controle/sense of control?

Geloof dat een persoon het vermogen heeft om gewenste resultaten te bereiken en ongewenste te vermijden. Positief gerelateerd aan emotionele welzijn en TmL. Key element is het vermijden en omgaan met motivationele conflicten. Een persoon met een sterke interne locus zal resultaten toeschrijven aan zelfgerichte inspanningen. Een externe locus van controle is de overtuiging dat resultaten in iemands leven te wijten zijn aan factoren buiten de directe controle van de persoon.

(1) Wat is aangeleerde hulpeloosheid?

Geloof dat persoon geen controle heeft over leven en dat externe factoren (genetica of sociale klasse) vermogen bepalen om een ​​taak of succes te volbrengen.

(1) Wat zijn de drie theologische deugden?

Geloof, hoop en naastenliefde.

(1) Wat is Epicurisme? (NPWP)

Geluk wordt bereikt door zich terug te trekken uit de wereld van de politiek om een ​​bestaan ​​van eenvoudige genoegens te cultiveren. (NPWP)

(1) Hoe werd er over welzijn gedacht in de Middeleeuwen?

Goddelijke beveeltheorie: welzijn door volgen van de tien geboden. Moeilijk want vermijden emoties, discrepantie tussen wens en werkelijkheid en gevecht tussen fysieke verleidingen en ziel (spirit and flesh).

(3) Wat is Construal theory of happiness (Lyubomirsky)?

Happiness is een functie over hoe mensen situaties construeren en interpreteren.

(1) Wat is hedonische calculus?

Happiness meten door de ratio te nemen van de positieve en negatieve ervaringen in iemands leven.

(2) Wat is happiness set point theorie van Lykken en Tellegen?

Happiness set point theorie (hedonic treadmill = het proces, we zijn soms gelukkiger en soms minder maar je komt altijd terug op je set point): Geluk streefpunt (Lykken en Tellegen): door erfelijkheid hebben mensen een gemiddeld niveau van geluk - of een vast punt - waarnaar de mens na tijdelijke hoogtepunten en dieptepunten in emotionaliteit altijd op terug komt. Ons typische niveau van welzijn kan in de loop van de tijd veranderen. In longitudinaal onderzoek veranderde 24% van de mensen aanzienlijk.

(1) Wat is hedonisme? En wat is hierop de kritiek?

Hedonisme: welzijn = plezier en geen pijn. Plezier is echter van korte duur en pijn is niet altijd te vermijden. Door logica en rationalisme dingen doen die niet leuk zijn.

(2) Wat is differentiële vatbaarheid? (NPWP)

Het feit dat genen zich in verschillende omgevingen anders kunnen uitdrukken, wordt differentiële vatbaarheid genoemd. Deze modererende effecten van de omgeving tonen aan dat onze genetische samenstelling niet altijd direct ons gedrag of emotionele reacties bepaalt. (NPWP)

(2) Wat is zelfconcordantie?

Hoge congruentie tussen iemands persoonlijkheid en doelen. Is welzijn verbeterend.

(2) Wat houdt de hooptheorie van Synder in?

Hoop is het resultaat van twee processen: 1. Doelen; geloven dat men manieren kan vinden om gewenste doelen te bereiken. 2. Agentschap; geloven dat iemand voldoende gemotiveerd kan worden om die doelen na te streven. a. Weg er naartoe: mensen die plan stap voor stap kunnen inplannen en voorstellen, zijn meer hoopvol. Je weet wat je wilt, je weet dat je het kan, weet hoe je het moet doen.

(2) Wat is motivatie?

Psychologisch processen die arousa, richting en persisitentie voor doelgericht, vrijwillige acties teweegbrengen.

(2) Wat is motivatie?

Psychologische processen die arousal, directie en persisitentie van vrijwillige acties die doelgericht zijn veroorzaken.

(1) Wat is mysticisme? (NPWP)

Relatie met God is het belangrijkste en het meest bevredigend. (NPWP)

(1) Wat houdt humanistische psychologie in en wat zijn die standpunten?

Humanistische psychologie ontstond in late 1950/ vroege 1960 als tegenreactie, waarvan Maslow een van de grondleggers was. Humanistische psychologie is het psychologische perspectief dat de studie van de hele persoon benadrukt. Standpunten: v Gedrag wordt bepaald door perceptie van de wereld en persoonlijke betekenis v Individuen zijn niet alleen het product van hun omgeving of hun genen. v Individuen worden intern gestuurd en gemotiveerd om hun menselijk potentieel te vervullen à ze hebben een keuze en verantwoordelijkheid voor hun eigen bestemming.

(1) Wat is aangeleerde optimisme?

Idee dat talent voor vreugde ontwikkeld kan worden. Dit vergt wel hard werken. Seligman; mensen kunnen negatieve stijl van denken afleren en aanleren events met meer realistische optimisme te interpreteren. Een meer complexe maar positieve interpretatie van gebeurtenissen kan helpen een gevoel van betekenis en doel in het leven te creëren. Maar; helpt bij directe stressoren maar niet bij persistente, niet controleerbare stressoren. Te veel optimisme maakt dat mensen te hard werken om onoplosbare problemen op te lossen, wat stress geeft.

(3) Wat is construals? (NPWP)

Iemands vrij gekozen interpretaties van realiteit. (NPWP)

(1) Wat is de huidige staat van de positieve psychologie?

In PP ligt nadruk op het volgen van standaard traditionele wetenschappelijk onderzoek. Seligman is een grondlegger van PP. Hij wilt dat psychologie terug gaat naar zijn vergeten missie; om menselijke kracht op te bouwen en genialiteit te koesteren. PP wordt steeds meer geïntegreerd in andere domeinen; steeds meer mainstream.

(1) Anhedonie is een voorbeeld van de traditionele kijk op behandeling en waarom deze soms raar is. Kan je uitleggen wat hier aan de hand is?

In behandeling richten we ons op negatieve emoties. Terwijl anhedonie gaat over het minder hebben van positieve emoties. Anhedonie voorspelt behandelingrespons en is geassocieerd met slechtere lange termijn uitkomsten. Gebrek aan positieve emoties kan 10 jaar later de basis vormen voor depressie. Verbetering van positieve emoties leidt tot verbetering van negatieve emoties. Positieve emoties = groter succes in het leven: werk, relaties, gezondheid. Dynamisch model van affect; afhankelijkheid tussen positief en negatief, afhankelijk is van de situatie; in situaties van stress, ook minder positieve effecten. Mogelijk niet als afhankelijk als gedacht, maar wel degelijk wat. Negatieve emoties hebben nut; beschermend en maken zelfgroei mogelijk.

(1) Hoe werd er tijdens de romanitcisme gedacht over welzijn?

Individualisatie, eigen unieke emotionele ervaring van individu, emoties intens ervaren voor leven van een vol en significant leven. Trouwen gebaseerd emoties en daten is een ding. Liefde is essentieel voor het vinden van echte happiness.

(3) Waarom is optimisme een top-down voorspeller?

Key element is positieve verwachtingen > meer probeem-gefocuste coping. Aangeleerde optimisme (Seligman, 1998); leren meer optimistische te zijn door life envest positiever te verklaren. MAAR OOK; Realistische optimisme (Aspinwall, 2000); eerlijke erkenning van de modelijkheden tot positieve groei. Optimisten ervaren meer; TmL, effectieve coping, gezondheid en relaties.

(1) Wat is het kritiekpunt van PP?

Kritiekpunt is dat de ideeën van PP niet nieuw zijn, vraag naar hoe het bereiken van happiness/welzijn al duizenden jaren gesteld.

(2) Welke signature strengths zijn de sterkste voorspeller voor levenstevredenheid?

Liefde, hoop, nieuwsgierigheid, dankbaarheid en zest

(3) Wat is beneffectance (Greenwald)? (NPWP)

Mensen zien zichzelf als effectief en bevorderlijk/gunstig. Interessant wat scheidingen, verslavingen en hoge verkoop van zelfhulpboeken en toch een bovengemiddelde beoordeling voor happiness en levenstevredenheid in het Westen. (NPWP)

(1) Wat houdt het model of complete mental health van Keyes en Lopez (2000) in?

Mentale stoornis laag en Welzijn (sociaal, emotioneel en psychologisch) hoog = bloeien (flourishing) Mentale stoornis laag en Welzijn laag = wegkwijnen (languishing) Mentale stoornis hoog en Welzijn hoog = worstelen (struggling) Mentale stoornis hoog en Welzijn laag = ploeteren (floundering)

(1) Hoe werd er in het renaissance over welzijn gedacht?

Opkomst kunstenaars en individualisatie. Nieuw wereldbeeld = mens is rationeel en kan zelf bepalen + mechanisme; wereld is machine met logische wetten. Met komst democratie wordt welzijn ook een menselijk recht.

(1) Wat is stoïcisme? (NPWP)

Persoon moet zijn welzijn niet baseren op veranderlijke dingen zoals materiele welzijn, geluk en liefde. Een persoon moet zijn taken uitvoeren zonder te klagen en zijn plaats in het leven kalm accepteren. (NPWP)

(1) Uit welke vijf pilaren bestaat, volgens Seligman, welzijn = welzijntheorie?

Positieve emotie, verbintenis, relaties, betekenis en prestatie.

(2) Wat houdt de broaden-and-build model voor positieve emoties van Fredrickson in?

Positieve emoties helpen het organisme te behouden door niet-specifieke actietendensen te bieden die kunnen leiden tot nieuw adaptief gedrag. Wanneer volwassenen positieve emoties voelen, is de kans groter dat ze met anderen omgaan, op zoek gaan naar nieuwe ervaringen, creatieve uitdagingen aangaan of anderen helpen in neeg. Positieve emoties zijn ook de vonk voor veranderingen in cognitieve activiteit die kunnen leiden tot nieuwere en meer adaptieve gedachten-actie-neigingen (gedragen zich op specifieke manieren omdat ze hebben geleerd bepaalde cognitieve activiteiten of denkwijzen te associëren met bepaalde acties). Positieve emoties verbreden ons bewustzijn en bouw vervolgens het resulterende leren in om toekomstige emotionele en intellectuele bronnen te creëren. Het maakt ook duidelijk hoe mensen informatie verwerken; verhoogde positieve emotionaliteit resulteerde in grotere cognitieve flexibiliteit, openheid voor ervaringen en het creëren van een gevoel van betekenis. Versterkt een aandachtsbias voor positieve informatie , dus ze helpen ons om in de toekomst positievere emoties op te merken. Maar nieuwsgierigheid versmalt juist de aandacht.

(2) Waarom werden negatieve emoties meer onderzocht dan positieve emoties?

Positieve emoties werden in het verleden minder onderzocht doordat eerst werd gedacht dat het precies het tegenovergestelde was dan negatieve emotie. Er zijn ook minder positieve emoties dan negatieve emoties (1:3/4). Daarnaast uiten negatieve emoties zich fysieker; fight and flight en zijn daarom ook beter te onderzoeken. In het verleden dachten dat enige functie van positieve emoties was om ons goed te laten voelen na de gevaren en belangrijke negatieve emoties.

(2) Wat is kritiek op VIA?

Sommige sterktes komen alleen naar voren in zeldzame gebeurtenissen, mogelijk over culturen heen maar wat is er uniek in specifieke culturen. Nog niet veel onderzocht in longitudinale onderzoeken.

(1) Wat zijn de vier kardinale deugden?

Standvastigheid, gerechtigheid, voorzichtigheid en matigheid.

(1) Wat houdt de reproductiecrisis in?

Studies en diens resultaten worden niet gereproduceerd door errors, onbekende factoren of dat niet duidelijk is wat proefpersonen hebben gedaan. Daarnaast zit er mogelijk fouten in hoe wij wetenschap doen; resultaten die niet gewenst waren, niet publiceren of er werd geknoeid. HARKing: Hypothesizing after the results are known.

(2) Wat is de positieve stemmingscompensatie? (NPWP)

Uit onderzoek is gebleken dat de meeste mensen over de hele wereld over het algemeen melden dat ze in een goed humeur zijn. (NPWP)

(1) Wat is utilitarisme?

Uiteindelijke doel van acties/gedrag is happiness.

(2) Wat is VIA?

Values ​​in Action (VIA) Classificatie van karaktersterkten en deugden (seligman and Peterson) is tegenreactie van DSM die alleen maar focust op slechte eigenschappen:

(1) Wat is positieve psychologie?

Wat maakt dat sommige mensen bloeien, kijken naar krachten en potentiaal.

(3) Wat is evaluation theory (Diener en Lucas)? (NPWP)

Welzijn wordt bepaald door hoe we de constante stroom van binnenkomende informatie evalueren. Hoe we dit doen, hangt af van ons humeur en temperament, de vergelijkingsstandaard die we gebruiken om de vooruitgang in onze levenssituaties en onze cultuur te meten. (NPWP)

(1) Wat zijn de 7 zonden en waarom zijn ze belangrijk voor welzijn volgens de goddelijke beveeltheorie?

Woede, afgunst, hebzucht, onmatigheid, lust, trots en luiheid. Vermijden = happiness.

(2) Waaruit bestaat de zelfdeterminatietheorie?

Zelfbepalingstheorie (SDT) postuleert dat bepaalde inherente neigingen tot psychologische groei, samen met een kerngroep van aangeboren emotionele behoeften, de basis vormen voor zelfmotivatie en persoonlijkheidsintegratie. Drie basisbehoeften: - Competentie: de behoefte aan beheersingservaringen die een persoon in staat stellen effectief met haar of zijn omgeving om te gaan. - Verwantschap: de behoefte aan wederzijds ondersteunende interpersoonlijke relaties. - Autonomie: de noodzaak om onafhankelijke beslissingen te nemen over gebieden in het leven die belangrijk zijn voor de persoon.

(2) Wat houdt de positiviteitsratio in van Fredrickson en welke ontdekking was hier interessant bij?

blije mensen hebben een ratio boven 3 (positief): 1 (negatief) [ Fredrickson]. Dus bij drie keer meer positieve emoties zou een mens bloeien. Nick Brown kwam er achter aan dat het verkeerd berekend was. Fredrickson gaf aan dat het idee echter nog steeds waardevol is.

(3) Welke top-down voorspellers voor subjectieve welzijn zijn er?

cognities, zelfvertrouwen, optimisme en hoop, gevoel van controle en zelfeffectiviteit, betekenis/doel in leven, besluitvorming en zelfreflectie, positieve relaties met anderen, persoonlijkheidskenmerken (extraversie, vriendelijkheid, nauwgezetheid en neuroticisme).

(2) Wat is de relatie tussen oxytocine en emoties?

sociale bonding, vertrouwen, emotionele support tussen koppels en borstvoeding.

(2) Wat zijn kenmerkende sterke punten?

de belangrijkste sterke punten voor elk individu; die positieve eigenschappen die een persoon bezit, viert en vaak oefent.

(2) Wat zijn nul-somdoelen? (NPWP)

doelen waarbij een persoon voordeel haalt ten koste van anderen, bevorderden daarentegen geen tevredenheid met het leven. (NPWP)

(1) Wat is flow?

geheel opgaan in; intense concentratie, verlies zelfbewustzijn, gevoel van uitgedaagd worden (niet verveeld, maar ook niet overweldigd) en gevoel dat tijd voorbij vliegt, intrinsiek belonende ervaring. Het kan helpen om doel te bereiken of skills te bevorderen. Het is gerelateerd aan creatieve inzichten.

(2) Wat is karakter?

geheel van persoonskenmerken; hoe we ons gedragen als leden van een samenleving.

(2) Wat is de relatie tussen de precuneus van de mediale partiële kwab (meer grijze massa) en emoties? (NPWP)

gelinkt aan geluk en tevredenheid met leven. (NPWP)

(2) Wat is de relatie tussen dopamine en emoties?

gevoelens van verlangen en happiness. = plezier neurotransmitter, betrokken bij plezier, beweging en motivatie; willen en leuk vinden spelen een rol bij verslavingen. Dopamine niet zozeer betrokken bij beloningen maar eerder bij de anticiperende fase van beloningen: de wilfase.

(2) Wat zijn persoonlijke inspanningen? (NPWP)

groeperingen van kleinere doelen die kunnen helpen grotere en meer abstracte doelen mogelijk te maken. Zijn gerelateerd aan subjectief welzijn; mensen met een hoge levenstevredenheid geloofden dat hun persoonlijke inspanningen belangrijk zijn, gewaardeerd, waarschijnlijk geen conflict zullen veroorzaken en verwachtten dat ze succesvol zouden zijn. (NPWP)

(2) Wat houdt hope training in?

het idee hiervan is dat subjectief welzijn verhoogt is wanneer mensen goed ontwikkelde doelen hebben en geloven dat zij de capaciteiten hebben om deze doelen te bereiken (sluit aan bij de Hope-theory). Hierbij kunnen strategieën voor gedragsverandering ingezet worden (en valkuilen vermeden worden): Stel specifieke, meetbare en bereikbare doelen op die belangrijk voor je zijn ('gelukkig zijn' is niet goed genoeg als doel; een voorbeeld is 'meer betrokken willen zijn bij anderen; meer liefde uiten naar anderen toe' etc. Doelen moeten concreet, rechtstreeks en duidelijk zijn Voorkom het false hope syndrome: vermijd onrealistische verwachtingen.

(1) Wat houdt het good work project van Howard Gardner in?

identificeren van belangrijke instellingen die voorbeeld zijn van goed werk; werk van uitstekende kwaliteit, maatschappelijk verantwoord en betekenisvol. Het project betoogt dat samenleving beter af is om individuen aan te moedigen om zelf voortreffelijkheid na te streven, projecten aan te gaan waar ze flow in kunnen bereiken en om posities te vinden die hen helpen hogere niveaus van voldoening te bereiken.

(2) Wat is volgens Morris de basisfunctie van stemmingen? (NPWP)

informatie te geven over de geschiktheid van onze huidige middelen om aan de huidige of toekomstige eisen te voldoen. (NPWP)

(1) Wat is mindfulness?

intentioneel gefocuste bewustzijn op hier en nu, gefocust op gedachten, emoties, fysieke sensaties en omgeving. Vermindert van stress, angst, depressie en chronische pijn.

(3) Wat is zelfeffectiviteit? (NPWP)

is mening hebben dat men de mogelijkheid heeft om gewenste effecten te produceren door zijn eigen acties. Is gerelateerd aan hoger welzijn gedurende de hele levensduur. (NPWP)

(2)Wat houdt het kern-affect van Russell en Barrett in? (NPWP)

kern-affect: relatief elementaire en primitieve emotionele reactie die redelijk consequent wordt ervaren maar vaak niet bewust wordt erkend; het omvat ons unieke aspect van het aangename / onplezierige en de geactiveerde / gedeactiveerde dimensies die we op bijna onbewust niveau met ons meedragen. Variaties in kerneffect bij personen kunnen ertoe leiden dat identieke situaties anders worden geëvalueerd omdat verschillende kerneffecten mensen kunnen duwen in de richting van negatieve of positieve interpretaties. Er zijn onderzoeken die laten zien dat veel van onze emotionele reacties op een onbewust niveau werken. (NPWP)

(2) Wat is het verband tussen linker prefrontale cortex en emoties?

meer activatie bij geluk, meditatie en verslaving. Groter vermogen om te herstellen van negatieve emoties, evenals een verbeterd vermogen om negatieve emoties te onderdrukken.

(2) Hoe wordt er vanuit evolutie gekeken naar emoties?

negatieve emoties zorgen dat we overleven en positieve emoties verbinden mensen.

(2) Wat houdt de undoing hypothese in?

positieve emoties helpen zowel het lichaam als de geest om een ​​gevoel van evenwicht, flexibiliteit en evenwicht te herwinnen na de impact van negatieve emoties; positieve emoties hielpen de nawerkingen van stressreacties in een kortere periode te verkorten.

(2) Wat zijn emoties?

psychologische toestand + fysiologische opwinding + gedachten en gedragingen.

(2) Wat zijn volgens Ekman de basisemoties?

verdriet, angst, boosheid, walging, minachting, verrassing en blijheid.

(2) Wat is deugden?

verworven eigenschappen in karaktereigenschappen, waarvan het bezit bijdraagt ​​aan iemands volledigheid of heelheid. Deugden vertegenwoordigen ideale toestanden die aanpassing aan het leven vergemakkelijken. Zijn moreel gewardeerd door persoon ( het is niet alleen om iets te bereiken).

(2) Wat zijn affectieve voorspellingen? (NPWP)

voorspellen hoe je je zult voelen wanneer je je doelen bereikt. Onze voorspellingen zijn slecht, simpelweg omdat we de specifieke details in ons brede beeld overslaan. (NPWP)

(2) Hoe denkt Plutchik over emotionele ervaring? (NPWP)

ziet emotionele ervaring als een combinatie van zowel positieve als negatieve emoties; het elimineren van negatieve emoties zou dan leiden tot het elimineren van de variëteit en subtiliteit van emotionele ervaringen. Echter komt er uit onderzoek dat positieve en negatieve emoties relatief onafhankelijk zijn. Het verhogen van positieve emoties, vermindert dus niet automatisch negatieve emoties. (NPWP)


Conjuntos de estudio relacionados

Stereotype Hamilton and Gifford (1976)

View Set

Microbiology Ch11: Physical & Chemical Agents for Microbial Control

View Set

ICC Residential Electrical 2021 Study Questions E1

View Set