Frans : Module 2 : avoir

Ace your homework & exams now with Quizwiz!

Ik heb een geschenk.

J'ai un cadeau.

Wij hebben een geschenk.

Nous avons un cadeau.

Jij hebt een geschenk.

Tu as un cadeau.

Jullie hebben een geschenk.

Vous avez un cadeau.

Zij heeft een geschenk.

Elle a un cadeau.

Zij (meisjes) hebben een geschenk.

Elles ont un cadeau.

Hij heeft een geschenk.

Il a un cadeau.

Zij (jongens) hebben een geschenk.

Ils ont un cadeau.


Related study sets

The Legislative Branch PRE TEST ODYSSEY

View Set

Law and Ethics MIDTERM and FINAL

View Set

fin 240 kaplowitz worksheet 11.2: types of contracts

View Set

Unit 4 "Signs, Signals, and Road Markings"

View Set

World History Test- American Imperialism

View Set

Nutrition in Health: Chapter 12: Trace Minerals

View Set

Astronomy Final- Jerome Fang OCC

View Set