H6 gekozen natuurkunde vragen 3VWO
Charlie: De soortelijke weerstand veranderd als de stroomsterkte veranderd. Juist of onjuist? Leg uit waarom wel/niet.
Onjuist, want soortelijke weerstand is een (stof)eigenschap. Stofeigenschappen veranderen niet.
Blerta: Voor de elektriciteitsleidingen in huis wordt koperdraad gebruikt. Bereken de weerstand van 7m koperdraad met een diameter van 1,4mm. De soortelijke weerstand van koper is 0,017Ω. Bereken de weerstand.
P = 0,017Ω D = 1,4mm I = 7m straal = 0,5 x 1,4 = 0,7mm doorsnede = π x 0,7² = 1,54mm² R = (P x I) : A R= (0,017 x 7) : 1,54 = 0,077Ω
Charlie: In schakelingen worden soms componenten gebruikt met een veranderlijke weerstand. Noem minstens 3 van deze componenten en leg per component uit wanneer de weerstand veranderd.
PTC, de weerstand veranderd als de temperatuur veranderd. NTC, de weerstand veranderd als de temperatuur veranderd. LDR, de weerstand veranderd als de hoeveelheid licht wat erop valt veranderd.
Jasmijn: Met welke formule kun je de weerstand van een draad berekenen?
R = (ρ x L) / A R = weerstand ρ = soortelijke weerstand L = lengte van de draad A = doorsnede van de draad
Mei-Xue: Wat is de formule om de totale weerstand in een parallelschakeling te berekenen?
1/Rtot = 1/R1 + 1/R2
Blerta: Hoeveel elektronen bevat een lading van 8,78 C?
1C = 6,5 x 10(tot de 18e macht) x 8,78 8,78C = 54,9 x 10(tot de 18e macht)
Mei-Xue: Een PVC-buis is geladen met 854 elektronen. Een doek is geladen met 252 elektronen. Iemand wrijft het doek over de PVC-buis. A. Hoeveel elektronen bevat het doek na het wrijven? B. Hoeveel elektronen bevat de PVC-buis na het wrijven? C. Van welk voorwerp naar welk voorwerp zijn de elektronen overgesprongen? D. En waarom?
A. 553 elektronen, want (854+252) : 2 = 553 B. 553 elektronen, want (854+252) : 2 = 553 C. Van de PVC-buis naar het doek D. De PVC-buis bevatte eerst meer elektronen
Anass: Figuur 1: 3 weerstanden in 1 schakeling R1 staat in seriegeschakelt R2 en R3 staan in een parallelschakling R1: 2Ω R2: 9Ω R3: 6Ω De totale spanning is 18V. A. Bereken de spanning van elke weerstand. B. Bereken de stroomsterkte van elke weerstand. C. Bereken de totale stroomsterkte.
A. De spanning van R1 = 9V. De spanning van R2 en R3 is hetzelfde: 18V. B. De stroomsterkte R1 is 4,5A De stroomsterkte R2 is 2A De stroomsterkte R3 is 3A C. Spanning = 18V Weerstand R2 en R3 = 1/Rtot = 1/9Ω + 1/6Ω 0,11Ω + 0,16Ω = 0,27Ω 1/0,27 = 3,7Ω 2Ω + 3,7Ω = 5,7Ω Totale stoomsterkte = 18V/5,7Ω = 3,1A
Anass: Jan heeft een apparaat gekocht waar 24V door gaat. Er zitten 3 weerstanden in met 3 verschillende weerstanden: 5Ω, 3Ω, 1Ω. De weerstandjes zijn parallel geschakeld. A. Teken de stroomkring van het apparaat. B. Geef de totale weerstand. C. Bereken de totale stroomsterkte van het apparaat.
A. Groepsapp B. 1/Rtot = 1/5Ω + 1/3Ω + 1/1Ω = 0,2Ω + 0,3Ω + 1Ω = 1/1,5Ω = 0,66Ω C. I = U/R > I = 24V/0,66Ω = 36,36
Eva: A. Wat gebeurt er als je een PVC-buis wrijft over een wollen doek? B. Hoe kun je merken dat dit gebeurt?
A. Hij wordt statisch/elektrisch geladen. B. Het voorwerp trekt nu andere voorwerpen aan en er springen vonkjes over naar andere voorwerpen.
Anass: Voor een elektriciteitsleiding wordt koperdraad gebruikt. De draad is 15 meter en het heeft een diameter van 1,2mm. A. Noteer je gegevens B. Bereken de weerstand van het stuk koperdraad.
A. soortelijke weerstand van koper = 0,017Ω diameter = 1,2mm lengte = 15m B. straal = 0,5 x 1,2mm = 0,6mm doorsnede = π x 0,6² = 1,13mm² R = (0,017 x 15) / 1,13 = 0,23
Sanne: Wat is het verschil tussen positieve en negatieve lading?
Bij positieve lading is er een te kort aan elektronen en bij negatieve lading een overschot aan elektronen.
Charlie: Als je een doek over een neutraal geladen kunststof buisje wrijft springen alle elektronen van de doek over naar de buis. Juist of onjuist? Leg uit waarom wel/niet.
Charlie's amtwoord: Onjuist, want 1 van de voorwerpen wordt negatief geladen en de ander wordt positief geladen. Mijn antwoord: Onjuist, want je weet niet welk voorwerp positief of negatief geladen is en dus ook niet waar de elektronen naar toe gaan en vandaan komen.
Mei-Xue: Leg uit wat stroomsterkte is.
De hoeveelheid elektronen die per seconde langs een punt in de stoomkring komen.
Jasmijn: Leg uit wat er bij de wet van Ohm gebeurt.
De weerstand van de draad heeft een constante waarde: als je de spanning (U) deelt door de stroomsterkte (I) komt daar steeds hetzelfde getal uit. De weerstand (R) is dus bij elke waarde van de spanning altijd even groot.
Kaomi: Hoe blijft een ballon aan een muur hangen?
Door een ballon over een wollen trui te wrijven. De elektronen springen dan over van de trui op de ballon en de ballon blijft aan de muur hangen, omdat de kernen in de muur de elektronen op de ballon aantrekken.
Anaïs: Noem 3 verschillende soorten spanningsbronnen en beschrijf ze.
Elektrostatische bronnen: een apparaat waarmee je statische lading kunt opwekken en vonken kunt maken, noem je een elektriseermachine. Elektriseermachines geven een hoge spanning en een zeer kort durende stroom. In het dagelijks leven heb je daar niet veel aan. Daarvoor gebruik je andere spanningsbronnen. Chemische bronnen: zoals accu's en batterijen zijn zeer geschikt voor mobiel gebruik. Hun werking is gebasseerd op chemische reacties in de batterij. De reactie bij de minpool levert elektronen aan de minpool en de reactie bij de pluspool neemt juist elektronen op. Buiten de batterij kan er daardoor een elektronenstroom door een draad lopen van de minpool naar de pluspool. Als de beginstoffen op zijn, stoppen de reacties en is de batterij "leeg". Elektromagnetische bronnen: voorbeelden zijn dynamo's en generatoren.
Eva: Noem 3 verschillende spanningsbronnen en geef minimaal 1 voorbeeld.
Elektrostatische bronnen: elektriseermachine Chemische bronnen: accu's, batterijen Elektromagnetische bronnen: dynamo's, generatoren
Blerta: Wat is de (formule voor het berekenen van de) totale stroomsterkte in een parallelschakeling?
Itot = I1 + I2 +I3 + ...
Sanne: Is bij een grafiek van de stroomsterkte en spanning bij een constantdraad de lijn altijd een rechte lijn?
Ja
Eva: Met welke factoren hangt de weerstand van een draad samen?
Temperatuur Lengte van de draad Doorsnede van de draad Materiaal van de draad(soortelijke weerstand)
Anaïs: Een weerstand heeft een weerstand van 6 Ohm. Het woord "weerstand" heeft in deze zin 2 betekenissen, welke 2?
een voorwerp, een grootheid
Kaomi: Hoe ..... de temperatuur van de gloeidraad, hoe ..... de weerstand. Behalve bij ..... De weerstand bij dit soort draad blijft altijd constant.
hoger, hoger, constantaandraad
Kaomi: Is de lading van een elektron groot of klein?
klein