Le français en classe 1: Instructies (FRANS-NEDERLANDS)
mettez les sacs par terre
(zet de) tassen op de grond
allez au site français
ga naar de franse site
asseyez-vous, s'il vous plaît
ga zitten
les devoirs (pour la prochaine fois)
het huiswerk (voor de volgende keer)
arrêtez de parler
hou op met kletsen
en français
in het Frans
c'est clair pour tout le monde?
is dat voor iedereen duidelijk?
vous allez faire le dialogue ensemble
jullie gaan samen het gesprekje doen
regardez le tableau
kijk naar het bord
lisez d'abord les questions
lees eerst de vragen
écoutez, s'il vous plaît
luister
écoutez le premier fragment
luister naar het eerste fragment
prenez un stylo
pak een pen
prends ton ordinateur
pak jouw computer
prenez vos livres
pak jullie boeken
prenez vos ordinateurs
pak jullie computers
prenez vos cahiers
pak jullie schriften
range ton portable
ruim je telefoon op
fermez l'ordinateur
sluit de computer
levez la main (avant de répondre)
steek je vinger op (voordat je antwoord geeft)
silence, on va commencer
stil, we gaan beginnen
arrêtez d'écrire
stop met schrijven
tu veux fermer la porte?
wil je de deur dicht doen?
tu veux fermer le rideau?
wil je het gordijn dicht doen?
tu veux ouvrir la fenêtre?
wil je het raam open doen?
tu veux commencer?
wil jij beginnen?
est-ce qu'il y a des questions?
zijn er vragen?
