Lokalisatie meridianen (bl, ni, pc, 3w, gb, le)

Le1

0,1 cun achter de laterale nagelhoek-punt van de grote teen

Bl1

0,1 cun mediaal en boven de binnenooghoek, naast de mediale rand van de oogkas

Gb44

0,1 cun onder de laterale nagelhoek van de 4e teen

Bl67

0,1 cun onder de laterale nagelhoek van de kleine teen

3W1

0,1 cun onder de ulnaire nagelhoek van de ringvinger.

Gb28

0,5cun voor en onder Gb27

Ni4

0.5 cun achter het middenpunt van de lijn KID-3 en KID-5 (afstand =1 cun) aan de voorrand van de achillespees.

Pc1

1 cun naast de tepel, in de 4e intercostale ruimte

Ni5

1 cun onder KID-3, in de depressie achter en boven (de mediale zijde van) de tuberositas van het hielbeen.

Ni6

1 cun onder de top van binnenenkel in een groef.

Bl58

1 cun onder en naar buiten van bl57 7 cun rechtsboven bl60 op achterrand fibula

Bl10

1,3 cun naast Du Mai 15, binnen de haargrens, op de laterale zijde van m. trapezius

Bl22

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van lumbale wervel 1

Bl23

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van lumbale wervel 2

Bl25

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van lumbale wervel 4

Bl11

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 1

Bl19

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 10

Bl20

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 11

Bl21

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 12

Bl12

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 2

Bl13

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 3

Bl14

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 4

Bl15

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 5 (du11)

Bl16

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 6

Bl17

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 7

Bl18

1,5 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 9

Gb30

1/3 afstand vanaf de grote trochanter en de hiatus van het sacrum. (zijleg met dij in flexie)

3W5

2 cun boven 3W4 tussen radius en ulna, in de depressie.

Pc6

2 cun boven de buigplooi van de pols. Op de lijn Pc3 - Pc7

Le11

2 cun onder Mg30, lateraal van de m. abductor longus. 1 cun onder de laterale zijde van de femorale arterie in de inguinale plooi. Localiseren bij de patiënt in rugligging

Ni7

2 cun recht boven KID-3, op de rand van de achillespees.

Le12

2,5 cun lateraal van de Rm, 1 cun onder de rand van het Os Pubis ( schaambeen), aan de onderrand van de liesplooi

3W7

3 cun boven 3W4, 1 vingerbreedte naast 3W6 aan de radiale zijde van de ulna.

Pc5

3 cun boven de buigplooi van de pols. Op de lijn Pc3 - Pc7

Bl52

3 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van lumbale wervel 2. Naast Bl23 (du4)

Bl49

3 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 11. Naast Bl20 (du6)

Bl42

3 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 3. Naast Bl13 (du12)

Bl44

3 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 5. Naast Bl15 (du11)

Bl47

3 cun naast de onderrand van het spinaal uitsteeksel van thoracale wervel 9. Naast Bl18 (du8)

Gb39

3cun boven de top van de buitenenkel in de depressie tussen de achterrand van de peroneus longus en brevis (handbreedte van enkel)

Gb22

3cun onder het midden van de oksel, in de 5e intercostale ruimte

Le5

5 cun boven de top van de binnenenkel aan de acherrand van de tibea, 2 cun boven Mi 6

Gb37

5cun boven de top van de buitenenkel aan de voorrand van de fibula

Ni21

6 cun boven de navel, 0.5 cun naast ren mai 14.

Le6

7 cun boven de top van de binnen enkel aan de achterrand van de tibea. 2 cun boven Le5

Gb36

7cun boven de top van de externe malleolus aan de achterrand van de fibula (zelfde hoogte als Gb35, 9cun onder popliteal

Bl57

8 cun onder bl40, recht onder de spierbuik van m. gastrocnemius. 8 cun distaal onder bl40 (midden tussen bl60 en bl40)

Pc8

Aan de binnenzijde van de hand tussen het 2e en 3e middenhandsbeentje. Waar de top van de middelvinger rust, als je een vuist maakt

Ni27

Aan de onderrand van de clavicula, 2 cun naast de ren mai meridiaan.

Gb25

Aan de onderrand van het uiteinde van de 12 rib

Le8

Aan het einde van de medialeknieplooi voor de pezen

Bl63

Aan laterale zijde voet in de depressie posterior (achterliggend) van de tuberositas van het 5e metatarsale bot

3W17

Achter de oorlel in een depressie tussen de onderkaak en proc. mastoideus

3W14

Achter en onder het acromion, in de achterste depressie die verschijnt bij opgeheven arm.

Bl40

Achterkant knie in de kniekuil tussen de pezen

Le13

Direct voor en onder het uiteinde van de 11e rib. ( uiteinde 11e rib net boven navel

Gb21

Halverwege Dm14 en het acromion op het hoogste punt van de schouder

Gb24

In de 7e intercostale ruimte recht onder de tepel. 4cun lateraal van de mediaallijn (onder Le14)

Gb34

In de depressie 1cun voor en onder de fibulakop

Gb1

In de depressie aan de laterale zijde van de oogkas, 0,5 cun lateraal aan de buitenooghoek

3W23

In de depressie aan het laterale einde van de wenkbrauw.

Bl2

In de depressie bijna aan het mediale uiteinde van de wenkbrauw, recht boven de binnenooghoek

Gb27

In de depressie net anterior van de anteriore superiore iliac spine. Gelijke hoogte Rm4 (3cun onder de navel)

Bl62

In de depressie rechtsonder de laterale malleolus. 0,5 cun lateraal van de onderste rand

3W21

In de depressie t.h.v. de bovenrand van de tragus (klepje voorste rand oorschelp), boven Dud 19 en Gb 2.

Ni3

In de depressie tussen de hoogste top van de mediale malleolus en de achillespees.

Le3

In de depressie tussen het 1e en 2e metatarsale bot. ( in een holte vlak voor het punt waar 1 e en 2e middenvoetsbeentje bij elkaar komen, tenen naar je toe trekken

Bl60

In de depressie tussen laterale malleolus en de achillispees

Gb41

In een depressie bij samenkomst van de 4e en 5e metatarsaal

Gb20

In een depressie tussen de sternocleido-masteodeus en het bovendeel van de monnikskapspier, tussen Dm16 en het proc. masteodeus (kippennek)

3W4

In een holte tussen de ulna en metacarpus lateraal van de pees van de m. extensor digitorum.

Bl31

In het 1e achterste sacrale foramen (mediaal van bl27)

Bl32

In het 2e achterste sacrale foramen (mediaal van bl28)

Bl33

In het 3e achterste sacrale foramen (mediaal van bl29)

Bl34

In het 4e achterste sacrale foramen (mediaal van bl30)

Bl36

In het midden van de bilplooi

Pc7

In het midden van de buigplooi van de pols, tussen de pezen. Zelfde hoogte als Lo9 en Ht7

NI10

Ligt bij gebogen knie, aan mediale einde knieplooi, tussen de pezen van de m. semimembranosus en de m. semitendinosus

3W10

Met gebogen elleboog, in een depressie, 1 cun boven het olecranon

Pc9

Midden op de top van de middelvinger, bijna onder de nagel

Ni11

Op de bovenrand van het schaambeen, 5 cun onder de navel, o.5 cun naast ren mai 2.

Pc3

Op de elleboogplooi aan de ulnaire zijde(pink) van de pees van de m. biceps brachii

Gb31

Op de middellijn van de zijkant van de dij, 7cun boven de knieplooi. (rechtop staan, armen langs zij, waar tip middelvinger de zij raakt)

Le14

Op de tepellijn in de 6e intercostale ruimte. 4 cun lateraal van de Rm

Ni1

Op de voetzool op 1/3 van de afstandbasis 2e teen tot aan de hiel tussen de 2e en 3e metatarsale botten. Bij plantair flexie van tenen en voetzool ontstaat ter plaatse een kuiltje

Gb14

Op het voorhoofd, 1cun boven het midden van de wenkbrauw. Direct boven de pupil als je recht vooruit kijkt

Le5

Spreidt de lever Qi Reguleert Qi en ondersteunt de geslachtsdelen Klaart damp en hitte in de OW Reguleert de menstruatie

Bl28

Ter hoogte van het 2e achterste sacrale foramen, 1,5 cun naast du mai meridiaan

Bl27

Ter hoogte van het achterste sacrale foramen, 1,5 cun naast du mai meridiaan

Gb42

Tussen de 4e en 5e metatarsaal, 1cun boven Gb43

Bl64

Voor en onder tuberositas van metatarsaal 5, op descheiding van rode en witte huid, laterale zijde voet

Gb40

Voor-onder de malleolus extermus in een holte lateraal van de pees van de m. extensor digitorium longus

Pc4

aan de binnenzijde van de onderarm, 5 cun boven de buigplooi van de pols, tussen de pezen die naar de hand lopen