S2J2B3

Réussis tes devoirs et examens dès maintenant avec Quizwiz!

(Neonatale) Hyperthyroïdie (effect op kind bij moeders die dit hebben)

(Neonatale) Hyperthyroïdie Definitie Graves is geassocieerd met thyroid- stimulerende antilichamen Prevalentie Klinische hyperthyroïdie in zwangerschap is 0.1 - 0.4% en is de tweede meest voorkomende endocriene stoornis in zwangerschap (na diabetes) Effecten foetus/neonaat Thyroid stimulerende antilichamen gaan door de placenta heen. De eerste symptomen kunnen zich na 12 - 48 uur al manifesteren: intra-uterine groeirestrictie, prematuriteit, goiter, exophthalmos (uitpuilen oogbol), staar, craniosynostosis, flushing, hartfalen tachycardie, arrhythmias, hypertensie, hypoglykemie, trombocytopenie en hepatosplenomegalie. Behandeling Propyl-thio-uracil, jood druppels en propranolol. Auto-immuun geïnduceerde neonatale hyperthyroïdie gaat meestal binnen 2 - 4 maanden over.

wat zijn de oorzaken bij RDS

- premature geboorte - verlaagde surfactant synthese als gevolg van: hypovolemie, hypothermie, acidose, hypoxemie en zeldzame genetische stoornissen.

hoeveel procent van de vrouwen kunnen een hoog risico hebben ergens tijdens de zwangerschap? en hoeveel procent van de prenatale sterfte heeft dit als oorzaak?

10 tot 20% van de vrouwen kunnen een hoog risico hebben ergens tijdens de zwangerschap. Meer dan 50% van de perinatale sterfte resulteert van problemen die voor de bevalling al als hoog risico worden geïdentificeerd.

waar wordt het abdomen op gecontroleerd?

Abdomen De lever is palpabel 2 cm onder de rechter costale grens. Een linkszijdige lever duidt op situs inversus en asplenia syndroom. Beide nieren moet palpabel zijn in de eerste dagen. Het eerste plassen gebeurd bij 95% van normale zuigelingen in de eerste dagen. Abdominale massa's duiden meestal op hydronephrosis (opzwellen van een nier door obstructie van de urine afvoer) of dysplastische multicystic nierziekte. Abdominale distentie wordt mogelijk veroorzaakt door intestinale obstructie, zoals meconium ileus of Hirschsprung (megacolon door missende zenuwcellen). Meconium stoelgang treedt normaal gesproken binnen 48 uur op. De abdominale spierwand kan afwezig zijn, zoals bij prune-belly (pruimenbuik) syndroom of zwak wat resulteert in diastase recti (oprekken van de linea alba). Navelbreuken komen regelmatig voor, de navelstreng moet geïnspecteerd worden om de aanwezigheid van twee arterien en 1 veen en de afwezigheid van hernia te bepalen, wat zichtbaar is bij een omphalocele (darmen buiten het abdomen). Bloeding van de navelstreng duidt op coagulatie stoornis en chronische lekkage kan een granuloma (ontstekingshaard) van de navelstomp zijn of (minder voorkomend) een omphalomestenterische cyste of urachus (overblijvende verbinding tussen de nieren en de navel). Erytheem rondom de navelstreng is omphalitis en kan zorgen voor poortader thrombophlebitis en extrahepatische portale hypertensie. Herniatie van het abdomen 2 tot 3 cm lateraal van de navelstreng is een gastroschisis.

wat is het beleid bij een ernstige polyhydramnios

Als de polyhydramnios ernstig is, wordt bedrust geadviseerd, indomethacin(NSAID) of een aantal keer amniocentese(vruchtwaterpunctie).

milia

Andere veelvoorkomende uitslag zijn milia (geel-witte epidermale cystes van de pilosebaceous follicles bij de neus) en miliaria (warmte uitslag), wat veroorzaakt wordt door verstopte zweetklieren. Oedeem is soms aanwezig bij preterm kinderen, maar duidt ook op hydrops foetalis, sepsis, hypoalbuminemia of lymfatische aandoeningen.

welke antilichamen kunnen door de placenta?

Autoanti-lichaam gemedieerde ziektes kunnen directe consequenties hebben omdat de antilichamen meestal het type IgG zijn. Deze kunnen door de placenta en komen zo in de foetale circulatie terecht.

behandeling hydrops foetalis

Behandeling Afhankelijk van onderliggende oorzaak en hoever in de zwangerschap. Reanimatie na bevalling kan nodig zijn. Ook kan bloedtransfusie nodig zijn als anemie de onderliggende oorzaak is. Prognose De overall mortaliteit voor neonaten met een non immuun hydrops is ongeveer 50%. Bij de diagnose voor 24 weken met een premature bevalling is de overlevingskans ongeveer 4 - 6%.

wat is de behandeling?

Behandeling is vergelijkbaar als bij zieke kinderen. Veiligstellen van de luchtweg en ventilatie zijn essentieel. Hypovolemie is op te lossen met bolussen NaCl of Ringer lactaat. Als ernstige hemolyse verwacht wordt, dan kan er gekruist bloed gegeven worden. Eventueel kan dopamine, epinephrine of cortisol gegeven worden om cardiac output en perfusie te verbeteren.

wat is de DD bij respiratoire nood?

Bevat pulmonaire, cardiale, hematologische, infectieuze, anatomische en metabolische stoornissen die de longen direct of indirect beïnvloeden. - Respiratoiry distress syndrome (RDS): surfactant deficiëntie (cyanose en tachypneu) - Infectie: pneumonie (interstitiële of lobulaire infiltraten) - Meconium aspiratie: chemische pneumonitis (hypoxie en pulmonaire hypertensie) - Hydrops fetalis: anemie en hypoalbuminemie (hartfalen en pulmonair oedeem) - Pulmonaire hyperplasie (pulmonaire hypertensie en insufficiëntie)

Hoe gaat de sluiting van de ductus arteriosus bij prematuren?

Bij premature neonaten is de ductus arteriosus minder gevoelig voor zuurstof. Als de dilaterende prostaglandines ook nog verhoogd zijn, kan deze shunt openblijven en tot het 'respiratory distress syndrome' leiden.

Waartoe kan bilaterale renale agenesie leiden?

Bilaterale renale agenesis leidt tot een verminderde productie van vruchtwater en een specifiek deformatie syndroom (Potter syndrome), wat bestaat uit clubfeet, compressed facies, laagstand van oren, scaphoid abdomen en verminderde chest wall size met pulmonaire hypoplasie en vaak een pneumothorax. Baarmoeder compressie in de afwezigheid van vruchtwater verstoort de longgroei en patiënten met deze conditie sterven vaker aan respiratoir falen dan een renale insufficiëntie.

wat verandert hier na de geboorte?

Binnen enkele minuten na de geboorte treden er veranderingen op in de circulatie. De longen nemen de gaswisseling van de placenta over. De placenta is een vaatbed met een lage weerstand. Door het afbinden van de navelstreng zal het hart daarom meer weerstand ondervinden. Verminderde veneuze return van de placenta vermindert de rechter atriale druk. Als het ademen begint, vervangt lucht de longvloeistof met behoud van de residuale functionele capaciteit. Vloeistof verlaat de long gedeeltelijk door de trachea; het wordt doorgeslikt of er uitgedrukt tijdens de vaginale bevalling. De pulmonaire lymfatische en veneuze systeem reabsorberen de overgebleven vloeistof. De meeste zuigelingen hebben maar weinig druk nodig om de longen te openen na de bevalling (5 tot 10 cm H2O). Wanneer het ademen begint, daalt de vasculaire weerstand als resultaat van de mechanische adembeweging en door de toegenomen arteriële zuurstofdruk. De toegenomen bloedflow naar de longen vergroot het volume van het pulmonaire veneuze systeem dat naar de linker atrium stroomt, waardoor de druk in het linkeratrium de rechters overtreft waardoor de formen ovale sluit. Naast sluiten van het foramen ovale treedt er nog een sluiting op, namelijk van het ductus arteriosus (ook wel ductus Botalli). De ductus arteriosus heeft een relatief spierrijke wand. Na de geboorte trekt deze spierwand zich onder invloed van zuurstof samen, waardoor bij a terme neonaten binnen 1 dag een functionele sluiting van de ductus arteriosus ontstaat. Een permanente sluiting wordt binnen enkele weken door thrombose en fibrose bereikt.

Capillary hemangiomas

Capillary hemangiomas zijn verheven, rode laesies, terwijl caverneuze hemangiomas (bloedvatmalformatie die grotere ruimtes creëert) dieper en blauwer zijn. Beide laesies vergroten na de geboorte, maar verdwijnen als het kind tussen 1 en 4 jaar is. Wanneer ze groter worden kunnen deze hemangiomas hoge output hartfalen veroorzaken of bloedplaatjes trapping en bloedingen.

Congenitale melanocyten nevi

Congenitale melanocyten nevi zijn gepigmenteerde laesies van variabel formaat in 1% van de neonaten. Grote gepigmenteerde nevi zijn ongewoon maar zijn potentieel maligne.

Waarvoor wordt de apgar score gebruikt?

De Apgar-score is een goede methode om de noodzaak voor resuscitatie vast te stellen. Met een interval van 1 en 5 minuten na de geboorte. Voldragen zuigelingen met een normale cardiopulmonale adaptie zouden 8 tot 9 moeten scoren op 1 en 5 minuten. Scores van 4 tot 7 duiden op waakzaamheid om te bepalen of de foetus vooruit gaat of welke pathologisch mechanisme achter de score zit. Een score van 0 tot 3 duidt een cardiopulmonair arrest aan of een conditie die veroorzaakt wordt door ernstige bradycardie, hypoventilatie of centrale zenuwstelsel depressie. Over het algemeen worden lage Apgar score niet veroorzaakt door cardiale problemen maar door ventilatie problemen. De meeste zuigelingen met ernstige asfyxie die neurologische schade veroorzaakt manifesteren zich ook met een foetale acidose (pH<7), insulten, coma, hypotonie en multi-orgaan dysfunctie. De meeste zuigelingen met lage Apgar scores reageren op beademing met een masker of op endotracheale intubatie en hebben geen medicatie nodig. (zie plaatje in checklists)

hoe is de Long ontwikkeling bij het RDS?

De bekleding van de alveolus bestaat voor 90% uit type I pneumocyten (cellen voor de gasuitwisseling) en voor 10% uit type II pneumocyten (voor productie surfactant). Na 20 weken gestatie bevatten de type II cellen osmofiele (kunnen overleven in hoge osmotische druk), gelamelleerde inclusielichaampjes met vacuoles. Inclusielichaampjes zijn ophopingen van onoplosbare pigmenten, voedingsstoffen en andere stoffen in het cytoplasma van een cel. Lamellaire inclusielichaampjes zijn in het Golgicomplex gevormde cellichaampjes met een concentrische structuur die de opslag en uitscheiding van surfactant verzorgen. Dit zijn pakketjes die oppervlaktespanning-verlagende fosfolipiden, vetten en eiwitten bevatten. Surfactant (surface active agent) voorkomt atelectase (het dichtklappen van de alveoli) door de oppervlaktespanning in de alveoli te verminderen. Dit is nodig bij lage longvolumes, dus aan het einde van de expiratie. Bij inspiratie verdunt de surfactant, door het uitrekken van de alveoli en neemt de oppervlaktespanning toe, waardoor de alveoli makkelijker terugkeren naar het oude formaat (elastische terugslag). Surfactant is een lipoproteïne die voor 90% uit lipiden bestaat, met name uit lecithine. De surfactant eiwitten SP-A, SP-B, SP-C en SP-D zitten in de lamellaire lichamen en dragen bij aan de oppervlakte actieve eigenschappen en aan de recycling van de surfactant. 32 à 34 weken na gestatie stijgt de cortisolspiegel in de foetus, wat de productie van surfactant induceert. Na 34 à 36 weken is er voldoende productie van surfactant door de type II cellen. Na secretie in het alveolaire lumen en excretie in de amnionvloeistof is de hoeveelheid lecithine te meten, dat dus toeneemt met de tijd. Dit kan je afzetten tegen de hoeveelheid sfingomyeline, die constant blijft, en bij een L:S ratio van 2:1 is er sprake van pulmonale maturiteit. De aanwezigheid van kleine fosfolipiden is hier ook een indicatie van en kan gebruikt worden bij twijfelgevallen, of indien de moeder diabetes heeft (vertraagde longrijping).

waar let je op bij de huid van een pasgeborene?

De huid moet geëvalueerd worden voor bleekheid, opgezwollenheid, geelheid, blauwheid (cyanose), meconium vlekken, petechiae, ecchymose (grote blauwe plek), aangeboren moedervlekken en neonatale uitslag. Vasomotor instabiliteit met cutis marmorata (gemarmerde huid), telangiectasia (Spinnenvaatjes), phlebectasia (afwijking vergelijkbaar met gemarmerde huid) and acrocyanose (blauwheid in voeten en handen) is normaal in een prematuur kind. Acrocyanose kan ook worden opgemerkt in een gezonde term infant in de eerste dagen na de geboorte. De huid is bedekt met laguno haar, wat verdwijnt bij een a term geboorte. Haarplukken over de lumbosacrale wervels duiden op een spinal cord defect. Vernix caseosa, een zachte witte laag die de huid bedekt van preterm kinderen, verdwijnt bij term. Post-term baby's hebben vaak loslatende, perkament achtige huid. Mongolian spots zijn tijdelijke, donkerblauwe gepigmenteerde macules op de lange onderrug in 90% van de afrikaans amerikaanse, indiase en aziatische zuigelingen. Nevus simplex (ooievaarsbeet of salmon patch) of roze maculaire hemangioma komt regelmatig voor op de achterkant nek, oogleden en voorhoofd en is meestal tijdelijk. Nevus flammeus of wijnvlek kan zichtbaar zijn op het gezicht waarbij de onderzoeker het Sturge-Weber syndroom dient te overwegen (trigeminale angiomatose, convulsies en ipsilaterale intracraniale tram-line calcificaties). Congenitale melanocyten nevi zijn gepigmenteerde laesies van variabel formaat in 1% van de neonaten. Grote gepigmenteerde nevi zijn ongewoon maar zijn potentieel maligne. Capillary hemangiomas zijn verheven, rode laesies, terwijl caverneuze hemangiomas (bloedvatmalformatie die grotere ruimtes creëert) dieper en blauwer zijn. Beide laesies vergroten na de geboorte, maar verdwijnen als het kind tussen 1 en 4 jaar is. Wanneer ze groter worden kunnen deze hemangiomas hoge output hartfalen veroorzaken of bloedplaatjes trapping en bloedingen. Erythema toxicum is een erythemateuze, papulaire-vesiculaire uitslag bekend bij neonaten die na de geboorte ontwikkeld waarbij eosinophilen in het vesiculaire vocht aanwezig zijn. Pustular melanosis, meer voorkomend bij African-American neonaten, worden gezien bij de geboorte en bestaat uit een klein, droog blaasje van een gepigmenteerd melanose maculaire basis. Het zijn benigne laesies, maar doen mogelijk denken aan serieuze aandoeningen zoals herpes simplex. Afname van materiaal met bijbehorende kleuringen, PCR of kweken kunnen gebruikt worden voor de diagnose. Andere veelvoorkomende uitslag zijn milia (geel-witte epidermale cystes van de pilosebaceous follicles bij de neus) en miliaria (warmte uitslag), wat veroorzaakt wordt door verstopte zweetklieren. Oedeem is soms aanwezig bij preterm kinderen, maar duidt ook op hydrops foetalis, sepsis, hypoalbuminemia of lymfatische aandoeningen.

welke maternale aandoeningen geven een verhoogd risico op foetale morbiditeit en mortaliteit?

De volgende maternale medische complicaties zijn geassocieerd met een verhoogd risico op maternale en foetale morbiditeit en mortaliteit. Diabetes, chronische hypertensie, congenitale hartafwijking (vooral met rechts-links shunt en Eisenmenger complex), glomerulonefritis, collageen vasculaire ziekte (vooral SLE met of zonder antifosfolipiden antistoffen), longziekte (CF), ernstige anemie (sickle cell), hyperthyriodie, myasthenia gravis, idiopathische thrombocytopenie purpura, aangeboren metabole ziekten (PKU) en maligniteiten

wanneer wordt er gesproken van "zuigelingensterfte"

De zuigelingensterfte omvat de neonatale en postneonatale periode (van levendgeboren tot 1 jaar na geboorte). Twee meest significante oorzaken zijn congenitale afwijkingen en ziekte van de premature zuigeling.

Hydrops Fetalis

Definitie Excessieve vloeistof accumulatie in de huid en een of meer andere lichaamscompartimenten.

Small for Gestational age (SGA)

Definitie Neonaat met een geboortegewicht statistisch lager dan het 10e percentiel of twee standaarddeviaties onder het gemiddelde geboortegewicht. Oorzaken Kunnen pathologisch of niet-pathologisch (kind is gewoon klein maar verder gezond) zijn. (zie oorzaken bij IUGR) Diagnostiek Zie IUGR Pathologie Zie IUGR Symptomen Neonaten met mild tot moderate SGA lijken kleiner dan normaal met verminderd subcutaan vet. Bij ernstigere vormen is er asymmetrie te zien met een groot hoofd in vergelijking met de rest van het lichaam, wijde anterieure fontanel, kleine abdomen, dunnen armen en benen, droge huid, verminderde spiermassa en dunne navelstreng. Prognose Zie IUGR

vertel wat over het antifosfolipiden syndroom AFS? (effect op kind bij moeders die dit hebben)

Definitie Stollingsneiging veroorzaakt door autoantistoffen tegen fosfolipiden. Geassocieerd met trombofilie en herhaalde miskramen Epidemiologie Antifosfolipiden antilichamen worden in 2 - 5% van de algemene gezonde populatie gevonden. Complicaties tijdens zwangerschap Komen door de pro-trombotische effecten van de antifosfolipide antilichamen op de functie van de placenta. Vasculopathie, infarcten en trombose worden gezien bij moeders met APS. Effecten foetus/neonaat Foetale groei vermindering, placenta insufficiëntie, pre-eclampsie en vroeggeboorte

Diabetes Mellitus (DM) (effect op kind bij moeders die dit hebben)

Diabetes Mellitus (DM) Definitie DM die ontwikkeld gedurende de zwangerschap (5%) of al bestaande DM hebben negatieve invloeden op de foetus afhankelijk van hoe goed het onder controle is. Effecten foetus/neonaat Dit komt voor namelijk door maternale en foetale hyperglycemie stimuleert in: - hyperplasie van de eilandjes van Langerhans - macrosomie door verhoogde vet en proteïne synthese - na geboorte: hyperinsulinemie blijft → neonatale hypoglykemie. Overige effecten Moeder: ketoacidose, hyper/hypo glycemie, nefritis, pre-eclampsie, polyhydramnios, retinopathie. Neonaat: asfyxie, schouder dystosie door macrosomie, congeniale anomalies, congenitale hartafwijkingen, hyperbilirubinemie, hypocalciemie, hypoglykemie, hypomagnesimie, neurologische stoornissen, organomegalie, polycythaemia, renale stoornissen, respiratoir distress syndroom, small left colon syndrome, tachypnoe

diagnostiek hydrops foetalis?

Diagnostiek Gericht op het vinden van de onderliggende oorzaak: - maternaal: hypertensie, anemie, multiple gestation, verdikte placenta en polyhydramnios. - foetaal: tachycardie, ascites, schedel en lichaamsoedeem en pleurale en pericardeffusie. Invasieve foetale testen kunnen geïndiceerd zijn: - vruchtwaterpunctie: karyotypering, kweken, alfa-fetoproteine en metabolische en enzym analyse - bloed afname uit navelstreng: chromosomale analyse en hematologische en metabolische analyse (anemie).

noem de dingen in de foetale circulatie die anders zijn dan die in de neonatale circulatie?

Een foetus bevat (naast uiteraard de aanwezigheid van een verbinding met de placenta) een aantal afwijkende circulatoire structuren t.o.v. een neonaat. Zuurstofrijk bloed gaat vanaf de placenta naar de lever van de foetus. Daar bevindt zich de ductus venosus. Dit is een shunt tussen de lever en de vena cava inferior. Hierdoor stroomt een groot deel van het zuurstofrijke bloed niet door de lever maar rechtstreeks richting het hart. Aangekomen in het rechter atrium stroomt een derde van het bloed via de open verbinding tussen de beide atria (het foramen ovale) naar het linker atrium en stroomt zo via het linker ventrikel het lichaam in. Twee derde van het bloed dat in het rechter atrium terecht komt, wordt via de rechter ventrikel de longslagader ingepompt. Doordat er echter een open verbinding bestaat tussen de longslagader en de aorta (de patent (open) ductus arteriosus) en de longen nog een zeer hoge weerstand hebben, stroomt 80-92% van het bloed naar aorta i.p.v. de longen. De longweerstand is hoog vanwege spierhypertrofie van de arteriolen, vocht in de longen en vasoconstrictie door hypoxie en hypercapnie. De ductus arteriosus blijft open vanwege de lage PaO2 en dilaterende prostaglandines. In een foetus is de rechter ventrikel de dominante ventrikel (65% van de gecombineerde ventriculaire output/450mL vergeleken met 200mL bij een oudere infant). Dit verandert langzaam na de geboorte.

welke gebeurtenissen in de geschiedenis van de zwangere geeft een grote kans op extra risico in een volgende zwangerschap?

Een voorgeschiedenis van premature geboorte, intra-uterine fetal death, multipele gestatie, IUGR, congenitale abnormaliteiten, neonatale dood (zoals groep B-streptococcen), geboortetrauma, pre-eclampsie, c-section, gestationele diabetes en 5 zwangerschappen of meer, zijn geassocieerd met een extra risico in volgende zwangerschappen.

noem enkele traumas die aan de schedel kunnen optreden tijdens de bevaling

Er wordt onderscheid gemaakt tussen voorkombare en onvoorkombare schade tijdens de geboorte. Een Caput succedaneum is diffuse vaak donkere zwelling die wordt veroorzaakt door het over elkaar glijden van de schedelbotten tijdens langdurige geboortes. Een cephalhematoma is een subperiosteale bloeding die de naden van de schedelbotten niet overschrijdt. Beide verschijnselen vereisen geen behandeling. Wel kunnen bloedingen zorgen voor een verhoging van de hyperbilirubinemie en fototherapie vereisen. Bloedingen in de ogen zijn vaak onschuldig.

Erythema toxicum

Erythema toxicum is een erythemateuze, papulaire-vesiculaire uitslag bekend bij neonaten die na de geboorte ontwikkeld waarbij eosinophilen in het vesiculaire vocht aanwezig zijn.

waar worden de extremiteiten op gecontroleerd?

Extremiteiten Letten op dingen als lengte, symmetrie, hemihypertrofie, atrofie, polydactylie (veel vingers), syndactylie (vingers aan elkaar vast), simian creases (een enkele lijn in de palm van de hand waar er normaal 3 zijn), missende vingers, overlappende vingers, rocker-bottom feet (uitstekend hielbot), klompvoet, fracturen en amputaties.

hoe wordt de grootte en tijd vd foetus en zwangerschap bepaald? en wanneer is er sprake van IUGR?

Fetal size kan accuraat worden bepaald met echo techniek. Foetale groei kan onderzocht worden door de fundus hoogte van de uterus te bepalen door bimanueel onderzoek van de zwangere buik. Echo-onderzoek naar de foetale bipariëtale diameter, femur lengte en abdominale omtrek worden gebruikt om foetale groei te onderzoeken. Er is sprake van IUGR als de foetale groei stopt en afneemt tot minder dan de 5e percentiel van groei voor de gestational age. Of als de groei langzaam voortschrijdt maar de absolute grootte minder dan het 5e percentiel blijft. De uitkomst van IUGR is afhankelijk van de oorzaak en de bijbehorende complicaties na de geboorte (zie tabel 58-2). Voor oorzaken; zie samenvatting vorige blok.

hoe ziet het foetale hb eruit?

Foetaal hemoglobine (twee alfa en twee gamma ketens) heeft een hogere affiniteit voor zuurstof dan volwassen hemoglobine, wat zuurstof transport door de placenta vereenvoudigt. De hemoglobine zuurstof curve schuift naar links; bij hetzelfde zuurstof level is foetale hemoglobine meer gesatureerd dan volwassen hemoglobine. In het laatste trimester begint de foetus meer volwassen Hb te maken en minder foetaal Hb. Tussen een leeftijd van 3 tot 6 maanden heeft de baby enkel nog volwassen Hb.

hoe kan de fetal maturity worden bepaald?

Foetale grootte correleert niet altijd met functionele of structurele rijpheid. Fetal maturity bepalen is cruciaal wanneer er wordt besloten om de foetus geboren te laten worden. De fetal maturity kan bepaald worden door de gestational age te bepalen, zoals laatste menstruatie, eerste hoorbare harttonen (18 tot 20 weken, 12 tot 14 met doppler), en foetale bewegingen (rond 18 tot 20 weken). Dit is echter niet altijd mogelijk. Surfactant wordt geproduceerd wanneer de longen rijpen en wordt uiteindelijk in het vruchtwater uitgescheiden. De hoeveelheid in het vruchtwater is een directe reflectie van het surface-active materiaal in de foetale long en kan worden gebuikt om de aanwezigheid of afwezigheid van pulmonaire rijpheid te bepalen. Lecithin (component van surfactant) wordt gebruikt om dit te testen. Lecithin neemt toe met gestational age, beginnend bij 32 tot 34 weken.

waar worden de genitalieen op gecontroleerd?

Genitaliën De testes zijn soms nog niet voldoende ingedaald, dit komt vaker voor bij preterm, net als cryptorchisme. Scrotale zwelling kan duiden op een hernia, voorbijgaande hydrocele, torsio testes of dissectie van vaatvoorziening door een meconium ileus en peritonitis (zeldzaam). Epispadias (urethra eindigt aan bovenkant penis) of hypospadias (eindigt aan onderkant penis) alleen hoeven niet te duiden op pseudohermafroditisme. De vrouwelijke genitaliën laten normaal gesproken een melkachtige, bloedige vaginale afscheiding zien als een resultaat van maternale hormoon onttrekking.

waar wordt op gelet bij Gezicht, ogen en mond?

Gezicht, ogen en mond Het gezicht moet gecontroleerd worden op dysmorfische kenmerken. De open moeten spontaan openen, vooral in een rechte houding. Voor 28 weken kunnen de oogleden nog vergroeid zijn. Coloboma (gat in de iris of retina), megalocornea en micropthalmia duiden op andere malformaties of intrauterine infecties. Conjunctivale en retinale bloedingen zijn veelvoorkomend en meestal niet van ernstig. De pupilreflex op licht is aanwezig rond 28 weken. De 'red reflex', een rode reflectie van de retina is makkelijk zichtbaar. Een wit reflex, of leukokaria, is abnormaal en kan het gevolg zijn van cataract, oculaire tumor, ernstige chorioretinitis, persistent hyperplastische primary vitreous of retinopathie of prematuriteit. De mond moet gecontroleerd worden op neonatale tanden en onderbrekingen in het zachte en harde pallet/huig en micrognathie (klein blijvende onderkaak). Een gespleten huig duidt op een submucosale cleft. Witte, glimmende en tijdelijke epidermale inclusie cystes (Epstein pearls) op het harde palate zijn normaal. De trommelvliezen zijn dof, grijs, ondoorzichtig en immobiel de eerste 1 tot 4 weken, wat niet verward moet worden met otitis media.

hoe kan een gezichtsverlamming optreden a.g.v. de geboorte?

Gezichtszenuw verlamming kan het resultaat zijn van compressie van de zevende hersenzenuw tussen de schedel en het schaambeen of de forceps. Dit wordt gekarakteriseerd door asymmetrie bij het huilen. Complete agenesie van de faciallis resulteert in een bilaterale verlamming genaamd Moebius syndroom.

waar wordt het hart op gecontroleerd?

Hart De positie van het hart in bij zuigelingen is meer midline dan bij oudere kinderen. De tweede harttoon kan gespleten zijn in de eerste dagen. Verminderde gespletenheid van de 2e harttoon wordt opgemerkt bij Persistent pulmonary hypertension of the newborn (PPHN), transpositie van grote vaten en pulmonaire atresie. Hartruizen in neonaten zijn veelvoorkomend in de verloskamer en tijdens de eerste dagen van het leven. De meeste ruizen zijn tijdelijk en komen door het sluiten van de ductus arteriosus, perifere pulmonaire arterie stenose of een klein ventraal septumdefect. Pulsaties moeten gepalpeerd worden in de bovenste en onderste extremiteiten. Bloeddruk in de extremiteiten moet worden opgemeten in alle patiënten met een hartruis of hartfalen. Een verschil tussen boven en onder van 10 tot 20 mmHg duidt op coarctatio van de aorta.

waar worden de heupen op gecontroleerd?

Heupen Letten congenitale dysplasie (dislocatie), bilspleet asymmetrie of discrepantie tussen beenlengte is suggestief voor dysplasie. Barlow test (dislocatie) en Ortolani maneuvre (terugplaatsing) uitvoeren om stabiliteit te evalueren.

Wat kunnen de oorzaken zijn van een hydrops foetalis a.g.v een immuunreactie zijn?

Hydrops foetalis kan het resultaat zijn van een een immuunreactie zoals Rh of andere bloedgroep problemen en anemie veroorzaken door intra-uterine hemolyse van foetale erythrocyten doordat maternale igG antistoffen de placente passeren. Hydrops wordt gekarakteriseerd door foetale oedeem, ascites, hypo- albuminemie en congestief hartfalen.

noem de oorzaken en de effecten van hypocalcemie bij pasgeborenen?

Hypocalcemie Hypocalcemie komt veel voor bij zieke en preterme baby's. Navelstrengbloed bevat in het derde trimester veel calcium voor de botgroei. Vroege neonatale hypocalcemie vindt plaats in de eerste 3 dagen en is vaak asymptomatisch. Bij baby's van diabetische moeders wordt wel tijdelijke hypoparathyriodisme gezien. Hypomagnesemie kan tegelijkertijd optreden en moet gelijktijdig behandeld worden om de symptomen te verhelpen. Laat neonatale hypocalcemie of neonatal tetanie, is vaak het resultaat van inname van hoog fosfaathoudende melk of het niet kunnen uitscheiden van fosfor uit flesvoeding. Hyperfosforemie komt vaak voor bij baby's met hypocalcemie na de eerste week. Klinische manifestatie van hypocalcemie en hyperfosforemie zijn apneu, spiertrekkingen, stuipen, Chvosek sign (gezichtstrekking als er op de zevende hersenzenuw wordt getikt), Trousseau sign (hand en pols kramp als een bloeddruk band wordt opgeblazen om de arm). Deze laatste twee zijn bij baby's niet vaak zichtbaar. Behandeling is met het aanvullen van calcium en eventueel magnesium. Bij late hypocalcemie wordt ook babyvoeding met weinig fosfor gegeven.

Hoe kan hersenschade tijdens de geboorte ontstaan?

Hypoxische ischemische hersenbeschadiging veroorzaakt door asfyxie is het resultaat van verminderde gas uitwisseling door de placenta of de longen. Het foetale en neonatale circulatoir systeem reageert op verminderde zuurstof door het bloed te shunten naar de hersenen, hart, bijnieren en weg van de darmen, nieren, longen en huid. Metabole acidose tijdens asfyxie wordt veroorzaakt door het gecombineerde effect van een verminderde cardiac output secundair aan hypoxische depresie van myocard functie, systemische hypoxie en anaerobische weefselmetabolisme. De meeste condities die bijdragen aan foetale of neonatale asfyxie zijn dezelfde medische of obstetrische problemen die geassocieerd zijn met een hoog risico zwangerschap (tabel 58-7). Ook pijnmedicatie kan de placenta passeren en het ademhalingscenter van de foetus verminderen wat resulteert in apneu tijdens de geboorte. Foetale condities die geassocieerd zijn met asfyxie zijn vaak pas zichtbaar bij de geboorte. De baby (vooral en preterm) reageert paradoxaal op hypoxie met apneu, in tegenstelling tot tachypneu zoals bij volwassenen.

Wat zijn de 3 meest voorkomende oorzaken van opname op de nicu (Neonatale Intensive Care Unit) van centrale cyanose?

IRDS (infant respiratory distress syndrom), sepsis en cyanotische hartafwijking zijn de drie meest voorkomende oorzaken van opname hiervoor op de NICU. Zuurstof geven en snel onderzoek zijn dan noodzakelijk. Acrocyanose (blauwheid van handen en voeten terwijl het lichaam gewoon roze is) is veelvoorkomend en normaalgesproken fysiologisch. Centrale cyanose van het lichaam, slijmvliezen en tong kan op ieder moment ontstaan en is altijd pathologisch. Vanaf 4-5 gram ongeoxygeneerd / deciliter hemoglobine wordt cyanose zichtbaar.

Waarom is een identificatie van hoog risicozwangerschappen van essentieel belang? Welke aandoeningen kunnen hiermee voorkomen of opgespoord worden?

Identificatie van hoog risico zwangerschappen is van essentieel belang omdat zij kunnen resulteren in intra- uterine fetal death, IUGR, congenitale afwijkingen, excessive fetal growth, geboorte asfyxie en trauma, prematuriteit (<38 weken) of postmaturiteit (>42 weken), neonatale ziekte of lange termijn risico's zoals cerebrale parese, mentale retardatie en chronische restverschijnselen van intensieve neonatale zorg.

Idiopathische trombocytopenie (ITP) (effect op kind bij moeders die dit hebben)

Idiopathische trombocytopenie (ITP) Definitie Immuunprocessen waarbij antilichamen gericht zijn tegen bloedplaatjes. Deze IgG antilichamen kunnen door de placenta en trombocytopenie veroorzaken in de foetus/neonaat . Epidemiologie 1-2 per 1000 levendgeborenen Effecten foetus/neonaat Verhoogd risico op intracraniale bloedingen Management Postnataal: bloedplaatjes tellen. Bij tekenen bloeding: transfusie van donorbloedplaatjes of immunoglobuline. Neonatale trombocytopenie gaat meestal over binnen 4 tot 6 weken.

noem de parameters die in de gaten worden gehouden bij hoog risico zwangerschappen

In een hoog risico zwangerschap wordt de foetale hartslag en baarmoedercontracties continu gemonitord tijdens de bevalling. Abnormaliteiten zijn baseline tachycardie (>160), baseline bradycardie (<120) of verminderde variabiliteit. Periodieke veranderingen van de hartslag ten opzichte van de baarmoedercontracties helpen om de aanwezigheid te bepalen van hypoxie en acidose veroorzaakt door uteroplacentale insufficiëntie of maternale hypotensie (late of type II deceleraties) of door navelstrengcompressie (variabele deceleraties). Bij de aanwezigheid van ernstige deceleraties moet een foetale kruin bloedgas level worden uitgevoerd om foetale acidose aan te tonen. Een pH <7.2 indiceert foetale hypoxie. PH tussen 7.20 en 7.25 in een grensgeval en dient nogmaals getest te worden. Lichaamsdelen waarbij met echo extra op gelet moet worden om congenitale abnormaliteiten te ontdekken zijn: genitourinary tract, hoofd, nek, rug, skelet, gastrointestinale tract en hart. Chromosomale syndromen zijn vaak geassocieerd met een abnormale triple test (lage oestriol, lage maternale serum AFP en verhoogde beta hcg (placentale chorionic gonadotropfine)).

Wat zijn de risicofactoren voor een laag geboortegewicht?

In ontwikkelingslanden is de meest voorkomende oorzaak voor LBW en VLBW is intra uterine growth restriction (IUGR), in ontwikkelde landen is dit premature geboorte. Factoren van de moeder die geassocieerd worden met premature geboorte en IUGR zijn: -een eerdere LBW geboorte -laag socio-economische status -laag opleidingsniveau -geen antenatale zorg -leeftijd <16 of >35 -kort interval tussen zwangerschappen -roken -alcohol en drugs gebruik -fysieke en psychologische stress -niet getrouwd zijn -laag pre-zwangerschap gewicht (<45kg) -weinig gewichtstoename tijdens de zwangerschap -negroïde ras

noem nog een aantal maternale ziekten en de effecten op de foetus

Invloed op foetus: Verminderde zuurstof beschikbaarheid Maternale ziekte: Ernstige pulmonaire ziekte (bijv. CF), cyanotische hartaandoening en sikkelcel ziekte Invloed op foetus: Uretroplacentaire insufficiëntie Maternale ziekte: Hypertensieve of diabetische vasculopathie Invloed op foetus: Verschillende invloeden Maternale ziekte: Door medicatie van moeder of metabolische, neurologische, en cardiopulmonaire aanpassingen op de extra-uterine omgeving (zie tabel 59-3 en 59-4 voor uitgebreidere info)

waar worden de longen op gecontroleerd?

Longen Evalueren van snelheid, diepte, en intercostale of sternale contracties. Ademgeluiden gelijk aan beide zijden en crepetaties mogen niet hoorbaar zijn de eerste 1 tot 2 uur naar de geboorte. Afwezige ademgeluid aan 1 kant duidt op een pneumothorax, gecollabeerde long, pleurale effusie of diafragma hernia. De verschuiving van de cardiale impuls weg van de pneumothorax en diafragma hernia en juist naar een gecollabeerde long toe is een handig mechanisme om onderscheid te maken tussen deze aandoeningen. Subcutaan emfyseem in de nek of borst suggereert ook een pneumothorax of pneumomediastinum, terwijl buikgeluiden in de borst duiden op een diafragma hernia.

wanneer spreekt men van een laag geboortegewicht en hoeveel procent van de neonatale mortaliteit heeft een laag geboorte gewicht als oorzaak?

Low birth weight (LBW): <2500g, 6 tot 7% van de geborenen, maar zorgt voor 70% van de neonatale sterfgevallen. In vergelijking met baby's met een normaal geboortegewicht hebben deze baby's een 40 keer grotere kans om te overlijden in de neonatale periode. Very low birth weight (VLBW): <1500g, 1% van alle geborenen, maar zorgt voor 50% van de neonatale sterfgevallen. Er is er een 200 keer grotere kans om te overlijden in de neonatale periode.

noem de manieren waarmee je kan zien of de foetus klaar is voor de bevalling??

Manieren om foetaal welzijn voor de bevalling te meten: Oxytocine challenge test: stimuleert uterine contracties, letten op late deceleraties. Nonstress test: foetale hartslag respons op foetale bewegingen. Hartslag verhogingen van meer dan 15 beats/min gedurende 15 sec zijn geruststellend. Als 2 van dit soort episoden plaatsvinden binnen 30 seconden is dat goed. Aanvullende determinanten zijn foetale ademhalingsbewegingen, lichaamsbewegingen, foetale tonus en de aanwezigheid van vruchtwater >2cm. Biofysisch profiel: combineert de nonstress test met bovenstaande parameters. Doppler: van foetale aorta of umbilicale arteries zorgt voor mogelijke identificatie van een verminderde diastolisch bloedstroom. Cordocentese(aanprikken of doorsteken van de navelstreng bij de ongeboren baby): kan foetaal bloed leveren om zuurstof te meten, pH, lactaat en hemoglobine. Het kan ook gebruikt worden om foetale bloedgroep, bloedplaatjes, microbiologie, antistoffen titer en karyotype te bepalen.

noem de medicatie/behandeling die routinematig gegeven wordt vlak na de bevalling?

Meeste kinderen ondervinden kolonisatie na de geboorte en bevatten de bacteriën die aanwezig zijn in het genitourinary systeem van moeder, zoals B-streptokokken, stafylokokken, E-coli en clostridia. Antiseptische huid of navelstreng zorg is routine om de verspreiding en ziekte van de bacteriën te voorkomen. Triple antibiotica zalf (polymyxin B, neomycin en bacitracin) kan toegediend worden aan navelstreng om de kolonisatie van gram positieve bacteriën te verminderen. Vitamine K-profylaxe (intramusculair) zouden aan ieder kind gegeven moeten worden om bloedingsziekten van de pasgeborenen te voorkomen. Daarnaast krijgen kinderen een hepatitis B-vaccin en worden gescreend op veel verschillende ziekten.

wanneer is er sprake van een metabole acidose? en waneer van een respiratoire acidose?

Metabole acidose: afgenomen pH (<7.25) en bicarbonaat concentratie (<18 mEq/L) gepaard met normale of lage PCO2 niveaus. Kan veroorzaakt worden door hypoxie of insufficiënte weefsel perfusie. Behandelen door de ingeademde zuurstofconcentratie te verhogen (positieve druk beademing). Wanneer er sprake is van hypotensie door hypovolemie is er vloeistof nodig en vasoactieve medicatie. Wanneer de metabole acidose blijft bestaan kan er natriumbicarbonaat worden gegeven intraveneus, dit mag alleen als PCO2 laag of normaal is. Natriumbicarbonaat zorgt namelijk voor verhoogde PCO2 levels tenzij er adequate ventilatie is. Respiratoire acidose: verhoogd PCO2 levels en verlaagde pH zonder een reductie in bicarbonaat concentratie. Kan veroorzaakt worden door pulmonaire insufficiëntie of centrale hypoventilatie. Kan leiden tot hypercapnie. Behandeling bestaat uit ondersteunende ventilatie maar niet met natriumbicarbonaat.

Wat zijn mongolian spots?

Mongolian spots zijn tijdelijke, donkerblauwe gepigmenteerde macules op de lange onderrug in 90% van de afrikaans amerikaanse, indiase en aziatische zuigelingen.

wat zijn de complicaties van multipele gestatie? (meerlingen)

Multipele gestaties is geassocieerd met een verhoogd risico als resultaat van polyhydramnios, premature geboorte, IUGR, stuitligging, congenitale afwijkingen, intra-uterine fetal ondergang, geboorte asfyxie en twin- to-twin transfusie syndroom. Twin tot twin syndroom gaat gepaard met een hoge mortaliteit en wordt alleen gezien wanneer monozygote tweelingen een gezamenlijke placenta delen en een arterioveneuze connectie hebben tussen hun circulaties. De foetus aan de arteriële kans van de shunt fungeert als de bloeddonor, resulteren in foetale anemie, groeiretardatie en oligohydramnios. De ontvanger, oftewel de veneuze kant tweeling, is groter, opgezwollen en polycythemisch en er is sprake van polyhydramnios. Gewichtsverschillen van 20% en hemoglobine verschillen van 5g/dL wijzen op de diagnose. Behandeling bestaat uit amniocentese en het vernietigen van de arterioveneuze connectie (gebruik van laser). De geboorte volgorde van tweelingen heeft ook invloed op de morbiditeit door het verhogen van het risico op stuitliggen voor het tweede kind, geboorte asfyxie, geboortetrauma en respiratory distress syndroom. Tweelingen worden gezien in 1 op de 80 zwangerschappen, waarvan 80% dizygote tweelingen zijn. Pre-eclampsie komt meer voor in nullipari en bij vrouwen met tweeling, chronische hypertensie, obesitas, nierziekten, positieve familiehistorie of diabetes mellitus. HELPP is ernstiger en wordt geassocieerd met een aangeboren metabole afwijking van vetzuur oxidatie (long-chain hydroxyacyl-coenzyme A dehydrogenase of the trifunctional protein complex).

waar wordt nek en borst op gecontroleerd?

Nek en borst De nek is kort een symmetrisch. Abnormaliteiten omvatten middenlijnse onderbrekingen of massa's veroorzaakt door thyroglossale duct cystes of bij een struma (goiter) en laterale nek massa's wat een gevolg is van branchiale spleten. Cystic hygromas (ophopingen van CSF) en hemangiomas kunnen aanwezig zijn. Verkorting van de sternocleidomastoid spier met een fibreus tumor over de spier resulteert in neontale torticollis (scheefstand van het hoofd). Arnold-Chiari malformatie en cervivale wervel laesies veroorzaken ook scheefstand. Oedeem en webbing (extra huidplooi en brede nek) duidt op Turner. De borst wordt gecontroleerd op symmetrie. Jongen en meisjes kunnen borststuwing hebben. Boventallige tepels kunnen bilateraal optreden en zijn geassocieerd met nierziekten.

noem de ontwenningsverschijnselen van drugs bij babys van verslaafde moeders?

Neonatale drugverslaving Baby's kunnen verslaafd raken aan de drugs die hun moeders nemen tijdens de zwangerschap en ontwenningsverschijnsel krijgen door de onttrekking hieraan. Deze kinderen hebben een hoger mortaliteitsrisico. Opiaten Bij heroïne beginnen de ontwenningsverschijnselen tussen de 1 en 5 dagen, bij methadon tussen de 1 en 4 weken. Klinische manifestaties zijn niezen, gapen, zeer veel honger, overgeven, diarree, koorts, zweten, tachypneu, tremoren, slecht slapen en voeden. Bij ernstige gevallen wordt medicatie toegediend. Cocaïne Cocaïnegebruik is geassocieerd met preterme geboorte, placenta abruptio en verlaagde oplettendheid. Zuigelingen zijn GSA en hebben een klein hoofdomtrek. Meestal is er geen behandeling nodig.

Waaronder wordt neonatale mortaliteit gerekend?

Neonatale mortaliteit bestaat uit alle zuigelingen die sterven in de periode na de geboorte tot de eerste 28 dagen.

Nevus flammeus

Nevus flammeus of wijnvlek kan zichtbaar zijn op het gezicht waarbij de onderzoeker het Sturge-Weber syndroom dient te overwegen (trigeminale angiomatose, convulsies en ipsilaterale intracraniale tram-line calcificaties).

nevus simplex?

Nevus simplex (ooievaarsbeet of salmon patch) of roze maculaire hemangioma komt regelmatig voor op de achterkant nek, oogleden en voorhoofd en is meestal tijdelijk.

en een hydrops foetalis van een niet-immuun reactie?

Niet-immuun hydrops kan veroorzaakt worden door aritmieen, foetale anemie, congenitale malformatie, intra- uterine infecties, congenitale neuroblastoom, foetale metabolisme ziektes, foetale hepatitis, nefrotisch syndroom en pulmonaire lymphangiectasia.

Normaalwaarden van belang voor diagnose hypoxie:

Normaalwaarden van belang voor diagnose hypoxie: Arteriële PaO2: 55 - 60 mmHg bij 30 min na geboorte, 75 mmHg bij 4 uur en 90 mmHg bij 24 uur. PaCO2 niveaus moeten 35 - 40 mmHg zijn en PH: 7.35 - 7.40. Cyanose ga je zien bij 5 g ongesatureerde hemoglobine.

wat zegt bloedverlies tijdens de zwangerschap in het eerste trimester of vroege 2e trimester?

Obstretische complicaties worden vaak geassocieerd met een verhoogd foetal of neonataal risico. Vaginale bloedingen in het eerste trimester of vroege 2e trimester kan veroorzaakt worden door een spontane abortus en hangen samen met een verhoogd risico op congenitale malformaties of chromosomale afwijkingen

waardoor wordt oligohydramnios veroorzaakt ?

Oligohydramnios (<2cm) wordt geassocieerd met IUGR en serieuze congenitale afwijkingen; vooral van de nieren en met chromosomale syndromen. Twin-to-twin transfusie syndroom (donor) en complicaties van vruchtwaterlekkage zijn geassocieerd met oligohydramnios.

wat is het gevolg van oligohydramnios? en hoe kan dit risico verminderd worden?

Oligohydramnios verhoogt het risico op foetale distress tijdens de bevalling. Het risico kan verminderd worden door NaCL amnio-infusion tijdens de bevalling.

beschrijf het neurologisch onderzoek bij pasgeborene?

Onderzoek van actieve en passieve tonus, alertheid, primaire en diepe pees reflexen, spontane motorische activiteit, craniale zenuwen. De moro reflex, aanwezig bij geboorte maar na 3 tot 6 maanden verdwenen, is 1 van de primaire reflexen (schrik, uitstrekken en daarna vastklampen). De palmaire grijpreflex is aanwezig bij 28 weken zwangerschap en verdwijnt bij 4 maanden. Diepe pees reflexen zijn levendig in een neonaat. De Babinski moet een reactie van spreiden uitlokken (itt het samenknijpen bij volwassenen). Sensorische onderzoek kan gedaan worden door het terugtrekken van extremiteiten, grimassen en huilen in reactie op pijnlijke stimuli. De zuigreflex is aanwezig vanaf 32 weken zwangerschap.

wat is het Respiratory Distress Syndrome (RDS)

Ontstaat na begin van ademen en is geassocieerd met een surfactant insufficiëntie.

wat zijn de complicaties bij RDS?

Patente ductus arteriosus (PDA): uitblijven van de sluiting van de ductus arteriosus. Door RDS (hypoxemie) en prematuriteit reageert de ductus arteriosus minder goed op vasoconstrictieve stimuli. In het begin zorgen hypoxie, hypercapnie en acidose voor lage druk en stroomt weinig bloed door de shunt. Als RDS verbetert, wordt de links-rechts shunt erger, met hartfalen en longoedeem tot gevolg. Dit is meestal na 2-4 dagen, hierna kunnen ook crepitaties te horen zijn en kan hepatomegalie optreden. Met een Doppler echo is de links-rechts shunt te zien. De behandeling is een vochtrestrictie (lage RR vermindert ernst van de shunt) en monitoren van diurese. Als er na 24-48 uur geen verbetering is, wordt indomethacine toegediend. Dit zorgt voor inhibitie van de prostaglandine synthese, waardoor de DA alsnog sluit. Indien dit niet gebeurt, is chirurgische interventie nodig. - Pulmonaal lucht lekken: mechanische ventilatie met hoge piek inspiratoire drukken (PIP) en PEEP kan overstrekking van de alveoli veroorzaken. Scheuring van het alveolaire epitheel kan leiden tot interstitieel emfyseem. Doordat gas ontsnapt naar het parenchym daalt de compliantie. Alveolaire rupturen in de nabijheid van pleurale holtes kunnen een (spannings)pneumothorax veroorzaken. - Bronchopulmonaire dysplasie (BPD/Chronic Lung disease): BPD is een klinische diagnose gedefinieerd als zuurstofafhankelijkheid op een leeftijd van 36 weken. Treedt meestal op bij prematuren met RDS, met een PDA of emfyseem. Een zuurstofconcentratie boven de 40% is schadelijk voor de neonatale long en hoge PIP verergert deze schade. Ook kan dit voor systemische en pulmonale ontstekingen zorgen. Op een X-thorax is dit aan vertroebeling, de vorming van cystes, overdistensie en atelectase te zien, waardoor de long op een spons lijkt. Klinische manifestaties zijn zuurstofafhankelijkheid, hypercapnie met een gecompenseerde metabole alkalose, pulmonale hypertensie, verhoogde luchtwegweerstand met bronchoconstrictie. Dexamethason vermindert de ontstekingen en verbetert de longfunctie, maar verhoogt het risico op cerebrale parese en abnormale neuromotorische ontwikkeling. - Retinopathy of prematurity /retrolental fibroplasia (premature retinopathie): Wordt veroorzaakt door de acute en chronische effecten van zuurstoftoxiciteit op de zich ontwikkelende bloedvaten van de retina. De volledig gevasculariseerde retina van het à terme kind is niet vatbaar voor ROP. ROP is de grootste oorzaak van blindheid bij kinderen met een laag geboortegewicht (<1500 g). Excessieve arteriële zuurstofspanningen zorgen voor vasoconstrictie van de immature retinale vasculatuur in het 1e stadium van de ziekte. Wanneer de hyperoxie te lang duurt en te uitgebreid is (vasoconstrictie niet meer reversibel) volgt vernietiging van de vaatjes (vaso-obliteratie). Hypercapnie en hypoxie kunnen bijdragen aan ROP. De daaropvolgende proliferatieve stadia worden gekarakteriseerd door: ● Extraretinale fibrovasculaire proliferatie, waardoor een richel tussen de vasculaire en avasculaire delen van de retina wordt gevormd. ● De ontwikkeling van neovasculaire trosjes. ● Milde gevallen: vasoproliferatie perifeer in de retina. ● Ernstige gevallen: neovascularisatie over gehele retina, met retinale loslating door tractie aan de vaten ter plaatse van het verlaten van de optische schijf (blinde vlek), fibreuze proliferatie achter de lens die leukokorie (witte reflex achter ooglens) 24 veroorzaakt en synechie (vergroeiing of verkleving van delen van het oog) die de lens voorwaarts verplaatst, wat tot glaucoom leidt. Beide ogen zijn meestal aangedaan, maar de ernst kan asymmetrisch zijn. Incidentie van ROP kan worden verlaagd door zorgvuldige monitoring van arteriële bloedgaswaarden bij alle patiënten die zuurstof krijgen toegediend. Er geen absoluut veilig PO2-niveau, indicatie: tussen 50 en 70% bij premature kinderen. Kinderen < 1500 g wegen of die geboren zijn voor 28 weken zwangerschapsduur (sommigen zeggen 32 weken) zouden gescreend moeten worden wanneer ze 4 weken oud zijn of 34 weken gestationele leeftijd, afhankelijk van wat het eerst komt. Lasertherapie of (minder vaak) cryotherapie kan worden gebruikt bij bloedingen in het glasachtig lichaam of bij ernstige, progressieve vasoproliferatie. Chirurgie geïndiceerd bij retinale loslating. Minder ernstige stadia van ROP genezen spontaan en meestal zonder visuele beperking.

oorzaak hydrops foetalis?

Pathologie Het wordt zowel veroorzaakt door immuun (Resus bloedgroep ISO-immunisatie) als 20 niet immuun aandoeningen. Er is sprake van een disbalans tussen interstitiële vloeistof accumulatie en afgenomen verwijdering van vloeistof door de capillairen en het lymfesysteem. Vloeistof accumulatie kan het gevolg zijn van congestief hartfalen, obstructie van lymfatische flow of afgenomen plasma oncotic druk (hypoproteinemic status).

Wat kunnen de complicaties zijn bij IUGR?

Pathologie Problemen bij geboorte: respiratoire acidose, metabole acidose, asfyxie, hypoxemie, hypotensie, hypoglykemie, polycythaemia, meconium aspiratie syndroom en aanwezigheid van pulmonaire hypertensie. Mortaliteit ligt 5 tot 20 keer hoger dan bij neonaten die voldoende gegroeid zijn. Prognose Neonaten die IUGR en SGA hebben secundair aan congenitale infecties, chromosomale abnormaliteiten of constitutionele syndromen blijven hun gehele leven klein. Wanneer de groei restrictie laat in zwangerschap heeft plaats gevonden als gevolg van uterine beperkingen, placenta insufficiëntie of slechte voeding laten vaak catch-up groei zien en kunnen onder optimale omstandigheden hun geërfde grootte bereiken.

en perinatale mortaliteit?

Perinatale mortaliteit bestaat uit foetale dood die optreedt vanaf 20 weken zwangerschap tot de 28e dag na de geboorte en wordt uitgedrukt per 1000 levende geboorten. Intra-uterine dood neemt 40-50% van de perinatale mortality rate voor zijn rekening. Deze kinderen worden gedefinieerd als doodgeboren. Veel van deze kinderen vertonen kenmerken van vermagering.

wat zegt bloedverlies tijdens het 2e trimester? Geef hierbij aan wat het verschil is tussen pijnlijke en pijnloze bloedingen in het 2e trimester en waar het door wordt veroorzaakt,

Pijnloze bloeding is niet geassocieerd met vroege bevalling en treedt meestal laat in het 2ee trimester of derde trimester op als resultaat van placenta previa. Een pijnlijke bloeding wordt veelal veroorzaakt door placenta abruptio.

Is polyhydramnios meestal acuut of meestal chronisch? wat zijn risicofactoren voor polyhydramnios?

Polyhydramnios kan accuut zijn en is geassocieerd met vroeggeboorte, maternale discomfort en respiratoire compromise. In de meeste gevallen is polyhydramnios chronisch en geassocieerd met diabetes, immuun of niet-immuun hydrops foetalis, multipele gestatie, trisomie 18 en 21 en serieuze congenitale abnormaliteiten. Anencefalie, hydrocefalie en meningomyelocele gaan gepaard met een verminderd foetaal slikken van vruchtwater. Oesophagale en duodenale atresie en een gespleten pallet (zoals vaak bij een hazenlip) interfereren met slikken and gastrointestinle vloeistof dynamiek. Ander oorzaken zijn: werdnig-hoffmann en Beckwith-Wiedemann syndroom, siamese tweeling, chylothorax (lymfevocht in de interpleural ruimte van de thorax), cystic adenomatoid long malformatie, diafragma hernia, gastroschisis (opening de in buikwand waardoor de darmen buiten het lichaam komen te liggen), sacrale teratoma (gezwel op het heiligbeen), placentale chorioangioma (goedaardige gezwellen van de bloedvaten van de placenta) en myotonisch dystrofie. Polyhydramnios is ook vaak van onbekende oorzaak.

wat is een veel voorkomende complicatie bij een Premature rupture of membranes (in afwezigheid van bevalling) en prolonged rupture of membranes en wat zijn de organismen die hier het meest verantwoordelijk voor zijn?

Premature rupture of membranes (in afwezigheid van bevalling) en prolonged rupture of membranes (>24 uur) zijn geassocieerd met een verhoogd risico op maternale en foetale infectie (chorioamnionitis) en vroeggeboorte. Twee meest voorkomende infecties die leiden tot sepsis zijn groep B-streptokokken en Escheria coli. Listeria monocytogene is een minder voorkomende oorzaak. Stafylokokken aureus moet overwogen worden bij zuigelingen met huidinfectie een waarvan bekend is dat er een exposure is geweest. De kans op foetale infectie neemt toe met de tijd dat de membranen gebroken zijn en er nog geen bevalling optreedt.

wat zijn de risicofactoren bij RDS?

Prematuren met een onontwikkelde L/S-ratio. Het ontwikkelt zich in 30 - 60% van de neonaten tussen 28 en 32 weken. Andere factoren: eerdere bevalling van preterme neonaat met RDS, maternale diabetes, hypothermie, foetale nood, asfyxie, jongen, blank ras, tweede geborene van een tweeling en keizersnede.

Hoe kan je RDS voorkomen en behandelen?

Preventie; - voorkomen vroeggeboorte - wanneer vroeggeboorte niet vermeden kan worden, corticosteroïden (dexamethason) toedienen om longen sneller te laten rijpen en surfactant productie te stimuleren. - Na de geboorte kan RDS voorkomen of verminderd worden door intratracheale toediening van exogeen surfactant. Dit kan herhaald worden, tijdens intubatie, mechanische ventilatie en zuurstoftherapie. Behandeling: Doel van de behandeling is een PaO2 tussen de 60 en 70 mmHg zijn, saturatie >90% en pH >7.25. Als de PaO2 <50 mmHg is, moet continu positive airway pressure (PAP) met een einddruk van 8-10 mmHg gebruikt worden. Indien dit niet voldoende is, is mechanische ventilatie nodig. Bij hypercapnie moet het teugvolume of de ademhalingsfrequentie omhoog. Het is moeilijk RDS te onderscheiden van sepsis en een pneumonie, dus krijgen deze prematuren de eerste 48-72 uur breedspectrum antibiotica.

Pustular melanosis

Pustular melanosis, meer voorkomend bij African-American neonaten, worden gezien bij de geboorte en bestaat uit een klein, droog blaasje van een gepigmenteerd melanose maculaire basis. Het zijn benigne laesies, maar doen mogelijk denken aan serieuze aandoeningen zoals herpes simplex. Afname van materiaal met bijbehorende kleuringen, PCR of kweken kunnen gebruikt worden voor de diagnose.

wat zijn de symptomen bij RDS?

RDS kan zich meteen ontwikkelen na de bevalling bij extreme premature neonaten maar kan zich ook pas na 3 -4 uur na geboorte ontwikkelen. Bij latere ontwikkeling is er in eerste instantie surfactant maar kan het niet op tijd worden vervangen door een tekort aan opslag. Manifestaties: cyanose, tachypneu, neusvleugels open (neusvleugelen), intercostale en sternale retracties en grunting (kreunen). Kreunen wordt veroorzaakt door het sluiten van de glottis tijdens expiratie om voldoende longvolume te behouden voor gasuitwisseling.

Wat is het beleid als de apgar score te laag is?

Resuscitatie; gesimplificeerde ABCD benadering. A= veiligstellen van de ademweg door vruchtwater of meconium te verwijderen door afzuigen. A staat ook voor anticipatie en de noodzaak om de kennis te hebben van zwangerschap en bevalling. Bewijs voor een diafragma hernia en lage Apgar score indiceren dat onmiddelijke endotracheale intubatie nodig is. Als foetale hydrops heeft plaatsgevonden met pleurale effusie, dan is bilaterale thoracentese nodig om adequate ventilatie mogelijk te maken. B=breathing. Als de neonaat apneu-isch is of hypoventileert en cyanotisch blijft, moet kunstmatige beademing geïnitieerd worden. 100% zuurstof moet gegeven worden maar te hoge druk moet vermeden worden. Eerst met masker, bij te weinig reactie een endotracheale tube. De druk moet beginnen bij 20 tot 25cm H2O, met een snelheid van 40 tot 60 ademhalingen per minuut. Ademhaling moet in eerste instantie kort worden uitgesteld als er meconium zichtbaar is in het vruchtwater om verspreiding van meconium in de longen te voorkomen, wat kan leiden tot een ernstig aspiratie pneumonie. Als meconium wordt gezien, moet de orofarynx worden uitgezogen als het hoofd bevalt. Na de geboorte van een suffe zuigeling, moet de mondholte opnieuw uitgezogen worden en de stembanden zichtbaar zijn voordat tot intubatie wordt overgegaan. C=circulatie en externe cardiale massage. Als kunstmatige beademing niet de bradycardie verbetert of er is sprake van een asystole en perifere pulsaties kunnen niet gevoeld worden moet hartmassage worden toegepast met een snelheid van 120 compressies/minuut met een beademingsratio van 3:1. D= is de toediening van drugs (medicatie). Als een bradycardie niet reageert op ventilatie of als er sprake is van asystole, moet epinephrine worden toegediend. Intraveneuze epinephrine (0,1 tot 0,3mL/kg) moet gegeven worden via een umbilical veneuze lijn of geïnjecteerd in de endotracheale tube. Voordat medicatie wordt toegediend in de aanwezigheid van electrische cardiale activiteit met slecht pulsaties, is het belangrijk om te onderzoeken of er sprake is van een pneumothorax. Als er sprake is van depressie van het CZS door verdovende medicatie voor moeder, kan 0.1 mg/kg naloxone (Narcan) intraveneus of endotracheel gegeven worden (niet wanneer wordt gedacht dat moeder verslaafd is aan drugs zoals methadon). Bij baby's >35 weken die leiden van hypoxische ischemische schade bij de geboorte, is geïnduceerde therapeutische hypothermie (33-34 graden) voor 72 uur aangetoond effectief te zijn in het verminderen van hersenschade.

wat zijn de risicogroepen waarbij dit soort bloedverlies gevonden kan worden?

Risicofactoren zijn hogere maternale leeftijd en parieteit, maternale chronische hypertensie, cocaïnegebruik, preterm rupture of membranes, polyhydramnios, tweelingzwangerschap en pre-eclampsia. Foetale asfyxie kan optreden als een retroplacentaal hematoom ervoor zorgt dat placentale separaties interfereren met de foetale zuurstofvoorziening. Beide typen bloedingen (pijnlijk en pijnloos) hangen samen met foetaal bloedverlies. Foetale anemie wordt vaker gezien bij placenta previa.

noem complicaties in de schouder regio tijdens bevalling

Schade aan de plexus brachialis door excessieve trekken aan het hoofdje kan mild zijn maar ook leiden tot een Erb-Duchenne paralyse. Dit is het meest voorkomend met schade op C5-C6, adductie, interne rotatie en pronatie. Schade aan de C3-C5 kunnen leiden tot een diafragma paralyse en ademnood. Een Klumpse paralyse is schade aan C7-C8 en T1 met als resultaat een verlamde hand. Als ook de sympathisch zenuwen beschadigd zijn treedt er ook een ipsilateraal Horner syndroom op met ptose en miose. Behandeling van deze paralyses is afwachtend met positioneren van de armen en handen om contracturen te voorkomen. Als er geen voortuitgang is, kan zenuwreconstructie geprobeerd worden.

waar let je op bij de schedelvorm?

Schedel De schedel kan een langwerpige vorm en gemouleerd zijn na een lange bevalling, dit verdwijnt 2 tot 3 dagen na de bevalling. De randen van de schedelbotten worden gepalpeerd om de breedte en de aanwezigheid van premature vergroeiing of craniosynostosis (vroegtijdig fusie van schedelbotten) te bepalen. De voorste en achterste fontanel zouden zacht en niet-uitpuilend moeten zijn, waarbij de voorste groter is dan de achterste. Een grote fontanel is geassocieerd met hydrocefalus, hypothyroidisme, rachitis en andere aandoeningen. Zachte gebieden uit de buurt van de fontanellen zijn craniotabes; dit voelt als een ping pong bal als het wordt gepalpeerd. Dit is een resultaat van uterine contractie.

welke fracturen treden wel eens op tijdens de bevalling

Schedelfracturen zijn zeldzaam en vereisen geen behandeling. Clavicula fracturen zijn meestal unilateraal en het gevolg van schouderdystocie van een macrosoompje. Meestal wordt het breken gehoord en is er asymmetrie bij de Moro reflex. De prognose is prima zonder extra behandeling. Fracturen van extremiteiten komen veel minder voor en zijn eerder humerus dan femur fracturen. Met immobilisatie is de prognose prima. Fracturen van de gezichtsbotten zijn zeldzaam maar dislocatie van het kraakbeen van de neustussenschotje komt vaker voor. Dit kan zorgen voor problemen met ademhalen en voeding.

hoe kan shock bij een baby ontstaan?

Shock manifesteert zichzelf in de verloskamer door bleekheid, hoge capillaire refill time, afwezigheid van palpabele pulsaties, hypotonie, cyanose en uiteindelijk hartstilstand. Meestal is de reden bloedverlies voor of gedurende de bevalling en bevalling. Dit kan komen door foetal-maternale bloedingen, placenta previa, vasa previa, tweeling-tweeling transfusie syndroom of verplaatsing van bloed van de foetus naar de placenta gedurende asfyxie. Bloedingen in organen zoals de lever van de milt kunnen voorkomen in macrosome zuigelingen en intra-ventriculaire bloedingen kunnen zorgen voor shock en apneu in pretermen. Anemie, hypoalbuminemie, hypovolumie en shock worden ook gezien bij Rh immuun hydrops. Ernstige intra-uterine bacteriële sepsis komt ook voor. Deze zuigelingen hebben een normaal hemoglobine maar vaak een neutropenie, trombocytopenie, en gedissemineerde intravasculaire coagulatie. Perifere symmetrische gangreen (purperen uitslag) is vaak een teken van hypotensieve shock door bacteriële sepsis.

welke medicatie kan er gegeven worden aan het kind wanneer de moeder een soa had zoals chlamydia of gonorrhoe

Silver nitraat 1% druppelen in beide ogen zonder eruit te wassen is een geïndiceerde effectieve therapie voor de preventie van neonatale gonococcal opthalmia, wat kan leiden tot ernstige panopthalmitis en blindheid. Het is niet effectief tegen Chlamdia trachomatis. Veel ziekenhuizen gebruiken erythromycine oogdruppels om neontale gonococcal en chlamydia oogziekte te voorkomen.

hoe kan je dus de rijpheid van de longen bepalen?

Surfactant wordt geproduceerd wanneer de longen rijpen en wordt uiteindelijk in het vruchtwater uitgescheiden. De hoeveelheid in het vruchtwater is een directe reflectie van het surface-active materiaal in de foetale long en kan worden gebuikt om de aanwezigheid of afwezigheid van pulmonaire rijpheid te bepalen. Lecithin (component van surfactant) wordt gebruikt om dit te testen. Lecithin neemt toe met gestational age, beginnend bij 32 tot 34 weken.

Systemische lupus erythematosus (SLE) (effect op kind bij moeders die dit hebben)

Systemische lupus erythematosus (SLE) Definitie Immuun abnormaliteiten in SLE leiden tot de productie van anti-Ro (SS-A) en anti-La (SS-B) antilichamen die door de placenta gaan en foetaal weefsel aantasten. Effecten foetus/neonaat - Congenitale hart blokkade: dit is meestal een derdegraads blokkade (compleet) en de mortaliteit is 20%. - Neonatale lupus: huidlaesies, trombocytopenie, auto-immuun hemolyse en hepatische betrokkenheid.

wat zijn de risicogroepen voor Transient Tachypneu

TTN komt meestal voor bij grotere premature kinderen en bij à terme kinderen die geboren worden met een zeer snelle bevalling of een sectio caesarea zonder voorafgaande weeën. Er is een verhoogd risico voor kinderen van diabetische moeders en kinderen met een slechte respiratoire drive t.g.v. passage van analgetica via de placenta.

wat zijn de symptomen bij TTN

TTN manifesteert zich met tachypnoe, milde retracties, hypoxie, knorren en met tekenen van respiratoire benauwdheid. Op de thoraxfoto zijn prominente centrale vasculaire tekeningen te zien, vloeistof in de longfissuren, overbeluchting (overaeration) en soms een beetje pleurale effusie

wat zijn de symptomen van respiratoire nood bij baby's?

Tachypneu, intercostale retracties, verminderde lucht uitwisseling, cyanose, expiratie grunting (kreunen) en openstaande neusvleugels (neusvleugelen)

waar moet je om denken i.v.m de temperatuur van een pasgeborene?

Temperatuur regulatie Omdat baby's nog nat zijn van het vruchtwater kunnen ze snel afkoelen. Alle hoog-risico baby's moeten na geboorte worden afgedroogd en een warmtebron krijgen. A terme baby's worden gedroogd en in een handdoek gerold. Warmt wordt gecreëerd door bruin vet dat door sympathische zenuwstelsel wordt aangestuurd. Rillen komt niet voor bij baby's. Bij zware afkoeling blijven babies roze doordat er geoxygeneerd bloed in de capillairen blijft staan. Bij behandeling wordt de kern (longen, maag) opgewarmd. Verhoogde temperatuur Ook een te hoge temperatuur is schadelijk, aangezien baby's nauwelijks kunnen zweten verhogen zij hun ademhalingsfrequentie om af te koelen.

noem de uiterlijke en vitale kenmerken waar je naar kijkt bij een kind als je wil weten of de longen goed werken en de circulatie?

Uiterlijk Signalen zoals cyanose, neusvleugelen, intercostale retracties en kreunen duiden op pulmonaire ziekte. Meconium aan de navelstreng, nagels en huid duiden op foetale distress en de mogelijkheid van een aspiratie pneumonie. Het niveau van spontane activiteit, passieve spier tonus, kwaliteit van het huilen en apneu zijn handige screeningssignalen om de staat van het CZS te testen. Vitale tekens Hartslag (normaal 120-160), ademhaling (30-60/min), temperatuur (meestal via rectum en later oksel) en bloeddruk. Lengte, gewicht en hoofdomtrek worden gemeten en geplot op groeicurves om te bepalen of de groei normaal is geweest voor de gestational age.

wat is de invloed van ventilatie, oxygenatie en PH en CO2 op de pulmonaire arteriele vasoconstrictie? En hoe loopt de bloedtoevoer naar de longen na de geboorte (eerste 3 maanden) Wat gebeurt er als dit fout gaat?

Ventilatie, oxygenatie en normale pH en pCO2 reduceren direct de pulmonaire arteriële vasoconstrictie door gladde spier relaxatie. Herinrichting van de mediale spierhypertrofie begint bij de geboorte en gaat door voor 3 maanden, resulteren in een verdere reductie van pulmonaire vasculaire weerstand en een verhoging van de pulmonaire bloedflow. Wanneer vasoconstrictie blijft persisteren door bijvoorbeeld hypoxie, asfyxie, acidose, hypercapnie, polycythemia of shunting van bloed van de longen treedt er 'persistent pulmonary hypertension of the newborn (PPHN)' op. Als de pulmonaire alveolaire vloeistof niet volledig wordt vervangen door lucht kan er respiratory distress optreden (tachypneu).

wat kan er voor trauma in het abdomen optreden en wat kan het gevolg hiervan zijn?

Visceraal trauma van de lever, milt en bijnieren gebeurt bij macrosome zuigelingen en preterme baby's. Scheuren van de lever kan zorgen voor anemie, hypovolumie, shock en gedissemineerde intravasculaire coagulatie. Adrenale bloedingen kunnen asymptomatisch zijn. Zwaardere bloedingen kunnen presenteren met massa in de flanken, geelheid, hematurie met of zonder shock.

wat is Transient Tachypneu van de pasgeborene

Voor de geboorte produceren de longen vocht dat na de geboorte wordt geresorbeerd. TTN is een self-limiting toestand waarbij baby's dit vocht vastgehouden in de longen, of te langzaam resorberen.

Wat is de Apgar-score?

Wat is de Apgar-score? De Apgar-score is een cijfer tussen nul en tien dat kort na de geboorte van een kind wordt gegeven. Dit cijfer geeft weer hoe uw kind de periode rond de bevalling heeft doorstaan. De score wordt een aantal keer na de geboorte bepaald, meestal na één, vijf en tien minuten. De score is bedacht door en genoemd naar Virginia Apgar, een Amerikaanse arts. Hoe wordt de Apgar-score berekend? De verloskundige, huisarts of gynaecoloog die uw bevalling begeleidt, bepaalt de Apgar-score. Uw kind wordt beoordeeld op drie tijdstippen na de geboorte: na één minuut na vijf minuten na tien minuten De beoordeling bestaat uit vijf onderdelen: de snelheid waarmee het hart klopt de manier van ademhalen de spierspanning de kleur van de huid de reactie op prikkels uit de omgeving Voor ieder onderdeel kan uw kind nul, één of twee punten scoren. Nul punten is de minst goede score, twee punten de maximale score. Voor de Apgar-score worden de punten van de vijf onderdelen bij elkaar opgeteld. Zo ontstaat een getal tussen nul en tien. In de onderstaande tabel staat hoeveel punten een kind kan krijgen per onderdeel. Hartslag geen hartslag - 0 punten hartslag minder dan 100 slagen per minuut - 1 punt hartslag meer dan 100 slagen per minuut - 2 punt Ademhaling geen ademhaling - 0 punten onregelmatige ademhaling - 1 punt goed doorhuilen - 2 punten Spierspanning slap - 0 punten matige spierspanning - 1 punt goede spierspanning - 2 punten Huidskleur helemaal blauw of bleek - 0 punten blauwe handen en voeten - 1 punt helemaal roze van kleur - 2 punten Reactie op prikkels geen reacties - 0 punten bewegen, maar niet huilen - 1 punt huilen - 2 punten

waar wordt de wervelkolom op gecontroleerd?

Wervel Letten op sacrale haarplukjes, dermal sinus tract (klein gaatje) boven de billen, congenitale scoliose, zachte weefsel massa's zoals lipoma's of meningomyeloceles.

wanneer kan wervelkolomschade optreden tijdens de geboorte? hoe presenteert zich dit?

Wervelkolom trauma kan voorkomen bij zuigelingen die in de hyperextensie 'star gazing' positie liggen. Soms kunnen rotatiekrachten schade aan de zenuwen of wervels veroorzaken. Dit presenteert zich als paralyse, afwezigheid van peesreflexen en reactie op pijnlijke stimuli onder de aangedane zenuwen. Door ook optredende slapheid, apneu en asfyxie kan wervelletsel niet het eerste zijn waaraan gedacht wordt.

waardoor wordt cyanotische hartziekte met verminderde pulmonaire bloedstroom veroorzaakt?

door een links rechts shunt . zoals in pulmonaire atresie, tetralogie van Fallot

waardoor wordt een cyanotische hartziekte veroorzaakt met een vermeerderde pulmonaire bloedstroom?

een mixende laesie zoals een enkel ventrikel of truncus arteriosus.--> opening tussen de ventrikel septum (niet verwarren met ductus arteriosus)

waardoor wordt het respiratory distress syndrome veroorzaakt?

een surfactand deficientie en een verminderde rijping van de longen


Ensembles d'études connexes

[COMPLETE] Unit 6 Part III: The Baroque Period I & Unit 7 Part III: The Baroque Period II

View Set

health ethics Exam 1 student questions

View Set

Colorado statutes, rules, and regulations common to all lines

View Set

AP Government Political Beliefs and Public Opinion

View Set

Chapter 4 Organizational Behavior

View Set

Digital Strategy Final Exam Mizzou

View Set