Beaufort 5 - Contact 7 - Uitdrukkingen
¡Supera tus tareas y exámenes ahora con Quizwiz!
Il y a ...
Er is, er zit, er ligt...
Il y a des livres sur la table.
Er zijn (liggen) boeken op tafel.
Il y a des chaises.
Er zijn (staan) stoelen.
Il est bon en français.
Hij is goed in Frans.
Je comprends.
Ik begrijp het.
Je suis heureux.
Ik ben gelukkig.
à gauche, il y a mon copain.
Links zit mijn vriend.
N'est-ce pas ?
Nietwaar?
Depuis hier.
Sinds gisteren.
Quelle chance!
Wat een geluk!
Nous sommes quinze.
We zijn met z'n vijftienen.
Qui est derrière toi ?
Wie zit er achter jou?
Qui est devant toi ?
Wie zit er voor jou?
Elle est bonne en français.
Ze is goed in Frans.