Staatsinrichting van Nederland

Ace your homework & exams now with Quizwiz!

Pacificatie van 1917

Afspraak tussen de socialisten en confessionelen waarmee het algemeen kiesrecht voor alle mannen werd ingevoerd

Kleine luyden

Benaming voor het gewone volk

Minister

Beroep van iemand die in de regering van een land zit

Feminisme

Beweging die ernaar streeft dat vrouwen dezelfde rechten en mogelijkheden krijgen als mannen

Politiek onschendbaar

Dat de koning niet ter verantwoording kan worden geroepen voor politieke daden

Eerste Kamer

De Eerste Kamer beoordeelt wetsontwerpen die in de Tweede Kamer zijn aangenomen en bestaat uit 75 leden die worden gekozen door de leden van de Provinciale Staten

Regering

De groep mensen die een land besturen

Tweede Kamer

De landelijke volksvertegenwoordiging van Nederland, welke een wetgevende taak heeft, de regering controleert en bestaat uit 150 leden die door het volk worden gekozen

Kabinet

De ministers van de zittende regering plus de staatssecretarissen

Industrialisatie

De overgang naar een samenleving waarin de industrie een belangrijk middel van bestaan is

Eerste Feministische Golf

De periode van 1870 tot 1920, waarin de emancipatie van vrouwen met name gericht was op het verwerven van kiesrecht voor vrouwen

Constitutie

De regels en gebruiken waarmee een staat wordt bestuurd en is ingericht

Ministeriële verantwoordelijkheid

De verantwoordelijkheid van ministers voor politieke besluiten

Parlement

Door de bevolking gekozen vertegenwoordigers die met de regering een staat besturen

Caoutchouc-artikel

Een artikel uit de grondwet van 1887, waardoor het censuskiesrecht wordt vervangen door een systeem waarbij kiesrecht wordt toegekend aan mannen met bepaalde tekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand

Parlementaire democratie

Een democratie waarbij de bevolking van het land wordt vertegenwoordigd door het parlement dat door het volk is gekozen

Luxemburgse kwestie

Een diplomatiek conflict in 1866-1867 tussen Willem III en het parlement, waardoor uiteindelijk het kabinet viel

Socialisme

Een maatschappelijk systeem dat is gebaseerd op gelijkheid, sociale rechtvaardigheid en solidariteit, met een eerlijke verdeling van macht en goederen en een sterke rol van de staat

Liberalisme

Een politieke ideologie die een grote vrijheid voor individuele mensen voorstaat en wil dat de overheid zich met weinig zaken bemoeit

Verzuiling

Een samenleving met aparte, nauwelijks samenwerkende groepen

Coalitie

Een samenwerking tussen verschillende politieke partijen in de regering

Confessionalisme

Een stroming die vindt dat godsdienstige ideeën via de politiek moeten worden uitgevoerd

Democratie

Een vorm van bestuur over een land waarbij de regering door het volk wordt gekozen

Verkiezingen

Gelegenheid waarbij burgers kiezen wie er in het bestuur van een land, provincie of plaats moet zitten

Klassieke grondrechten

Grondrechten die burgers beschermen tegen de overheid

Sociale grondrechten

Grondrechten waarbij de overheid een zorgplicht heeft op het gebied van onderwijs, bestaanszekerheid, huisvesting en volksgezondheid

Rooms-katholieken

Het deel van het christendom dat gehoorzaam is aan de paus in Rome

Actief kiesrecht

Het recht om een stem uit te brengen tijdens de verkiezingen

Passief kiesrecht

Het recht om je verkiesbaar te stellen

Recht van enquête

Het recht van Kamerleden om buiten de regering om een onderzoek in te stellen

Algemeen kiesrecht

Het recht van alle volwassen burgers om te stemmen

Recht van initiatief

Het recht van de leden van de Tweede Kamer om zelf een wetsvoorstel te mogen indienen

Recht van budget

Het recht van de volksvertegenwoordiging om het budget van de bestuurders vast te stellen

Recht van interpellatie

Het recht van het parlement om een minister om informatie te vragen

Recht van amendement

Het recht van leden van de Tweede Kamer om een wetsvoorstel van de minister te mogen wijzigen of aanvullen als ze het er niet mee eens zijn

Emancipatie

Het streven naar een volwaardige plaats in de samenleving vanuit een achtergestelde positie

Ontzuiling

Het uiteenvallen van verzuiling in een samenleving

Sociale kwestie

Het vraagstuk over de slechte werk- en leefomstandigheden van arbeiders

Staatshoofd

Iemand die aan het hoofd van een land staat

Districtenstelsel

Kiessysteem waarbij één of meer afgevaardigden in een kiesdistrict worden gekozen

Monarchie

Land met een koning of koningin

Constitutionele monarchie

Monarchie waarbij de macht van de vorst wordt beperkt door een grondwet

Rechterlijke macht

Onderdeel van de staatsinrichting dat zich bezighoudt met de rechtspraak, bestaande uit de rechters

Uitvoerende macht

Onderdeel van de staatsinrichting, bestaande uit de regering, die ervoor zorgt dat wetten worden uitgevoerd

Wetgevende macht

Onderdeel van de staatsinrichting, bestaande uit het parlement, dat de wetten en regels in een land vaststelt

Regeerakkoord

Overeenkomst tussen de politieke partijen die in de regering zullen plaatsnemen, waarin het overheidsbeleid voor de komende jaren in grote lijnen is uitgezet

Revolutiepoging van Troelstra

Poging van Pieter Jelles Troelstra van de Sociaal Democratische Arbeiders Partij om in 1918 in Nederland een socialistische revolutie te starten

Liberale Unie

Politieke organisatie van de liberalen, opgericht in 1885

Antirevolutionaire Partij

Politieke partij van de confessionelen, opgericht in 1879 en daarmee tevens de eerste politieke partij in Nederland

Rooms-Katholieke Staatspartij

Politieke partij van de rooms-katholieken, opgericht in 1896

Sociaal Democratische Arbeiders Partij

Politieke partij van de socialisten, opgericht in 1894

Oppositiepartijen

Politieke partijen die geen deel uitmaken van de coalitie

Schoolstrijd

Politieke strijd in de 19e en 20e eeuw over de financiële gelijkstelling van het openbaar onderwijs en het bijzonder onderwijs

Wet

Regel die door de overheid is vastgesteld en waar iedereen zich aan moet houden

Republiek

Staat waar het staatshoofd door de bevolking wordt gekozen

Rechtsstaat

Staat waarin de rechten en plichten van burgers in de wet zijn vastgelegd

Dictatuur

Staatsvorm waarbij de macht in een land in de handen ligt van één persoon, de dictator

Referendum

Stemming van de bevolking over een plan van de regering

Vereniging voor Vrouwenkiesrecht

Vereniging die zich inzette voor het vrouwenkiesrecht

Vrije Vrouwen Vereeniging

Vereniging die zich inzette voor vrouwenrechten en de emancipatie van vrouwen

Indirecte verkiezingen

Verkiezingen waarbij het volk stemt voor de Provinciale Staten, die op hun beurt weer de leden van de Eerste Kamer kiezen

Wetsvoorstel

Voorstel voor een wet

Censuskiesrecht

Vorm van kiesrecht waarbij alleen mensen die een bepaald bedrag aan belasting betalen mogen stemmen

Kinderarbeid

Werk dat wordt gedaan door jonge kinderen

Grondwet

Wet waarin is vastgelegd wat de rechten en plichten van burgers zijn en hoe het bestuur van een land is geregeld


Related study sets

AP European History Review (God be with you all)

View Set

1. CAPITALISM AND DEMOCRACY: AFFLUENCE, INEQUALITY, AND THE ENVIRONMENT.

View Set