Beaufort 6 Contact 7
Les surpises viennent après.
De verrassingen komen daarna.
Bonne année!
Gelukkig nieuwjaar!
Ce n'est pas toujours facile.
Het is niet altijd gemakkelijk.
Ce sont les plus beaux jours.
Het zijn de mooiste dagen.
Noël
Kerstmis
Ma mère met les boules.
Mijn mama plaatst de ballen.
Rien de plus agréable!
Niets is gezelliger.
Joyeux Noël!
Vrolijk kerstfeest!
Nous décorons le sapin de Noël.
We versieren de kerstboom.
Elle ouvre les paquets.
Ze opent de pakjes.
en cela
daarin
une boule
een bol
une fête de fin d'année
een eindejaarsfeest
une fête
een feest
un chèque-cadeau
een geschenkbon
une année
een jaar
une boule de Noël
een kerstbal
un sapin de Noël
een kerstboom
une bûche de Noël
een kerststronk
un repas
een maaltijd
un paquet
een pakje
une guirlande
een slinger
une surprise
een verrassing
quelques
enkele, enige
agréable
gezellig
il met
hij zet
je mets
ik zet
le réveillon ( de Noël )
kerstavond
le jour de l'An
nieujaarsdag
ouvrir
openen
le réveillon ( de jour de l'An )
oudejaarsavond
la Saint-Nicolas
sinterklaasfeest
décorer
versieren
mettre
zetten
elles mettent
zij zetten