THEMATISCHE WOORDENSCHAT FRANS : 2.HET MENSELIJK LICHAAM

Ace your homework & exams now with Quizwiz!

LE CORPS HUMAIN

HET MENSELIJK LICHAAM

Il a les/des cheveux roux

Hij heeft rood haar.

Je n'ai pas fermé l'œil de la nuit

Ik heb de hele nacht geen oog dichtgedaan.

Je ne l'aime pas d'amour, mais je l'aime bien

Ik houd niet van hem, maar ik mag hem graag.

PARTIES DU CORPS, ORGANES

LICHAAMSDELEN, ORGANEN

Je me suis trouvé nez à nez avec mon chef

Plotseling stond mijn chef voor mijn neus.

Elles ont les/des yeux noirs/clairs

Ze hebben donkere/lichte ogen.

Son cœur bat trop vite

Zijn hart klopt te snel.

C'est le cerveau de la bande.

dat is het brein van de bende.

l'orteil

de (grote) teen

la veine

de ader

le bras

de arm

les fesses

de billen

la poitrine

de borst

le sein

de borst

les seins

de borsten, de boezem

le ventre

de buik

l'intestin

de darm

la cuisse

de dij, het bovenbeen

le pouce

de duim, de grote teen

le coude

de elleboog

la cheville

de enkel

l'affection

de genegenheid, de affectie

le cou

de hals

la main

de hand

le cerveau

de hersens, het brein

la hanche

de heup

le talon

de hiel, de hak

la peau

de huid

la gorge

de keel, de hals

le menton

de kin

le genou

de knie

le foie

de lever

l'amour

de liefde

la lèvre

de lip

le poumon

de long

l'estomac

de maag

la bouche

de mond

la nuque

de nek

le nez

de neus

le rein

de nier

le tendon

de pees

le dos

de rug

la colonne vertébrale

de ruggengraat

Le crâne

de schedel

l'épaule

de schouder

l'artère

de slagader

le muscle

de spier

la dent

de tand, de kies

le doigt de pied

de teen

la langue

de tong

tirer la langue à quelqu'un

de tong uitsteken naar iemand

le doigt

de vinger

le pied

de voet

le poing

de vuist

serrer les poings

de vuisten ballen

la joue

de wang

le sourcil

de wenkbrauw

froncer les sourcils

de wenkbrauwen fronsen

le cil

de wimper

le nerf

de zenuw

un sentiment

een gevoel

avoir un chat dans la gorge

een kikker in de keel hebben

un organe

een orgaan

flirter avec

flirten met

le derrière

het achterwerk

la jambe

het been

le sang

het bloed

l'os

het bot

le squelette

het geraamte, het skelet

la figure

het gezicht

le visage

het gezicht

le cœur

het hart

la tête

het hoofd

Le corps

het lichaam

le poil

het lichaamshaar, het lichaamsvel

Le corps humain

het menselijk lichaam

la taille

het middel, de (lichaams)lengte

l'œil

het oog

la paupière

het ooglid

l'oreille

het oor

le poignet

het polsgewricht

le front

het voorhoofd

le système nerveux

het zenuwstelsel

Il s'est foulé la cheville

hij heeft zijn enkel verstuikt

Il n'a que la peau sur les os

hij is vel over been.

Il lui fait la cour depuis des mois

hij loopt haar al maanden achterna

aimer

houden van, liefhebben

casser les pieds à quelqu'un

iemand ergeren

faire la cour à quelqu'un

iemand het hof maken/achternalopen

sauter au cou de quelqu'un

iemand om de hals vallen

draguer quelqu'un

iemand versieren

montrer quelqu'un /quelque chose du doigt

iemand/iets aanwijzen

avoir mal au crâne

koppijn hebben

être à poil

naakt zijn

des pieds à la tête

van top tot teen

amoureux, amoureuse

verliefd

tomber amoureux de quelqu'un

verliefd worden op iemand

être amoureux de quelqu'un

verliefd zijn op iemand


Related study sets

Assignment #7: Texas Governor and the Executive Department

View Set

ECO 473 Test Bank 1, ECO473 - EXAM #2, ECO 473 Test Bank 3

View Set

Impacting Oranizational Capability - Change Management

View Set

Udemy Practice Test answers PenTest+

View Set

ALEC 606 Foundations in Leadership Theory

View Set

Political Science 103 Final Spring 16

View Set

ARDS LIppencott/Priority & New Priority

View Set