integrale toets blok 1
De student kan onderbouwen wat oorzaken zijn voor gezondheidsverschillen:
- Er wordt steeds meer verwacht dat burgers en patiënten een actieve rol op zich nemen in de zorg voor hun eigen gezondheid en ziekte en die van hun naasten. Niet iedereen is hier even goed toe in staat. Bij sommige mensen ontbreekt het aan de juiste kennis en informatie en aan de vaardigheden om die informatie te krijgen. - Soms zijn er andere belemmeringen om actief en betrokken te zijn, zoals een gebrek aan zelfvertrouwen om vragen te stellen aan de zorgverlener, het ontbreken van motivatie om gezonder te leven of omdat men liever heeft dat de arts voor hen beslist. Gezondheidsvaardigheden zijn belangrijk als verklaring voor sociaaleconomische gezondheidsverschillen en zijn volgens de American Medical Association een sterkere voorspeller van iemands gezondheid dan leeftijd, inkomen, werk, opleidingsniveau of culturele achtergrond.
wat zijn de functies van de mondholte?
-Voelen en onderzoeken van eten -Verwerken van eten -Bevochtigen -Starten verteringsproces
Zelfstandigheidstekort in wassen/ probleem met zichzelf wassen (ADL zorg):
ADL: activiteiten van het dagelijks leven (aankleden, baden, eten, toiletbezoek). IADL: instrumentele activiteiten van het dagelijks leven (reizen, huishouden, financiën). Beperking in het functioneren kan komen door de verminderde spiermassa en geriatrische problemen Oplossing: met behulp van de zorgverlener wassen, aangepaste badkamer
soorten ademhaling
Ademhaling: Eupnoe: Normale ademhaling Tachypnoe: Snelle ademhaling Bradypnoe: langzame ademhaling Hyperpnoe: Diepe ademhaling Dyspnoe: Kortademigheid Apnoe: Ademstilstand Cheyne-Stokes: Onregelmatige ademhaling met af en toe een ademstilstand Kussmaul: Diepe en snelle ademhaling
Misselijkheid (bij zwangerschap):
Als gevolg van hormonale verandering: · Hoge concentratie HCG · Stijging oestrogeengehalte · Veranderingen spijsvertering · Vitamine B6 supplement Advies: kleine beetjes drinken/eten. Vet, sterk gekruid en zwaar op de maag liggende eten vermijden. Ontbijt in bed eten.
wat houdt het verpleegkundig beroep in en welke invloed hebben de maatschappelijke ontwikkelingen hierop?
Beroep: de maatschappelijke werkkring waarvoor men de vereiste bekwaamheid en/of bevoegdheid heeft verkregen. Het doel van het verpleegkundig vak bij mensen die ziek worden: - het lijden en pijn minimaliseren - mensen in staat te stellen om met hun ziekte/handicap te leren omgaan - de benodigde behandeling en de gevolgen daarvan te begrijpen en leren ermee om te gaan.
Beschadigd mondslijmvlies:
Beschadigd mondslijmvlies: beschadiging van de lippen en het slijmvlies in de mondholte. Verandering in speeksel(vloed), slijmvlies of bouw van de mondholte met als gevolg pijn of gevoeligheid
Probleem met mondhygiëne/ beschadiging mondslijmvlies (tandenpoetsen):
Bij ouderen is de mondverzorging een probleem. Het speeksel is onderdeel van het afweersysteem dat snel-delende bacteriën bevat. Het evenwicht kan worden verstoord doordat de bacteriën (commensalen flora) ziektemakers kunnen worden. Dit zorgt voor een verminderde weerstand in de mond, vermindering van normale bacteriën in de mond, groei van orale biofilm (cluster bacteriën die zich hechten aan tanden en tandvlees). Deze biofilm kan een bron voor bacteriegroei worden die tot ziekte kunnen leiden. De verminderde zelfredzaamheid en krachtverlies zijn factoren die meespelen in de mondzorg. Ook gebitsprothesen is een factor. Slechte tanden kunnen ook voor sociale ongemakkelijkheden zorgen. Er wordt bij de interventies onderscheid gemaakt tussen: Dentate cliënten (eigen tanden) Enedentate cliënten (kunstgebit).
definieer de PICO bij evidence based practice
Binnen de EBP wordt de PICO-regel toegepast om concrete en beantwoordbare vragen te formuleren. PICO is de afkorting van de elementen die de vraag bevat: · Patiënt of probleem (wie): beschrijving van de cliënt(en) en/of het probleem, zoals diagnose, leeftijd, geslacht. · Interventie (wat): beschrijving van de toegepaste en/of onderzochte interventie. · Comparison of controle-interventie: eventuele andere (alternatieve) interventie, die vergeleken wordt met de interventie. · Outcome of resultaat (waarom): beschrijving van wat de verpleegkundige hoopt te bereiken of welk effect de interventie voor de client zou moeten hebben. Tegenwoordig wordt de nadruk gelegd op het beschrijven van resultaten die belangrijk zijn voor de client.
Wat is bradycardie?
Bradycardie Een vertraagde hartslag wordt een bradycardie genoemd. Bij getrainde sporters zal de hartslag in rust lager zijn dan gemiddeld, dit is niet afwijkend. Oorzaken van een bradycardie zijn: topsport, hypothyreoïdie en medicijngebruik.
In welke categorieën kun je decubitus/wond in de huid/huiddefect indelen?
Categorie I: niet-wegdrukbare roodheid bij een intacte huid. Intacte huid met niet-wegdrukbare roodheid in een gelokaliseerd gebied meestal ter hoogte van een bot-uitstulping. Er kan sprake zijn van een verkleuring van de huid, warmte, oedeem, verharding en pijn. Een donkergekleurde huid vertoont mogelijk geen zichtbare verkleuring. Categorie II: verlies van een deel van de huidlaag of blaar. Gedeeltelijk verlies van een laag van de lederhuid (dermis), waardoor een oppervlakkige open wond zichtbaar wordt met een rood, roze wondbodem, zonder wondbeslag. Kan er ook uitzien als een intacte of open/gescheurde, met vocht gevulde of met serum en bloed gevulde blaar. Categorie III: verlies van een volledige huidlaag (vet zichtbaar). Verlies van de volledige huidlaag. Onderhuids vet kan zichtbaar zijn, maar bot, pezen en spieren liggen niet bloot. Wondbeslag kan aanwezig zijn. Ondermijning of tunneling kunnen aanwezig zijn. Categorie IV: verlies van een volledige weefsel laag (spier/bot zichtbaar). Verlies van een volledige weefsel laag met blootliggend bot, pezen of spieren. Een vervloeid wondbeslag of necrotische korst kan aanwezig zijn.
Hoe wordt het hartritme (frequentie) gemeten?
De hartfrequentie kan gemakkelijk worden gemeten op de volgende plekken: · Pols aan de binnenzijde van je arm bij de duim (slagader radialis) · Hals net onder de kaaklijn (slagader carotis) · Lies (slagader femoralis) · Hart, op de borstkas · Een nauwkeuriger manier om de hartfrequentie te meten is het maken van een hartfilmpje (ECG). Dit wordt vaak in het ziekenhuis gedaan. Normaalwaarden: Volwassenen in rust = 60 - 100 bpm Volwassenen tachycardie = > 100 bpm Volwassenen bradycardie = < 60 bpm Neonaten (0 - 3 mnd) = 100 - 150 bpm Baby's (3 - 6 mnd) = 90 - 120 bpm Kinderen (6 - 12 mnd) = 80 - 120 bpm Kinderen (1 - 10 jaar) = 70 - 130 bpm Kinderen (> 10 jaar) = 60 - 100 bpm Topsporters = 40 - 60 bpm
Wat is incontinentie?
De urine moet worden kunnen opgespaard in de blaas en de ontlasting in de endeldarm. Bij lekkage is er sprake van incontinentie.
definieer de vraagstelling bij evidence based practice
De vraagstelling beschrijft wat er wordt onderzocht. Hiermee geef je de inhoud van het onderzoek weer.
Risico op vallen:
Definitie van een val: een onbedoelde verandering in lichaamspositie, die resulteert in het neerkomen op de grond of een ander lager niveau. Vaak is er sprake van een complex van factoren die ervoor zorgt dat een oudere valt. Om zicht te krijgen op deze factoren kan een verpleegkundige het lichamelijk functioneren vanuit verschillende orgaansystemen analyseren.
Passende verpleegkundige interventies beschrijven:
Definitie: een verpleegkundige interventie is een gerichte activiteit die de verpleegkundige namens of voor een persoon/groep verricht op basis van de verpleegkundige diagnose, en die de persoon/groep niet zelf kan verrichten. Het gaat om handelingen die vanuit een verpleegkundige-optiek ondernomen worden en die gerelateerd zijn aan het verpleegkundig proces. De interventies zijn in ingedeeld in vier categorieën: 1. Directe zorg: Hieronder wordt verstaan alle therapeutische acties die verband houden met de directe uitvoering van zorg zoals begeleiden, ondersteunen (lichamelijk dan psychisch), overnemen van zorg (geheel of gedeeltelijk), verlenen van algemene en specifieke zorg. 2. Training: verschaffen van kennis, inzicht en kundigheid door middel van instructie, training, onderwijs, voorlichting of informatie. 3. Beoordeling: hieronder vallen acties zoals observeren, verzamelen en analyseren van gegevensmet betrekking tot de diagnose en de te bereiken doelstelling. 4. Management van de persoonlijke zorg: hieronder worden alle handelingen verstaan die te maken hebben coördinatie en continuïteit van de uitvoering van de zorg. Het bijhouden van het verpleegkundig dossier is hiervan een voorbeeld. Daarnaast vallen hieronder ook activiteiten die te maken hebben met de omgeving, zowel materieel als psychisch en lichamelijk.
De student kan de verschillende definities van gezondheid en gezondheidsbeleving toepassen: Humane, multicausale visie
Deze verbindt de biologische, psychische en de sociale visie. Deze benadering is veel breder enpositiever dan de klassieke, medische benadering en weerspiegelt een holistisch mensbeeld. Het mens is meer dan alleen lichaam. Je bent gezond als je je psychisch, sociaal en mentaal goed voelt. Het is dus meer dan niet ziek zijn.
De student kan kenmerken van de normale ontwikkeling bij kinderen benoemen: huilen
Een jong kind heeft weinig mogelijkheden om zich te uiten. Een van de mogelijkheden is huilen. Na de geboorte neemt het huilen toe met een piek rond de 6-8 weken en daarna wordt het weer minder. Vanaf 3 weken huilen baby's zon 1.5 uur per dag en is het huilen ook beter te interpreteren voor de ouders.
De student kan onderbouwen welke invloed een lage SES heeft op gezondheid:
Een lage SES kan een slechte invloed hebben op de gezondheid. Zo is bewezen dat mensen met een lage SES vaker psychische gezondheidsproblemen/stoornissen hebben dan mensen met een hoge SES. Ook hebben mensen met een lage SES vaker een ongezonde leefstijl en zijn ze inactief. Oorzaken van gezondheidsverschillen kunnen ook komen door opleidings- en inkomensniveau, maar ook arbeidsomstandigheden. Je jeugd en opvoeding kunnen ook veel zeggen.
De student kan vertellen wat het Health Concept van Lalonde inhoudt en weet wat de invloed van gezondheidsdeterminanten is op gezondheid.
Een model om invloeden op gezondheid een plaats te geven. In dit model staan gezondheid en het bevorderen van gezondheid centraal. - De kern van dit concept wordt gevormd door gezondheidsdeterminanten. Dit zijn bepalende factoren die invloed hebben op ziekte en gezondheid. Dit kan ook persoonsgebonden, leefstijl en omgeving zijn. - In dit concept kijken ze naar gezondheidsdeterminanten op groepsniveau.
Verpleegkundige doelen formuleren aan de hand van een verpleegkundige diagnose:
Een verpleegkundige diagnose beschrijft het probleem van de zorgvrager, niet die van de verpleegkundige in het onderwerp uitvoeren van de zorg. Een verpleegprobleem kan een verpleegkundig probleem omschrijven in het onderwerp uitvoeren van de zorg. Verpleegkundige diagnose: Mevrouw heeft acute pijn (probleem), ten gevolge van een heupfractuur door een val (etiologie), wat blijkt uit het benoemen van pijn, de onrust en het vertrekken van haar gezicht ('signs'). Een tweede diagnose die kan worden opgesteld is: angst. Doel bij deze casus: · Binnen een uur geeft mevrouw aan dat haar toestand wat de pijn betreft verbeterd is. Dit blijkt een verlaagde pijnscore [meetbaar], verminderd vertrekken van het gezicht en ophouden met zuchten [observeerbaar]. Interventies bij deze casus: · Pijnmedicatie volgens voorschrift toedienen; · Comfortabele positie laten aannemen; · Pijn monitoren; · Uitleg geven over de pijnmedicatie en het doel van de pijnbehandeling
Wat is tachycardie?
Een versnelde hartslag wordt een tachycardie genoemd. Oorzaken van een tachycardie zijn: inspanning, zwangerschap, angst, koorts, anemie (verlaagd Hb), hyperthyreoïdie (TSH) en medicijngebruik.
Lalonde: Biologische factoren
Endogene, persoonsgebonden gezondheidsdeterminanten Betreft de factoren die zich in het menselijk lichaam afspelen en die van invloed zijn op de gezondheid. Dit wordt onderverdeeld in genetische factoren (geslacht, kleurenblindheid of een genetische aanleg voor bepaalde ziektes) en verworven eigenschappen (door de leefstijl of de omgeving (gewicht, bloeddruk en longfunctie)). Dit wordt aangeduid als persoonsgebonden factoren, intern milieu of human biology.
De student kan de verschillende definities van gezondheid en gezondheidsbelevingtoepassen: Dynamische visie
Er wordt gekeken naar het aanpassingsvermogen van de mens. Het staat centraal dat de persoon het vermogen heeft zich aan te passen aan wisselende invloeden. - Gezond als het vermogen van mensen zich aan past aan de psychische, sociale en fysieke factoren (Iemand is gezond als er balans is met zichzelf en met zijn externe milieu). - Centraal: aanpassingsvermogen en zelfmanagement.
Lalonde: omgeving
Exogene gezondheidsdeterminanten/ extern milieu Dit kan onderverdeeld worden in de fysieke en maatschappelijke omgeving. - De fysieke omgeving betreft factoren buiten het menselijk lichaam die van invloed zijn op de gezondheid en het ontstaan of verergeren van gezondheidsproblemen. De fysieke omgeving wordt ook wel physical eviroment genoemd. - De maatschappelijke omgeving geeft de plaats van mensen weer binnen de maatschappij. Deze heeft een belangrijke invloed op de gezondheid en het gevoel van welbevinden van mensen. De maatschappelijke omgeving wordt ook wel social enviroment genoemd.
waarom ontstaat er koorts/hyperthermie bij infectie
Fysiologisch beschermingsmechanisme: afweer werkt beter · Mechanische koorts: door pyromanen gaat thermostaat omhoog, lichaam warmt op · Subfebriele verhoging: 37.5 - 37.9 ºC · Koorts: 38.0 - 41 ºC · Bacteriemie aantoonbaar bij: 38.5 ºC
Lalonde leefstijl
Gezondheidsdeterminant lifestyle (leefstijl en gedrag) Geeft de invloed weer die het gedrag van mensen heeft op de gezondheid en op het ontstaan of verergeren van gezondheidsproblemen. Het gaat dus om zowel iemands beweegredenen om zich op een bepaalde manier te gedragen als het om het werkelijke gedrag. Een combinatie van gedragingen die gerelateerd zijn aan gezondheid.
Lalonde: Voorzieningen gezondheidszorg
Gezondheidsdeterminant medische zorg & preventie Betreft de gezondheidszorgvoorzieningen. Dit kan curatief en preventief worden ingezet in de zorg voor gezondheid en het voorkomen of verergeren van gezondheidsproblemen. Dit wordt ook wel health care organisation genoemd. De financiële situatie heeft geen vast kopje.
Wat is een normaal slaappatroon?
Goede nachtrust is belangrijk op elke leeftijd voor welzijn, prestaties en kwaliteit van leven. Eigenlijk doorlopen we in een nacht niet 1 cyclus, maar 5 cyclussen. In een gemiddelde nacht doorlopen we 4 tot 5 slaap cyclussen, iedere slaapcyclus duurt zo'n 90 tot 120 minuten. Alle cyclussen hebben min of meer dezelfde structuur en volgen elkaar op. Iedere slaapcyclus bestaat vervolgens ook weer uit 5 fases, dit zijn overigens voor iedere cyclus dezelfde fases en ze vinden ook in dezelfde volgorde plaats. 5 cyclussen en 5 fases Wat wel verschilt per cyclus, is de duur van de verschillende fases van slaap, en dit heeft een enorme invloed op het verschil in "kwaliteit" of "belang" van iedere slaapcyclus.
Wat zijn de basisprincipes van evidence based practice?
Het gaat bij het EBP om het nemen van beslissingen op grond van het afwegen van de volgende drie aspecten: · Het huidige beste beschikbare bewijs · De kennis en ervaring van de verpleegkundige; en · De waarde(n) en voorkeur van de individuele client
De student kan kenmerken van de normale ontwikkeling bij kinderen benoemen: emoties
Het zijn onze emoties en de samenwerking met onze rationele vermogens die ons als mens laten verschillen van dieren. -Met primaire emoties worden we geboren. Deze worden getriggerd door gebeurtenissen die we meemaken in relatie tot onze doelen (boosheid, verdriet, geluk, angst). -Secundaire emoties als schaamte, schuld en trots komen naar voren op vroege leeftijd wanneer kinderen zich ontwikkelen en leren dat ze onderdeel zijn van een complexe wereld waarin zij zelf ook een rol spelen. Ouderen zijn erg goed in staat om met negatieve emoties om te gaan. Zij krijgen te maken met rouw, functionele achteruitgang, doelen niet kunnen behalen etc. Als mensen ouder worden ontwikkelen ze een soort emotionele veerkracht, jongeren hebben dat nog niet. Ouderen gebruiken minder snel slechte benamingsmechanismen en kunnen emoties beter controleren. Ouderen willen het positieve in het leven behouden, omdat het nog maar zo kort is. Als ze echter om moeten gaan met nieuwe, ongewone en veel vragende situaties, kunnen ouderen veel moeite hebben.
Wat is het evidence based practice?
Het zorgvuldig, expliciet en oordeelkundig gebruik van het huidige beste bewijsmateriaal om beslissingen te nemen met individuele cliënten over goede of gewenste zorg of behandeling.
De student kan de verschillende definities van gezondheid en gezondheidsbelevingtoepassen: Psychologische visie
Iemand is gezond als de persoon in staat is de door hemzelf gestelde doelen in het leven te behalen. We kijken hier naar de geestelijke gezondheid. Het wordt ook wel de individuele benadering van gezondheid genoemd. Als je jezelf gezond noemt, ben je ook gezond. Bij lichaamsgebrek/ziekte ben je toch gezond. De psychologische visie kun je ontdekken door observeren en praten. Je bent ziek bij het niet bevredigen van je geestelijke behoeften. Je bent gezond bij lichaamsgebrek of bij een ziekte.
De student kan de verschillende definities van gezondheid en gezondheidsbelevingtoepassen: Biologische visie
Iemand is gezond als hij ertoe in staat is onder wisselende externe omstandigheden zijn interne milieu constant te houden (homeostase). We kunnen zicht krijgen op de biologische visie door handelingen te verrichten (tempen, bloedglucosespiegel bepalen). - Aanpassingen van fysiologische processen en biochemische reacties in het lichaam aan externe omstandigheden. Dit wordt in stand gehouden door homeostase. - Gezond als je onder wisselende omstandigheden je interne milieu constant weet te houden.
wat is de behandeling van artrose?
In het begin doet de huisarts dit, d.m.v. pijnstilling · Indien nodig doorverwijzing naar een fysiotherapeut, om te helpen met bewegen · Indien het geval van overgewicht wordt aangeraden af te vallen om zo belasting te verminderen.
Verpleegproblemen aan de hand waarvan het verpleegproces doorlopen dient te worden: Risico op infectie
Infectie ontstaat doordat er bacteriën in de wond komen. De kans op een infectie is het grootst na een operatie. Patiëntgebonden risicofactoren: · Roken · Alcohol · Ouderdom · Overgewicht / adipositas · Ondergewicht · Ziekten (diabetes, bloedvat-afwijkingen, bloed- en huidziekten, een eerdere infectie in het te opereren gebied, reumatoïde artritis, een verzwakt immuun afweersysteem (Bij HIV) of andere chronische ziekten · Medicatie Operatie-gebonden risicofactoren: · Grootte en moeilijkheidsgraad van de uit te voeren operatie · Duur van de operatie · Soort wond
De student weet wat verstaan wordt onder sociaaleconomische status (SES).
Is een 'ladder' waarop mensen op basis van hun sociaaleconomische situatie kunnen worden ingedeeld in respectievelijk een hoge, een midden- en een lage groep.
Verschil en de relatie tussen een medische en verpleegkundige diagnose uitleggen:
Kenmerken verpleegkundige diagnose: · Klinische uitspraak door een verpleegkundige; · Een analyse en een interpretatie van, alsmede een oordeel over de betekenis van een verzameling observaties; · Het beschrijft actuele of potentiële gezondheidsproblemen; Het onderscheidt zich van een medische diagnose, doordat het geen betreffende ziekte of een disfunctionerend orgaansysteem bevat, maar het over het betreffend menselijk reageren op actuele of potentiële gezondheidsproblemen gaat
wat zijn de klachten bij artrose?
Klachten ontstaan meestal geleidelijk · Eerst last van (start-)pijn en stijfheid · Klachten zijn het ergst na rust en verminderen na een tijdje bewegen. · Vooral klachten in de ochtend Komt vooral voor in: · Heupen · Knieën · Schouders · Onderaan de duim · Aan de eindkootjes van de vingers
welke klachten heb je bij decubitus/wond in de huid/huiddefect?
Klachten: · Pijn · Nare geur · Verminderde kwaliteit van leven · Psychosociale klachten · Sociaal isolement
De student kan uitleggen wat mantelzorg inhoudt
Mantelzorg is zorg die, niet in het kader van een hulpverlenend beroep, wordt gegeven aan een hulpbehoevende, door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie
welke verschillende soorten koorts zijn er?
Meestal heeft men koorts bij een infectie, zoals bij het griepvirus of bij een bacteriële infectie. Het lichaamschakelt het immuunsysteem in en verhoogd de temperatuur. Sommige infecties geven een specifiekkoortspatroon, zo krijgen patiënten met malaria koortspieken met tussendoor een milde tot geenverhoging. Sommige geneesmiddelen kunnen zelf ook een temperatuurverhoging geven, dan is het een bijwerking van het medicijn. Bij kanker kan men ook koorts hebben, dit wordt ook wel tumorkoorts genoemd. Niet iedereen met een temperatuurverhoging heeft ook koorts, bij flinke inspanning en warm weer kun je zo erg opwarmen dat je een zonnesteek krijgt. Dit is een ernstige situatie en heeft meteen medische hulp nodig. Medicijnen als paracetamol werken koortsverlagend. Het is daarom belangrijk om bij het bezoek aan een arts door te geven dat u paracetamol heeft gebruikt. Koorts bij baby's Bij kinderen kan de temperatuur door huilen of inspanning soms al tot 38 graden stijgen. Bij een infectie kan de temperatuur tot 40 of 41 graden oplopen. Het is belangrijk dat kinderen goed blijven drinkenwanneer ze koorts hebben. Onze lichaamstemperatuur gedurende de dag mild kan variëren. 's Ochtends is onze temperatuur vaak iets lager (tot 36,5 graden) en aan het eind van de middag kan het juist iets hoger zijn (tot 37,5 graden)
Wat is desaturatie?
Men spreekt van desaturatie als de saturatie minder is dan 90%. De cliënt ademt onvoldoende zuurstof in of de zuurstofuitwisseling tussen de longen en het bloed functioneert niet naar behoren. De cliënt is cyanotisch (de huid kleurt blauw) en heeft een heel langzame of juist heel snelle pols en/of ademhaling. Desaturatie komt voor bij: Ademhalingsziekten, zoals astma en COPD. Hartproblemen > bij hartproblemen treden vaak vochtophopingen in de longen op, waardoor de zuurstofuitwisseling minder goed kan plaatsvinden. Slaapapneu > een vaak voorkomende vorm van de saturatie is nachtelijke desaturatie. Dit komt doorslaapapneu. Cliënten stoppen gedurende de nacht verschillende malen met ademen. Dit duurt tientallen seconden tot zelfs enkele minuten.
Wanneer heb je last slapeloosheid
Minstens 3 maal per week slecht slapen gepaard met slechter functioneren overdag, zoals moeheid, slaperigheid, prikkelbaarheid, verminderde concentratie en prestatie. Kortdurende en langdurende slapeloosheid. o Minder dan 3 weken > kortdurende slapeloosheid o Langer dan 3 weken > langdurende slapeloosheid 90% van de slaapproblemen = slapeloosheid · Voor slaapklachten waarbij het functioneren overdag niet verstoord is, wordt in de NHG-standaard de term 'slaapmisperceptie' gehanteerd. Hierbij is er sprake van ene verkeerde perceptie van een op zichzelf normaal slaappatroon.
Objectieve en subjectieve gegevens verzamelen in de anamnese:
Objectieve gegevens zijn die gegevens die éénieder kan waarnemen. - Ze zijn zichtbaar en verifieerbaar via observatie (kijken, meten, ...). bijv. lichaamslengte, polsslag (aantal pulsaties per minuut), haarkleur, geslacht, bloeddruk, laboratoriumresultaten. Subjectieve gegevens zijn, in het kader van verpleegkundige diagnostiek, gegevens die je als zorgverlener NIET kan observeren. o Je kan enkel voortbouwen op wat de zorgvrager (of zijn naasten) meedelen. bijv. pijn, eenzaamheid, vermoeidheid, verdriet, misselijkheid.
oorzaak en risicofactoren van artrose
Oorzaak: (niet precies bekend. Wel duidelijk bij wie het vaker voorkomt) · Bij mensen vanaf 45 · Bij vrouwen · Bij mensen met overgewicht · In beroepen waarbij de gewrichten sterk worden belast · Als artrose veel in de familie voorkomt (erfelijk)
De student kan de cognitieve patronen verklaren, behorend bij normale veroudering:
Ouderen hebben vaker moeite met het ophalen van namen of details over waar en wanneer iets gebeurde. Ze ervaren minder problemen met herkenning en woordbetekenissen. Geheugen is het resultaat van verschillende fasen van verwerking. Het begint met het coderen van informatie en eindigt met het terughalen van opgeslagen informatie. · Procedureel geheugen > Het heeft zowel betrekking op het leren van motorische vaardigheden,zoals leren fietsen, cognitieve vaardigheden, leren lezen. Deze processen worden nietaangetast door het ouder worden. Primair geheugen > onthouden en het ophalen van informatie voor een korte periode (afgelopen uren of dagen). > Kortetermijngeheugen. Het primaire geheugen wordt gebruikt voor: · Te benoemen waar het naar kijkt. · Gebrabbel van het kind in gesproken taal weer te geven. Cognitieve ontwikkeling > het proces van leren: het opnemen, verwerken en weer opnieuwkunnen gebruiken van kennis en informatie. Gaat verder in de peuterperiode. · Basis wordt in de zuigelingenperiode verwerkt. · Leert door te doen en het waarnemen. Meer stress ervaren dan jongeren.
de student kan analyseren welke risico's er zijn op overbelasting van mantelzorgers:
Overbelasting bij mantelzorgers vroegtijdig signaleren: · Mantelscan > instrument voor zorgprofessionals om samen met zorgvragers en mantelzorgers een zorgnetwerk in kaart te brengen. De scan van een netwerk biedt visuele hulpmiddelen die helpen bij het structureren van informatie. · Genogram > inzicht in problemen en belangrijke levens- en familiegebeurtenissen. Het biedt een proces waarbinnen op een veilige manier aan verbetering van communicatie gewerkt kanworden en aan het delen en uitwisselen van belangrijke gebeurtenissen. · Self-rated burden en EDIZ > de ervaren belasting uitdrukken in een getal tussen 0 en 100. Aan de hand van negen vragen wordt vervolgens de ervaren belasting van demantelzorger verder in kaart gebracht. · Ecomap > brengt gehele sociale netwerk van ouderen en mantelzorgers in kaart. Signalen overbelasting: · Lichamelijk > o.a. hoofd- of buikpijn, verhoogde bloeddruk, hyperventilatie, pijn in nek, schouder of rug, duizeligheid, groeiende vermoeidheid, afnemende eetlust of juist vraatzucht. · Psychisch > o.a. schaamte- en schuldgevoelens, concentratieproblemen, vergeetachtigheid,lusteloosheid, slaapproblemen, snel geëmotioneerd zijn, piekeren. · Gedragsmatig > o.a rusteloosheid, chaotisch, onverdraagzaam, agressie, verwaarloosd uiterlijk, meer roken en drinken, gebruik van kalmerende of stimulerende middelen. Elke mantelzorger zal mantelzorgbelasting op een andere manier uiten: lichamelijk, psychisch, gedragsmatig of een combinatie hiervan. Daarom is het belangrijk dat je de mantelzorger kent en weet op welke manier zij of hij de overbelasting uit.
Een verpleegkundige diagnosen opstellen aan de hand van de PES-structuur:
PES-structuur - P = gezondheidsprobleem. Wat is hier aan de hand? - E = etiologie. Waardoor kan dit veroorzaakt worden? Wat hangt ermee samen? - S = Signs and Symptoms. Hoe is dit te zien en te merken? Probleem: Op te vatten als een gezondheid gerelateerd(e) toestand of proces (klacht, gezondheidsverstoring of reactie op ziekte) Etiologie: De oorzaak van het probleem. De mogelijke factoren die het probleem veroorzaken of in stand houden (bijv. gedrag van de patiënt). In de oorzakelijke of samenhangende factoren dienen aspecten te worden benoemd die door de verpleegkundige beïnvloed kunnen worden. Signs & symptoms: Met deze 'bepalende kenmerken' wordt de conditie aangegeven. · Objectieve kenmerken: voor de zorgverlener waarneembare verschijnselen of klachten; · Subjectieve kenmerken: door de patiënt ervaren verschijnselen of klachten.
definieer de probleemstelling bij evidence based practice
Probleemstelling: Hierin bespreek je de aanleiding van het onderzoek en geef je een korte schets van de situatie, het probleem of de onduidelijkheid die in dit onderzoek centraal staat.
wat zijn de symptomen van pneumonie?
Productieve hoest, waarbij sim (sputum) wordt opgehoest · Pijn op de borst · Rillingen · Koorts · Kortademigheid
Verstoord slaappatroon en de fases van slapen
Slaapproblemen hebben een grote negatieve impact op het dagelijks functioneren. De eerste twee fases zijn de "lichte" slaap. Fase 3 en 4 worden de "diepe" slaap genoemd en fase 5. Goede nachtrust is belangrijk op elke leeftijd voor welzijn, prestaties en kwaliteit van leven. Fase 1: NREM1 · De eerste fase is de overgang van wakker zijn -> naar slapen. De hersenactiviteit wordt lager en het aantal bewegingen van je ogen (ook al zijn je ogen dicht) neemt ook af. Deze fase duurt maar een paar minuten. In totaal, in een gemiddelde nacht met 5 cyclussen, duurt deze fase zo'n 2 tot 5% van de totale slaap. · Duur: 1-3 minuten-> 2-5% van de totale slaap. · Opmerking: Wakker liggen voordat je in slaap valt hoort hier dus niet bij. Fase 2: NREM2 · Hier begint eigenlijk pas echt de slaap, maar nog steeds een lichte slaap. · Wel eens wakker worden met het gevoel dat je niet echt hebt geslapen. Dan zat je in deze fase. · Duur: ongeveer 50 minuten -> 45 - 55% van de totale slaap. Fase 3: NREM3 · In deze fase vindt er een overgang plaats tussen de lichte slaap en de diepe slaap. Er komt meer regelmaat in je ademhaling, je hartslag daalt, en je spieren ontspannen · Duur: 3 tot 8 minuten -> 3 - 8% van de totale slap Fase 4: NREM4 · Dit is de laatste fase van de echte diepe slaap. Je ademhaling en hartslag zijn nu op zijn laagst. Dit is de fase die ervoor zorgt dat je lichamelijk herstelt. · Als je in deze fase wakker wordt ben je gedesoriënteerd, en heb je wat tijd nodig om terealiseren waar je bent en wat er aan de hand is. Niet het ideale moment om gewekt te worden) · Duur: 15 tot 18 minuten -> 15 - 20% van totale slaap. Fase 5: REM-slaap · In deze fase is er zeer veel hersenactiviteit en veel beweging van de ogen. Nu is het brein bezig met "dromen", het is herinneringen en informatie aan het verwerken. Niet alleen je brein is nu actief, ook lichamelijk vindt er activiteit plaats. · De spieren van je armen en benen zijn super relaxt en bijna verlamt, maar je ademhaling en hartslag zijn onregelmatig, en je bloeddruk gaat omhoog. De fase KOST je lichamelijke energie, maar is daarentegen van vitaal belang voor het mentale herstel. · Duur: 18 tot 24 minuten -> 20 - 25% van de totale slaap. · De droomslaap kost energie!
Afwijkende slaappatronen:
Slapeloosheid > klachten over slechte slaapkwaliteit of slaapkwantiteit waarbij het functioneren overdag negatief wordt beïnvloed. (WHO) Slecht slapen > moeilijk inslapen/ slecht doorslapen/ vroeg wakker worden.
De student kan kenmerken van de normale ontwikkeling bij kinderen ontwikkeling benoemen op lichamelijk en cognitief gebied:
Snelle groei in 1e jaar snelle toename van gewicht, lengte en hoofdomtrek. Jongetjes zijn gemiddeld iets langer en zwaarder dan meisjes. Groei > toenemen in lengte en gewicht Ontwikkeling > van een eenvoudig begin naar een complex niveau (Differentiatie en integratie). Zowel aanlegfactoren als omgevingsfactoren hebben invloed op de lichamelijk groei en ontwikkeling van een zuigeling. Ieder kind is anders! Niet alleen naar de curven kijken maar naar het kind als geheel en zijn voorgeschiedenis. Afbuigende curve kan wijzen op een lichamelijk afwijking, een ontwikkelingsstoornis of een sociaal-emotionele stoornis. Het eerste tandje > gebeurd meestal tussen 6-9 maanden.
Desoriëntatie, chronische (bij dementie): stadia van dementie
Stadium 1, lichte verwardheid: deze ouderen zullen gebaat zijn bij een realiteits- en oriëntatietraining (ROT). Vanuit de validerende benadering is relevant dat de zorgverlener geen "waarom" vragen stelt (dit leidt tot discussie). De vragen kunnen beter beginnen met wat, wie, waar en wanneer. Stel geen directe vragen over gevoelens, raak de ouderen alleen aan als de zorgverlener hiertoe uitgenodigd wordt. Stadium 2, verwardheid in tijd: hier is het wel van belang om gevoelswoorden te gebruiken, bijv. Ik merk, ik voel, ect. De stemming is niet altijd duidelijk. Lichamelijk contact en oogcontact is belangrijk. Vragen die gesteld kunnen worden zijn: "Wat bent u aan het doen?", "Voelt u zich prettig?", "mist u uw eigen huis?" Stadium 3, voortdurende beweging: belangrijk is dat er vragen gesteld worden met de bedoeling het gedrag te bevestigen. Bijvoorbeeld: "Ik zie dat u plezier hebt", Ik zie dat u boos bent", "bent u verdrietig?". Het is belangrijk dicht bij de oudere te zitten en aan te raken, met oogcontact. Stadium 4: het accent ligt hier op het non-verbale contact. Van belang is het aanraken van de dementerende, het aanspreken (eventueel) met voornaam of meisjesnaam. Gebruik daarbij een zachte stem en werk niet met muziek waarbij meetikken belangrijk is.
wat zijn de verschillende stadia van beschadigd mondslijmvlies?
Stadium 1: roodheid van de slijmvliezen, de cliënt kan nog wel eten en drinken. Stadium 2: kleine ulceraties (zweren), eten en drinken is pijnlijk maar nog wel mogelijk. Stadium 3: in elkaar overlopende ulceraties met witte vlekken, de cliënt kan niet eten, wel drinken. Stadium 4: ulceraties met bloedingen, eten en drinken is onmogelijk, problemen met spreken.
welke soorten incontinentie zijn er?
Stressincontinentie: urineverlies (druppels) bij druk op de buik. Het kan komen door lachen, niezen, zwaar tillen of sporten. Komt door niet goed functioneren van de sluitspieren van de blaas. Totale incontinentie: voortdurend druppelen. Komt door niet meer kunnen sluiten van de blaas. Aandrang-incontinentie: urineverlies na plots onhoudbare plas-drang. Het gaat om grote hoeveelheid urine omdat de blaas samentrekt. Komt door probleem blaasspier of mictie-reflex (ontspanning van de bekkenbodem en sluitspier tegelijk met samentrekken blaasspier). Gemengde incontinentie: combinatie van stress en aandrang-incontinentie, urineverlies bij druk op de buik samen met een constante hevige plas-drang. Functionele incontinentie: urineverlies door niet meer zelfstandig naar de wc kunnen door lichamelijke of mentale beperkingen. Nycturie: twee of meer micties per nacht. Komt door overtollig vocht dat overdag in de benen blijft zitten (oedeem), wordt s nachts opgenomen door het bloed en via de nieren uitgescheiden. Overloopincontinentie: onwillekeurig urineverlies of ontlasting (kleine hoeveelheden). Komt door vergroting blaas en ongevoelig raakt voor chronische vasthouden urine.
symptomen beschadigd mondslijmvlies
Symptomen: · Beschadigingen van het weefsel · Pijn in de mond (bij eten en drinken) · Gevoeligheid voor hard, erg warm, koud, sterk gekruid, zuur eten en drinken · Alleen zacht voedsel kunnen verdragen · Brandend gevoel · Oedeem · Roodheid · Bloedingen, geel beslag of blaasjes · Droge mond · Taai speeksel · Niets meer kunnen eten en drinken · Slikklachten
Levels of evidence
Systematic review of meta-analyse (bovenste laag piramide) = systematic reviews Gecontroleerde studies (laag 2 piramide) = (randomized) controlled trials. De gecontroleerde studies kunnen twee vormen aannemen - waarvan de bovenste de meest betrouwbare is - namelijk: de gerandomiseerde studie, RCT = randomized controled trials. Net iets minder bewijslast heeft de gecontroleerde studies, CCT = de controlled clinical trials. De volgende laag (laag 3 piramide) bestaat uit: niet-gecontroleerde studies ook wel observationeel onderzoek genoemd. Mening van experts of deskundige of evidence (onderste laag piramide) = editorials, expertsopinions
wat zijn de gevolgen van eenzaamheid?
Vaak in negatieve spiraal verlopend. Als gevolg van eenzaamheid slechtere gezondheid (roken,eten). Minder contacten en minder sociaal wenselijk gedrag (verslaving) ·Zowel de ervaren kwaliteit van leven als de gezondheid kunnen dalen · Signalen: vermoeidheid, hoofdpijn, slaapproblemen, gevoel zinloosheid, sociaal isolement, verslechterde zelfzorg.
definieer het verwijzen bij evidence based practice
Verwijzen: Door te verwijzen naar andere publicaties, laat je zien op wiens werk je voortbouwt of wiens werk je becommentarieert. Er zijn verschillende goede redenen om te verwijzen naar literatuur: · Je geeft andere auteurs de eer die hen toekomt. · Je laat zien dat je de informatie niet verzonnen hebt, maar gebruik maakt van betrouwbare bronnen. · Je laat het verband zien tussen je eigen werk en dat van anderen. · Door verschillende publicaties te gebruiken, laat je zien dat je je verdiept hebt in het onderwerp. · Je maakt je werk controleerbaar: anderen kunnen in de aangehaalde literatuur nagaan of je de informatie goed hebt begrepen en weergegeven. · Je wijst je lezers op publicaties over het onderwerp, die ook interessant voor hen zijn. · Je voorkomt dat je plagiaat pleegt. · Wanneer je andermans informatie gebruikt in je eigen verslag, ben je altijd verplicht om naar de gebruikte informatiebron te verwijzen.
De student kan de verschillende definities van gezondheid en gezondheidsbelevingtoepassen: Sociale visie
Volgens de sociale visie op gezondheid is een persoon gezond als hij de hem toebedeelde sociale rollen uitvoert binnen de waarden en normen die gelden in de samenleving. Hier staat het maatschappelijk functioneren centraal. Je bent ziek als je niet in staat bent om je aan te passen en te gedragen naar de heersende normen en waarden van je cultuur.
De student kan de verschillende definities van gezondheid en gezondheidsbelevingtoepassen: Medische monocausale visie
Volgens deze benadering is iedereen gezond die niet ziek is en geen lichaamsgebrek heeft. Bij monocausaal is er één oorzaak van de ziekte. Is de oorzaak aanwijsbaar = ziek. Is de oorzaak niet aanwijsbaar = niet ziek. .Gezondheidsproblemen die tegenwoordig veel voorkomen zijn niet monocausaal te verklaren, omdat deze problemen ontstaan als gevolg van verschillende factoren. Gezondheidsbeleving: patiënten ervaren betere gezondheid als zij actief deelnemen aan hun eigen zorg, participeren in zorg en behandeling en betrokken zijn bij besluitvorming in plaats vaneen passieve houding.
De student kan de waarden van de vitale functie ademhaling van een patiënt rapporteren in de juiste eenheden, en kan deze interpreteren ten opzichte van de normaalwaarden:
Volwassenen in rust 8 - 20 per minuut Neonaten (0 - 1 jaar) 30 - 40 per minuut Kinderen (1 - 3 jaar) 23 - 35 per minuut Kinderen (3 - 6 jaar) 20 - 30 per minuut Kinderen (6 - 12 jaar) 18 - 26 per minuut Kinderen (12 - 17 jaar) 12-20 per minuut
Evalueren van het verpleegkundige proces:
Voortgang wat betreft doelen en zorgresultaten evalueren.
De student kan de waarden van de vitale functie temperatuur van een patiënt rapporteren in de juiste eenheden, en kan deze interpreteren ten opzichte van de normaalwaarden:
Wanneer heb je koorts? De normale lichaamstemperatuur van mensen is 37 graden Celsius. Vanaf 38 graden Celsius spreekt men over koorts. Bij een lichte verhoging (37,5 - 37,9) spreektmen ook wel van een subfebriele temperatuur.
De student kan de waarden van de vitale functie hartslag van een patiënt rapporteren in de juiste eenheden, en kan deze interpreteren ten opzichte van de normaalwaarden:
Wat is hartritme/frequentie? De snelheid waarmee het hart klopt wordt steeds aangepast aan de inspanning die het lichaam moet leveren. Wanneer we slapen hoeft er minder zuurstof en minder voedingsstoffen naar de spieren teworden gepompt dan wanneer we sporten. Daarnaast is de vulling van het hart van invloed op de frequentie, bij minder vulling zal de frequentie toenemen. Je kan de hartfrequentie eenvoudig zelfmeten, meestal wordt de hartslag per minuut uitgedrukt.
Preventieve maatregelen beschrijven en verbinden met het zelfmanagement bevorderen.
Zelfmanagementondersteuning bij preventieve interventies; Voorlichting (primair preventief) -Oudere ondersteunen in het opzoeken van informatie over de aandoening, waardoor hij zich bewuster wordt van risicogedrag -Zelfvertrouwen, kennis en motivatie bevorderen Vroegsignalering (secundair preventief) -goed gedrag complimenteren
De student kan de waarden van de vitale functie saturatie van een patiënt rapporteren in de juiste eenheden, en kan deze interpreteren ten opzichte van de normaalwaarden:
Zuurstofsaturatie in het bloed wordt gedefinieerd als de verhouding van hemoglobine dat zuurstofgebonden heeft (oxyhemoglobine of HbO2) en de totale concentratie van hemoglobine. Optimaal zuurstofpercentage: Wat de optimale waarde van de saturatie is bij niet gezonde personen kan variëren. Cliënten metchronische longaandoeningen zoals Astma en COPD kunnen een lage zuurstofstofsaturatie hebben (soms minder dan 90%) zonder acute benauwdheidklachten. Dit komt omdat het lichaam zich geleidelijk aanpast aan het zuurstoftekort. Oudere mensen hebben over het algemeen ook lagere zuurstofsaturaties. Stel daarom per cliënt die behandeld wordt met zuurstof, i.o.m. de arts vast wat het optimalezuurstofpercentage is voor de cliënt en bij welke (onder)waarde er overleg dient plaats te vinden met de arts. Leg dit vast in het dossier van de cliënt. De zuurstofpercentages hieronder geven een indicatie: Zuurstofpercentage tussen 96%-100% = acceptabel bij gezonde mensen; Zuurstofpercentage tussen 92%-100% = acceptabel bij COPD en hartfalen (i.o.m.arts); Zuurstofpercentage <95% = toediening van zuurstof overwegen (i.o.m.arts); Zuurstofpercentage <90% = desaturatie, zuurstof toedienen (i.o.m.arts).
wat is decubitus/wond in de huid/huiddefect?
beschadiging van de huid en/of het weefsel daaronder, die veroorzaakt is door druk, schuiven of een combinatie. Meestal op de plaats waar het bot uitsteekt, zoals bij de hielen, ellebogen, enkels, heup, het schouderblad of stuitje.
Wat is artrose en wat doet het?
bij artrose gaat de kwaliteit van het kraakbeen tussen gewrichten achteruit, oppervlak wordt onregelmatig, dunner en zachter. Hierdoor bewegen de gewrichten minder makkelijk.
wat is de kernslaap?
de duur van de fases verschilt per cyclus. In de eerste 3 cyclussen zijn de duur van de "diepe" slaap fases het langst. Aan het einde van de nacht krijgen de lichte en droom fases een groter aandeel. · Omdat het grootste deel van de diepe slaap plaatsvindt in de eerste 3 cyclussen (plus nog steeds een aanzienlijk deel van de droomslaap), wordt deze periode ook wel de "kern" slaap genoemd. Gedurende de diepe slaap herstelt namelijk ons lichaam, en tijdens de droomslaap wordt onzegeest eigenlijk opgefrist, en worden onze gebeurtenissen verwerkt. De laatste 2 cyclussen wordtde "resterende" slaap genoemd. · Gedurende de diepe slaap herstelt het lichaam Dit is ook een reden dat snoozen zo zonde is van je nachtrust. Gedurende de tijd dat je "versnoozed" kom je namelijk niet meer in een diepe slaap, dus herstelt je lichaam ook niet verder.
Wat is kortademigheid/ benauwdheid/probleem met ademhalen (bij pneumonie)
een infectie van de longblaasjes (alveoli) en het omringende weefsel. Ontstaat wanneer het pulmonaire afweermechanisme microben niet uit ingeademde lucht of uit het bloed weet te doorbreken en deze zich in de longen vestigen. Ontstaat bij mensen met een verzwakt immuunsysteem, door bepaalde geneesmiddelen of ziekten.
De student kan kenmerken van de normale ontwikkeling bij kinderen benoemen: hechten/hechting
een proces van interactie tussen het kind en zijn vaste verzorger(s), resulterend in een wederzijdseaffectieve band. · Door behoeften aan voeding, veiligheid en nabijheid richt de baby zich visueel en auditief op de ouders als zij naar hen toekomen; hij wordt er alert door. · Als die positieve beleving zich steeds herhaalt, leert de baby de ouder kennen als een bron van het goede. Hij krijgt gevoelens van gehechtheid, basisveiligheid en basisvertrouwen ten opzichte van zijn hechtingsfiguren. · Het 1e levensjaar is een gevoelige periode voor het ontstaan van hechting. Daarna kan het ook, maar verloopt het proces moeilijker. · Traumatische ervaringen kunnen het proces ook veranderen. Een baby kan zich veilig aan een persoon hechten (beperkt aantal vaste personen). Daarvoor moet dit persoon over een aantal eigenschappen beschikken: · Liefdevolle aandacht voor het kind; · Voorspelbaar gedrag; · Responsiviteit; Als een vaste verzorger deze eigenschappen niet heeft, kan een kind zich niet veilig hechten met deze persoon: er is dan sprake van een onveilige hechting. Met allemaal wisselende personen = geen specifieke relatie = allemansvriend, maar gehecht aan niemand. · In de periode van 6-9 maanden gaat het kind beseffen dat het niet één is met de vaste verzorger.Dit heeft scheidingsangst tot gevolg. · Het kindje is vaak overstuur als ouders weggaan (hij denkt dat ze niet meer terugkomen). - Door een kiekeboe spelletje leert het dat wat weg is ook weer terugkomt. · Naarmate een kind langer in staat is om het beeld van zijn veilige hechtingsfiguren vast te houden, kan het zich in de afwezigheid veilig voelen.
Wat is een slaapstoornis?
een stoornis in het slaap-waakpatroon, zoals slapeloosheid, rusteloze benen-syndroom (RLS), narcolepsie en nachtelijke kuitkrampen. NANDA international classificeert verpleegkundige diagnoses. Op het gebied van slaapstoornissen worden de volgende diagnoses beschreven: 1. Verstoorde slaap; 2. Slaapdeprivatie; 3. Slapeloosheid; 4. Slaapwens tot verbetering. Het ICSD kwam met de volgende indeling voor slaapstoornissen: · Dyssomnieën: narcolepsie, myclonieën (of restless legs) en jetlags. · Parasomnieën: worden gekenmerkt door lichamelijke verschijnselen tijdens de slaap en zijn onder te verdelen in 4 groepen. Voorbeelden: slaapwandelen, nachtmerries, snurken,slaapapneu, urineren tijdens slaap en tandenknarsen. · Secundaire slaapstoornissen > slaapstoornissen door psychische, neurologische of anderemedische stoornissen. o Vb: psychosen, paniekstoornissen, stemmingsstoornissen, alcoholisme, COPD endementie. · Overige slaapstoornissen > moeilijk te classificeren slaapstoornissen. Vb: hypnagoge hallucinaties, kortslaper.
wat zijn de oorzaken van vallen?
endogene factoren: Een verslechterde visie door een vermindering van de diepteperceptie,contrastgevoeligheid en gezichtsscherpte. Ook aandoeningen als cataract,maculadegeneratie of glaucoom hebben invloed op het valrisico. · Mobiliteitsproblemen, meestal afname activiteitbewegingssysteem (belangrijke oorzaak) · De spierkracht, flexibiliteit en snelheid waarmee wordt bewogen neemt af · Duizeligheid (door bijv. Bloeddrukdaling) · Positiezin/proprioceptieve gevoelsstoornis of tastzin/exteroceptieve gevoelsstoornis · Multimorbiditeit · Obesitas · Cognitieve problemen · Aansturingsproblemen · Persoonlijkheidskenmerken/valangst · Gedragskenmerken (zittende leefstijl/alcohol) exogene factoren: · Scheefliggende stoeptegels, steentjes, slechte schoenen
Definitie eenzaamheid
het subjectief ervaren van een gemis aan (kwaliteit van) bepaalde relaties
Slaapproblemen
klachten met betrekking tot slaap-waakpatroon, zoals slecht slapen en slaperigheid overdag.
Wat is huidkanker?
meest voorkomende vorm van kanker. er zijn verschillende soorten: Baso-cellulair carcinoom: · Minst kwaadaardig en meest voorkomende soort huidkanker · Komt vaker voor na langdurige blootstelling aan de zon, meestal hoofd of nek Maligne Melanoom: · Kwaadaardige verspreiding van melanocyten. · Het kan gaan zweren en bloeden · Predisponerende(risico) factoren zijn lichte huid en herhaalde intensieve blootstelling aan zonlicht · Bij mannen meestal op de onderrug en bij vrouwen op het onderbeen Kaposi-sacroom: · Doorgaans gerelateerd aan aids · Ontstaat in de wanden van de lymfevaten · Kleine roodblauwe plek of knobbel ontwikkeld zich, meestal op de benen · Mond, slokdarm, maag en darmen kunnen ook worden aangetast. Mogelijke symptomen: · Kleurveranderingen in de moedervlek · Veranderingen vorm van de moedervlek: als de moedervlek een grillige begrenzing krijgt of dikker wordt kan dit betekenen dat zich een melanoom aan het ontwikkelen is
Wat is cystitis?
ontsteking van de blaas en kan veroorzaakt worden door: · Opstijgende verspreiding van bacteriën die commensale bacteriën zijn van de darm vanuit het perineum via de urethra, vooral bij vrouwen; · Trauma, met of zonder infectie, volgend op medische ingrepen, zoals radiotherapie, inbrengen van een urinekatheter of instrument in de blaas.
waarvoor gebruiken we het 'Van Wiechenonderzoek'
voor het beoordelen van de psychomotorische ontwikkeling. Vijf ontwikkelingsvelden: 1. Grove motoriek 2. Fijne motoriek 3. Adaptie 4. Taal- en spraakontwikkeling 5. Persoonlijkheid en sociaal gedrag Om vroegtijdig het achterblijven in de ontwikkeling bij kinderen te signaleren.
wat is aspiratiepneumonie?
wanneer ingeademde deeltjes niet verwijderd worden (door het afweersysteem). Verschijnselen vertonen zich na enkele dagen. Behandeling bestaat uit antibiotica.
wat is chemische pneumonie?
wanneer materiaal wordt geïnhaleerd (geaspireerd) dat toxisch is voor de longen; meer gevolg van irritatie dan van infectie. bijv. aspiratie van braaksel. Verschijnselen binnen een paar minuten tot een paar uur; acute kortademigheid en hoesten, koorts en rozeschuimend sputum.
De student kan kenmerken van de normale ontwikkeling bij kinderen benoemen: de ogen
· 1 week oud > openen van ogen door lichtprikkel · Oogbewegingen matig gecoördineerd scheelzien · In eerste maanden draaien de ogen mee met het hoofd. · Merendeel van zuigelingen zijn verziend. · Accommodatie komt geleidelijk op gang · Vanaf 3 maanden kijkt de zuigeling mee naar bewegende voorwerpen · Vanaf 4e maand ontwikkelt het diepte-zien en de samenwerking tussen beide ogen. · Gezichtsscherpte ontwikkelt zich door: groei van het oog, rijping van de oogspieren enontwikkeling van het netvlies. · Pasgeborene hebben netvlies met alleen maar staafjes, de kegeltjes komen later wanneer dehersencellen rijpen. · Primaire kleuren worden als eerst waargenomen (pasteltinten minder!)
Wat zijn de symptomen van koorts?
· Ademhaling en hartslag gaan omhoog · Transpireren · Dorst treedt op en verminderde urineproductie · Verschijnselen van algehele malaise · Braken (vooral bij kinderen)
wat is de behandeling van pneumonie?
· Ademhalingingsoefeningen en -therapie · Antibiotica
welke onderzoeken worden gedaan bij iemand met pneumonie?
· Arts of verpleegkundige onderzoekt met een stethoscoop of sprake is van een pneumonie. · Definitieve uitslag wordt meestal bevestigd met een thoraxfoto. Het ziet er dan uit als een verdichte witte vlek, of wijd uitwaaierende witte strepen (bij virus). · De arts laat sputum en bloedkweken om te kijken om welk micro-organisme het gaat.
De student kan kenmerken van de normale ontwikkeling bij kinderen benoemen: psychosociale en emotionele ontwikkeling
· De lichamelijke en motorische ontwikkeling van de zuigeling zijn nauw verweven met de psychosociale ontwikkeling. · Een pasgeborene leeft in zijn eigen wereld. · Belangrijkste: veilig geborgen, warm en gevoed.
De student kan kenmerken van de normale ontwikkeling bij kinderen benoemen: Wat je kunt zien aan de buitenkant is, dat:
· De zuigeling leert herkennen; · Een kind leert dat iets wat je niet ziet, absoluut niet weg is; · Een kind een aantal eenvoudige begrippen leert. · vooral in verband gebracht met het werkgeheugen. · Secundair geheugen = Langetermijngeheugen · Episodisch geheugen = Het geheugen voor gebeurtenissen. Ouderen hebben moeite met het ophalen van eerdergenoemde woorden, zinnen of plaatjes, namen van mensen die ze onlangs ontmoet hebben of onderwerpen uit de krant van de vorige dag. · Semantisch geheugen = Het geheugen voor betekenissen, begrippen en feiten. Bij sommige aspecten van dit geheugen zien we achteruitgang, het vinden van woorden en het ophalen van namen.
De student kan kenmerken van de normale ontwikkeling bij kinderen benoemen: slapen
· Een pasgeborene slaapt gemiddeld 16 uur per etmaal. · De eerste weken wordt de zuigeling onregelmatig wakker (nog geen vast dag- nachtritme). 3maanden= 5-6 uur ononderbroken slaap · Na enkele maanden wordt de slaap dieper en worden de perioden van wakker zijn langer. · 3-maanden oud= 1 ochtend en 2 middagslaapjes · 6 maanden oud= 1 ochtend en 1 middagslaapje en een korte aan het eind van de middag. · REM slaap belangrijk voor lichaamsgroei en metabolisme en rijping van het zenuwstelsel.
welke soorten eenzaamheid zijn er?
· Emotionele eenzaamheid: gebrek aan intieme relatie met partner of vriend(in) · Sociale eenzaamheid: gebrek aan contact met een bredere groep · sociaal isolement: objectief gebrek aan contacten
De student kan kenmerken van de normale ontwikkeling bij kinderen benoemen: overige delen
· Hartslagfrequentie en ademhalingsfrequentie zijn bij een pasgeborene hoog. Naarmate de hartspier groeit en het longvolume toeneemt dalen deze waarden. · Ontwikkeling maag- en darmstelsel zorgt ervoor dat het kindje geleidelijk meer en ander voedsel kan verteren. · Ontwikkeling zenuwstelsel > basis motorische en psychosociale ontwikkeling.
De student herkent de verschillende pijlers van positieve gezondheid in een beschreven patiëntsituatie
· Lichaamsfuncties · Dagelijks functioneren · Meedoen · Kwaliteit van leven · Zingeving · Mentaal welbevinden
De student kan kenmerken van de normale ontwikkeling bij kinderen benoemen: motorische ontwikkeling
· Motoriek: het geheel van bewegingen en bewegingspatronen dat het kind in staat stelt zijn lichaam te gebruiken en te bewegen. · Motorische ontwikkeling vindt plaats op basis van de ontwikkeling van het zenuwstelsel. (Vallen en opstaan) · Na de bevruchting ontwikkelt het zenuwstelsel zich al. · Zenuwcellen kunnen zich tot een half jaar na de geboorte nog delen. · De vorming van uitlopers aan de zenuwcellen en steunweefsel gaan nog langer na de geboorte door. · Door de groei van zenuwuitlopers en de vorming van contacten tussen de uitlopers komt een netwerk tot stand. De uitlopers worden voorzien van een mergschede waardoor nog snellere verbindingen mogelijk zijn. · Een pasgeborene heeft veel verschillende reflexen. Het merendeel hiervan verdwijnt als het zenuwstelsel rijper wordt. · De basis voor de motorische ontwikkeling wordt in het 1e levensjaar gelegd en daarna isvooral verdere verfijning en differentiatie van aanwezige bewegingen.
wat zijn de gevolgen van cystitis?
· Oedeem en kleine bloedingen van het slijmvlies, gepaard met hematurie. · De sensorische zenuwuiteinden in de blaaswand worden overgevoelig en worden geprikkeld wanneer de blaas zich vult met kleine hoeveelheden urine > leidt tot frequentie mictie en dysurie. · Urine kan troebel zijn en onaangenaam ruiken. · Cystitis gaat vaak gepaard met pijn in de onderbuik · Ongecompliceerd bij gezonde personen · Genezen met antibiotica
Taalontwikkeling kan worden gestimuleerd door:
· Om taal en spraak te ontwikkeling heeft het kindje een omgeving nodig die de taal stimuleert. De neonatale screening van het gehoor is van groot belang. Met het kind te praten op een aangepast niveau: korte zinnen, eenvoudige woorden,herhalingen, op hoge toon, met vriendelijke stem, praten over iets interessants. · Liedjes zingen en geluidsspelletjes doen. · Stilte laten vallen zodat het kind iets terug kan zeggen. Eerst kleine geluidjes(vocalisaties). · Vanaf 2 maanden geluidjes maken (tateren). Met 7 maanden steeds meer brabbelen in klanken die bij de moedertaal horen. -Rond 1e verjaardagsociaal brabbelen. (vaak hele verhalen die onverstaanbaar zijn).
wat zijn de oorzaken van eenzaamheid?
· Opeenstapeling van levensgebeurtenissen, zoals het overlijden van een partner of andere naasten. · verslechterde gezondheid; zoals hartaandoeningen die voor een verminderde conditie zorgen. · Cognitieve achteruitgang · Een gebrek aan sociale vaardigheden, een negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, gevoelens van sociale angst en sterke verlegenheid · Belevingsfunctie kenmerken en sociale omgevingskenmerken
De student kan kenmerken van de normale ontwikkeling bij kinderen benoemen: het gehoor
· Pasgeborene al vertrouwd met een menselijke stem en dan vooral die van de moeder. · Hoge tonen van de spraak worden het beste gehoord. · Bij geboorte is het perifere gehoororgaan al volledig ontwikkeld. (bijv. tonen onderscheiden) · Centrale gehoor en auditieve hersenschors ontwikkeling zich na de geboorte verder. · Taalontwikkeling en gehoor nauw met elkaar verbonden. Eerste wekengeluidjes (vocalisaties). 2 maanden oud: tateren. · Een goed gehoor stimuleert een kind om de omgeving te ontdekken (motoriek) · Het gehoor bevorderd ook de cognitie: de zuigeling die geluiden hoort, ervaart de betekenis ervan.
hoe kun je koorts/temperatuur meten?
· Rectaal > de meest betrouwbare methode om koorts vast te stellen is met een thermometer in de anus. · Oor > met een speciale oor thermometer, het is wel belangrijk dat de oor thermometer op de juiste manier geplaatst wordt. · Oraal > met een thermometer onder de tong in de mond, vaak is de temperatuur in de mond iets lager dan in het lichaam. · Oksel > de thermometer kun je onder de oksel houden. Dit is de meest onbetrouwbare methode, soms kun je er tot 1 graad naast zitten.
Waar let je op bij iemand met koorts (bij kinderen)?
· Uitdrogingsverschijnselen (kinderen en ouderen drogen snel uit) · Denk bij ondertemperatuur (<35ºC) bij kinderen en ouderen ook aan infecties · Kinderen kunnen koortsstuip krijgen (6 maanden tot 5 jaar), heeft met bepaalde gevoeligheid van de hersenen te maken om op hoge koorts te reageren. Altijd arts bellen. Bij baby's/jonge kinderen: · Bewustzijn (moeilijk rekbaar, prikkelbaar) · Kleur van de huid (bleek, blauw, ijskoude voeten) · Huidverschijnselen (rode vlekjes die niet weg te drukken zijn, kan duiden op hersenvliesontsteking) · Type ademhaling (piepend, kreunend) · Huilen (zwak of geagiteerd/gillend) · Drinken (slecht of weigeren) · Braken