Leesstrategieën en leeshoudingen
Wanneer/hoe lees je een tekst ZOEKEND?
Als je antwoorden zoekt op bepaalde vragen zoek je gericht naar de nodige informatie. Je leest de tekst niet helemaal.
Wanneer/ hoe lees je een tekst STUDEREND?
Als je de informatie wilt onthouden lees je studerend. Je leest de tekst minimaal één keer intensief en gebruikt je highlighter. Je noteert belangrijke informatie meteen in een tabel of schema.
Wat verstaat men onder leesstrategieën?
Een leesstrategie is een manier van lezen voor en tijdens het lezen . Het doel is een tekst beter te begrijpen.
Hoe lees je een tekst GLOBAAL? Leg uit.
Globaal lezen is de tekst scannen - snel een beeld krijgen van waarover het gaat. Je let op de 'buitenkant' van de tekst: titel, tussenkopjes, lead, bron, foto's en illustraties. Je leest inleiding, eerste en laatste zin v elke alinea en slot.
LEESHOUDINGEN zijn afhankelijk van het leesdoel dat je hebt.Welke vijf leeshoudingen ken je?
Globaal lezen, intensief lezen, zoekend lezen, studerend lezen en kritisch lezen.
Welke vier leesstrategieën ken je? Ze beginnen met de letter V.
Leesstrategieën zijn: voorkennis gebruiken, voorspellen, vragen stellen en visualiseren.
Hoe lees je een tekst INTENSIEF ? Leg uit.
Om een tekst goed te begrijpen lees je eerst de hele tekst goed door. De lastige stukken herhaal je. 'Highlight' kernzinnen en signaalwoorden en verbanden tussen alinea's. Beantwoord de vraag: wat is de belangrijkste boodschap van de schrijver?
Wanneer/hoe lees je een tekst KRITISCH?
Om te bepalen of een tekst betrouwbare informatie heeft en jezelf een mening te vormen lees je een tekst kritisch. Je stelt jezelf telkens de vraag of het klopt, of je het ermee eens bent. Je moet dus intensief lezen.
Leg uit leesstrategie VOORSPELLEN.
TIJDENS het lezen probeer je te voorspellen waar de rest van de tekst over gaat. Bv. na het lezen van de titel of de eerste alinea of de eerste drie alinea's.
Leg uit leesstrategie VRAGEN STELLEN.
Terwijl je leest roept een tekst altijd vragen op. Je probeert die al lezend te beantwoorden. Dat helpt om beter te begrijpen.
Welke leeshoudingen gebruik je tijdens een leestoets?
Tijdens een toets tekstbegrip, combineer je verschillende leeshoudingen, afhankelijk van de tekstsoorten/tekstdoelen.
Leg uit leesstrategie VISUALISEREN.
Visualiseren is proberen voor je te zien wat je leest. Je maakt een beeld in je hoofd van dat wat je leest. Dat helpt.
Wat weet je van leesstrategieën en leeshoudingen?
Voor elke leesdoel is er een leesstrategie en leeshouding.
Leg uit leesstrategie VOORKENNIS GEBRUIKEN.
Vraag je zelf af, wat je al weet van het onderwerp? Je legt verband met wat je leest en wat je al weet. Op papier of in je hoofd.
Wat zijn tekstafhankelijke vragen?
Vragen die je alleen bij een bepaalde tekst kunt stellen en die over die specifieke tekst gaan. Bijvoorbeeld: welke voordelen noemt deze tekst bij het geven van borstvoeding?
Wat zijn tekstonhafhankelijke vragen? Geef voorbeelden.
Vragen die je bij elke tekst kunt stellen. Bijvoorbeeld waarover gaat de tekst, wat is de hoofdgedachte, wat is de titel, welke afbeeldingen zie je etc.
