Natuurkunde, Examenbepalingen
Toon aan dat / laat zien dat
Aan de hand van berekening of beredenering laten zien dat iets correct is.
Toon aan of / laat zien of
Aan de hand van berekening of beredenering laten zien of iets correct is of niet. In je antwoord moet een conclusie staan.
Leid af
Beantwoord de vraag de vorm van wiskundige bewerkingen.
Bepaal
Beantwoord de vraag door gebruik te maken van gegevens in grafieken of figuren of door het maken van een constructie.
Beredeneer, leg uit
Beantwoord de vraag in de vorm een verhaaltje met argumenten om tot een conclusie te komen.
Bereken
Beantwoord de vraag in de vorm van een berekening.
Schets
Beantwoord de vraag in de vorm van een grove maar duidelijke tekening of diagram
Teken
Beantwoord de vraag in de vorm van een nauwkeurige tekening of diagram zonder toelichting.
Construeer
Beantwoord de vraag in de vorm van een nauwkeurige tekening of diagram.
Schat
Geef de waarde van een grootheid, zonder deze exact te bepalen.
Antwoord bevat altijd
Je mag niet alleen de uitkomst geven. Je moet laten zien welke (denk)stappen je hebt gezet en welke formules je hebt gebruikt. (BEHALVE als gevraagd wordt: Teken, Schets, Noem, Geef aan, Wat, Welke, Wanneer of Hoeveel.)
Nauwkeurige tekening of diagram
Moet precies kloppen met de waarden van de opgave.