Anatomie

Ace your homework & exams now with Quizwiz!

functie schuine halsspier

hoofd draaien, hoofd naar voor buigen

dijbeen

femur

kuitbeen

fibula

functie voorhoofdsspier

fronsen, wenkbrauwen optrekken

kalkzouten

hard en stevig bot

functie schuine buikspier

het bovenlichaam draaien

functie rechte buikspier

het bovenlichaam naar voor brengen

functie monnikskapspier

het hoofd en de schouders naar achter trekken

schuine halsspier

m. sternocleidomastoideus

scheenbeenspier

m. tibialis major

schuine buikspier

m. transversus abdominis

driehoofdige armspier

m. triceps brachii

deltaspier

m.deltoideus

kleermakerspier

m.sartorius

monnikskapspier

m.trapezius

onderkaak

mandibula

bovenkaak

maxilla

endorotatie

naar het lichaam toedraaien in het transversale vlak rond de longitudinale as

Antagonisten

spieren die een tegengestelde beweging veroorzaken. Ze werken in tegengestelde richting

dynamische spiercontractie

spier zet kracht en komt in beweging

Hoe beweging tot stand ?

Door samenwerking van de spieren al dan niet met gewrichten en beenderen. Het zenuwstelsel stuurt de prikkels door

Anatomische positie

Positie van het lichaam in normale omstandigheden: rechtopstaand, voeten bij elkaar met tenen naar voor gericht, armen ontspannen naast het lichaam met handpalmen naar voor.

Osteocyten/ beencellen

beschermen botkwaliteit en regelen botbouw. Geven osteoblasten prikkel voor botaanmaak

adductie

beweging naar de mediaan in frontaal vlak rond de sagittale as

Abductie

beweging weg van de mediaan in frontaal vlak rond de sagittale as

Osteoblasten / beenvormers

bouwen het been op en scheiden matrix af die verkalkt

transversaal vlak

boven en onder

functie grote bilspier

bovenbeen naar achter en naar buiten bewegen

Osteoclasten/ beenvreters

breken het bot af waar het aangepast of vervangen moet worden

flexie

buiging in het sagittaal vlak rond de frontale as

hielbeen

calcaneus

voeteinde

caudaal

sleutelbeen

clavicula

sleutelbeenderen

claviculae

ribben

costae

hoofdeinde

craniaal

functie deltaspier

de arm naar voor en opzij tillen

functie brede rugspier

de arm omlaag bewegen ( adductie de arm naar achter bewegen), hoesten, ademhalen

functie grote borstspier

de arm opheffen en binnenwaarts draaien ( de arm naar het midden van het lichaam brengen)

statische contractie / isometrische contractie

de spier levert kracht maar komt niet in beweging. De weerstand is groter dan de geleverde kracht.

rugzijde

dorsaal

functie tweehoofdige armspier

ellebooggewricht buigen

functie driehoofdige armspier

ellebooggewricht strekken

frontale/ transversale as

horizontale as, links naar rechts

opperarmbeen

humerus

functie kleermakersspier

knie buigen en bovenbeen naar buiten brengen

functie vierhoofdige dijbeenpier

kniegewricht strekken

collageen

kracht en soepelheid

Anatomie

leer van de bouw van het lichaam

Mediaan

lijn die het lichaam in 2 gelijke delen verdeelt

Sagittaal vlak

links en rechts

tweehoofdige armspier

m. biceps brachii

tweehoofdige dijbeenspier

m. biceps femoris

tweehoofdige kuitspier

m. gastrocnemius

grote bilspier

m. gluteus maximus

brede rugspier

m. latissimus dorsi

Voorhoofdspier

m. occipitofrontalis

oogkringspier

m. orbicularis oculi

mondkringspier

m. orbicularis oris

grote borstspier

m. pectoralis major

vierhoofdige dijbeenspier

m. quadriceps femoris

rechte buikspier

m. rectus abdominis

functie oogkringspier

oogleden knipperen

staartbeen

os coccygis

voorhoofdsbeen

os frontale

darmbeen

os illium

zitbeen

os ischium

neusbeen

os nasale

achterhoofdsbeen

os occipitale

wandbeen

os parietale

schaambeen

os pubis

heiligbeen

os sacrum

slaapbeen

os temporale

jukbeen

os zygomaticum

handwortelbeentjes

ossa carpalia

middenhandsbeentjes

ossa metacarpalia

middenvoetsbeentjes

ossa metatarsi

vingerkootjes

ossa phalanges

voetwortelbeentjes

ossa tarsi

knieschijf

patella

teenkootjes

phalanges

functie mondkringspier

praten, lachen, kussen

spaakbeen

radius

Beweging

reactie op prikkel

schouderbladen

scapulae

excentrische spiercontractie

spier levert kracht en verlengt tijdens de beweging. De spier beweegt in dezelfde richting als de zwaartekracht of een andere kracht, om de beweging af te remmen moet de spier weerstand bieden.

concentrische spiercontracties

spier levert kracht tegen de zwaartekracht of andere kracht in en verkort tijdens de beweging

Synergisten

spieren die in groep samenwerken om een lichaamsdeel te laten bewegen. Ze versterken elkaars werking en werken in dezelfde richting

borstbeen

sternum

extensie

strekken in sagittaal vlak rond de frontale as

scheenbeen

tibia

ellepijp

ulna

exorotatie

van het lichaam wegdraaien rond de logitudonale as in het transversale vlak

sagittale as

van voor naar achter

buikzijde

ventraal

wervels

vertebrae

halswervels

vertebrae cervicales

staartwervels

vertebrae coccygeae

lendenwervels

vertebrae lumbales

heiligbeenwervels

vertebrae sacrales

borstwervels

vertebrae thoracales

Longitudinale as

verticale as

frontaal vlak

voor en achter


Related study sets

Chapter 9 Quiz Organizational Behavior

View Set

Concepts of Emergency and Disaster Preparedness

View Set

Salesforce User Experience Designer

View Set

Chap 20 Accounting Changes and Error Corrections

View Set

KTL #8 Airport Searches, Border Searches, and Other Exigencies CJC-132-Court Procedure & Evidence

View Set

Chapter 18 Speaking on Special Occasions

View Set

Molecular Genetics Chapter 3: Mendelian Genetics

View Set